Vlamingen passen zich aan

Mijn favoriete taalkundige experiment is dit: je laat een aantal mensen een woordenlijst voorlezen: bloem, kraan, drietjes, enzovoort. Je kunt ook aan de akoestiek van wat die mensen zeggen met de computer heel gemakkelijk en heel precies aflezen waar in de mond mensen de klinkers zeggen: dat vertoont per definitie variatie, want geen mens spreekt precies hetzelfde als enig ander mens. Vervolgens laat je die mensen luisteren naar de andere opnamen, en dan nog een keer de lijst voorlezen. De tweede keer blijkt iedereen dan in de uitspraak net wat dichter bij het gemiddelde te liggen. De variatie is afgenomen, en dat geldt niet alleen als je de tweede ronde meteen na het afluisteren doet, maar ook als je er wat tijd tussen legt. Ieder gesprek beïnvloedt, al is het maar onbewust, onze uitspraak. Flexibeler Die beïnvloeding is echter niet symmetrisch. Dat laat een groep Tilburgse en Antwerpse onderzoekers zien in een nieuw artikel (gratis) in het tijdschrift Frontiers in Communication. De onderzoekers lieten studenten uit Tilburg en Antwerpen een soort Zeeslagje doen waarbij ze elkaar over en weer instructies moesten geven. Gemeten werd in hoeverre in de loop van zo’n gesprek de deelnemers taalelementen van elkaar overnamen. Wat bleek: de beïnvloeding ging vrijwel geheel van de Nederlanders op de Vlamingen, nauwelijks andersom. Gelukkig bezwijken de onderzoekers niet voor de verleiding om een en ander te wijten aan vage maar tegelijk daarom heel populaire begrippen als volksaard: Nederlanders hebben een grote bek, Vlamingen wachten bedeesd in een hoekje hun beurt af. In plaats daarvan wijzen ze op verschillen in taalcultuur: Vlaanderen heeft een lange traditie van ‘het ABN’ beschouwen als iets dat uit Nederland komt terwijl het omgekeerde niet het geval is. Bovendien zijn Vlamingen flexibeler in hun taalgebruik, meer gewend om te schakelen tussen bijvoorbeeld standaardtaal en dialect, terwijl Nederlanders min of meer tegen iedereen hetzelfde spreken. Betekenisvol Een interessante bevinding is ook dat de aanpassingen vooral gebeuren in de woordenschat. In de uitspraak zijn mensen minder geneigd zich aan te passen. Ik moet daarbij wel zeggen dat aanpassingen in uitspraak natuurlijk lastiger te kwantificeren zijn dan in woordenschat: dat iemand de g net iets harder maakt is lastiger vast te stellen dan dat iemand een ander woord gebruikt. Swerts en zijn medeonderzoekers gooien het er vooral op dat verschillende woorden de communicatie belemmeren terwijl een verschil in uitspraak dat minder doet. Dat klinkt intuïtief plausibel, maar is naar mijn idee ook wat moeilijk te kwantificeren. Wat mij belangrijker lijkt: dat in het Vlaamse streven naar ‘ABN’ als een norm uit het noorden voor de uitspraak sowieso vaak een uitzondering werd gemaakt. Het zit er minder ingebakken dat je ook zo moet ‘klinken’ als een Nederlander. Wat het onderzoek met dit alles vooral laat zien is hoe dit soort taalcultuur, de omgang met de taal, ingebakken kan zitten. De studenten in het experiment waren zich vermoedelijk geen van allen echt bewust van wat ze aan het doen waren. Maar hun gedrag vertoonde een patroon dat iedereen als volkomen normaal ervaarde en dat tegelijkertijd heel betekenisvol is. Je aanpassen aan de ander is een natuurlijke reflex, maar wordt tegelijkertijd gestuurd door je cultuur tot en met.

Door: Foto: cc Unknown author, Public domain, via Wikimedia Commons Vlaanderen aan de Vlamingen

Europeanen zijn blanker geworden

…gedurende de afgelopen 5000 jaar:

“Prehistoric Europeans in the region we studied would have been consistently darker than their descendants today,” says Wilde, first author of the PNAS article. […]

“In Europe we find a particularly wide range of genetic variation in terms of pigmentation,” adds co-author Dr. Karola Kirsanow, who is also a member of the Palaeogenetics Group at Mainz University. “However, we did not expect to find that natural selection had been favoring lighter pigmentation over the past few thousand years.”

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.