De markt wordt beter, de patiënt niet

De jaren 90: het hoogtepunt van de privatiseringshype en de gezondheidszorg moest ook efficiënter. Minder bureaucratie, meer marktwerking, meer prikkels. De patiënt als klant, de zorgverlener als ondernemer, en de verzekeraar als bewaker van de ‘doelmatigheid’. Dat was het verhaal, en het klonk toen allemaal rationeel, zakelijk, onvermijdelijk (*). Alsof een ziekenhuis hetzelfde is als een supermarkt, en een patiënt als iemand die rustig de schappen afstruint op zoek naar de goedkoopste bypass. Alsof iemand met pijn op de borst eerst even de aanbiedingen vergelijkt, de kleine lettertjes leest en nadenkt over de bonuspunten. Alsof iemand met een gebroken heup kan onderhandelen over de prijs per schroef. De fictie van de “zorgconsument” is dat mensen met keuzestress in het leven plots rationele actoren worden zodra hun gezondheid op het spel staat. In werkelijkheid kiest niemand voor een hartaanval met vrije markttoegang. De patiënt is geen klant, maar een gegijzelde: afhankelijk van schaarse zorg, van obscure declaratiecodes, van verzekeringsvoorwaarden die elk jaar opnieuw worden herschreven door mensen die zelf nooit in een wachtkamer zitten. En we zijn nu ruim 20 jaar verder .Wat we kregen, is geen efficiëntie. Het is een andere vorm van verspilling, slimmer verpakt. De oude bureaucratie met haar papieren dossiers en stempelformulieren is ingeruild voor een digitale nachtmerrie van vinkjes, dashboards en rapportages. Een excelbureaucratie. Alles moet geregistreerd, gemeten, verantwoord en geaudit. Niet omdat het de zorg beter maakt, maar omdat aandeelhouders willen weten waar hun rendement blijft, en het personeel gewantrouwd wordt. Waar vroeger de inefficiëntie bestond uit stroperigheid, bestaat die nu uit extractie. Elke handeling, elk consult, elk zorgpad is een datapunt dat ergens kan worden omgezet in geld. En om dat geld te vangen, is een leger van administrateurs, controllers, consultants en compliance officers nodig. Niet om te zorgen, maar om te bewijzen dat er gezorgd is. De markthervorming heeft van zorg een keten gemaakt: van zorgverlener naar instelling naar verzekeraar en verder. Aan het einde van die keten zit iemand met een spreadsheet die beslist dat het allemaal best nog een beetje goedkoper kan, zolang de kwartaalcijfers maar kloppen. Of dat de zorg ergens niet voldoende rendeert. En dus wordt er bespaard op handen aan het bed, op tijd voor patiënten, op rust en aandacht. Wat overblijft, is een papieren efficiëntie, een boekhoudkundige schijnwereld waarin alles sneller en beter lijkt, tot je zelf ziek wordt en ontdekt dat de wachtlijst alleen maar groeit. De markt heeft de bureaucratie niet afgeschaft, maar geprivatiseerd en verplaatst. Waar vroeger ambtenaren controleerden of het geld goed werd besteed, doen nu accountants en datamanagers hetzelfde, maar tegen meer dan marktconforme tarieven, en zijn bakken aan reclamegeld nodig om toekomstige patiënten er van te overtuigen dat zij straks bij die en die het beste af zijn. En de markt zelf is geen neutrale kracht, maar een omgeving waar winst elk jaar moet groeien. Stilstand is achteruitgang, en wie niet genoeg oplevert, verliest zijn aandeelhouders aan de volgende zorgcowboy die nog net iets meer rendement tegenover minder zorg kan bieden. Terwijl het jargon van innovatie en efficiëntie steeds luidruchtiger klinkt, lekt het geld rustig weg richting beleggers die nog nooit aan een ziekenhuisbed hebben gestaan. Lang leve het aandeelhouderskapitalisme.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (3)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos.

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen (lees ook deel 1 en deel 2). Vandaag het derde en laatste deel: de gevolgen wanneer het gelijkwaardigheidsmodel landelijk zou worden ingevoerd en hoe kan vervolg worden gegeven aan dit onderzoek.

Macro-economische effecten van het gelijkwaardigheidsmodel

Misschien wel de belangrijkste voordelen van het gelijkwaardigheidsmodel is dat er een andere economie ontstaat in de wereld, leidend tot een eerlijker inkomensverdeling en betere zorg voor het milieu. Wel moet dan iedereen willen meedoen met het gelijkwaardigheidsmodel. En dat is nog zeer onzeker. Het gelijkwaardigheidsmodel moet zich eerst maar eens op kleine schaal zich bewijzen.

Laten we veronderstellen dat alle Nederlandse ondernemingen gebruik maken van het gelijkwaardigheidsmodel. We beschouwen dan het effect voor de belastingen en de inflatie in vergelijking tot het bestaande aandeelhoudersmodel.

Effect voor de belastingen

Omdat het inkomen uit arbeid en kapitaal komen door een gelijkwaardige beloning, hoeft de inkomstenbelasting geen onderscheid meer te maken uit inkomsten uit vermogen (kapitaal) en inkomsten uit werk (arbeid). Dan kan het inkomen (uit arbeid + vermogen) worden belast in box1 en kan box3 verdwijnen. Hiermee wordt vermogen veel zwaarder belast dan in het huidige systeem. Geadviseerd wordt ook vermogenswinst (-verlies) als inkomsten mee te nemen bij de belastingheffing.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Met de economie gaat het geweldig

Aldus De Morgen:

Terwijl gepensioneerden, werkenden, schoolverlaters, consumenten en uitkeringstrekkers nog hun wonden van de crisis likken, kunnen de aandeelhouders zich rijk rekenen.

Niet alleen staan de beursindices op vele markten weer op recordniveau, ook hebben beleggers in 2013 voor het eerst in de geschiedenis meer dan 1 biljoen dollar (dat is duizend miljard dollar) aan dividend uitgekeerd gekregen.

Trek de champagne maar open!

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (2)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Deel 1 verscheen 12 juli. Vandaag deel 2: Welke gevolgen heeft het gelijkwaardigheidsmodel voor de jaarrekening van bedrijven?

Nieuwe jaarrekening

We hebben vastgesteld dat kapitaal en arbeid behoren tot bedrijfsassets van de onderneming. Beide horen op de balans. Arbeid is geen kostenpost meer in de resultatenrekening.
De vraag die dan moet worden opgelost is: ‘Wat is de waarde van het menselijk kapitaal en menselijk vermogen’ en ‘hoe verhoudt zich het financieel (eigen) vermogen zich ten opzichte van het menselijk vermogen’.

Voor de waarde van het menselijk kapitaal hebben we gebruik kunnen maken van een methodiek die door de OESO, het CBS en CPB ook worden toegepast voor onderzoek naar menselijk kapitaal op landelijk niveau [1]. Feitelijk is hier dan sprake van een stelselwijziging.

Voorbeeld:
In onderstaande voorbeeld is bij de start het menselijk kapitaal berekend op 15,4 en het menselijk vermogen dus ook op 15,4. Het volgende boekjaar is het menselijk kapitaal berekend op 15,5. Het menselijk vermogen is dan ook 15,5, maar er is 0,1 toegevoegd aan de pensioenreserves, maakt het menselijk vermogen 15,6.  Gemiddeld menselijk vermogen wordt 15,5 en voor het eigen vermogen gemiddeld 4,5.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel

Een gastbijdrage van Ries van der Vos.

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Vandaag het eerste deel: Kritiek op het aandeelhoudersmodel en aanzet tot het gelijkwaardigheidsmodel.

Aandeelhoudersmodel niet van deze tijd

Het aandeelhoudersmodel is ontstaan in een tijd waarin werknemers laag geschoold waren, het arbeidsaanbod hoog was en kapitaal nog schaars was en daardoor arbeid laag werd beloond.

De huidige werknemers zijn hoog geschoold via hoog kwalitatieve opleidingen op LBO-, MBO-, HBO- en universitair niveau. Veel werk is schaars geworden, terwijl er kapitaal in overvloed is. De rol van arbeid is sinds de opkomst van de informatiemaatschappij in de jaren 70 van de vorige eeuw veel specialistischer geworden. Productieketens en productieprocessen worden steeds complexer. De rol van internet heeft het mogelijk gemaakt productieketens te koppelen, zelfs over landsgrenzen heen.
De vraag naar arbeid is groter dan het aanbod.

Centrale banken hebben de afgelopen decennia zorg gedragen voor ruim aanbod van kapitaal en in het laatste decennium zelfs in extreme mate via kwantitatieve verruiming en negatieve rentes. Dit heeft geleid tot een hausse aan investeringen in onder andere aandelen en vastgoed. Het gevolg is dat er een schuldenmaatschappij is ontstaan bij overheden, bedrijven en burgers, met alle risico’s wanneer er moet worden geherinvesteerd tegen hogere rentes in latere jaren.
De vraag naar geld is kleiner dan het aanbod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Alan Parkinson (cc)

“De financiële sector is het probleem, niet de oplossing”

ACHTERGROND - Investeren in een duurzamere wereld? Als het aan de aandeelhouders ligt, liever niet. In de serie lezingen ´Met het doel voor ogen´ legt onderzoeker Myriam Vander Stichele uit hoe de gouden greep van winstmaximalisatie het aanpakken van grote mondiale problemen, zoals ongelijkheid, armoede en milieuschade tegenhoudt.

De 17 duurzame doelen (SDG’s) van de Verenigde Naties vormen een ambitieus plan. Maar er is geld voor nodig, heel veel geld. Geld dat bovendien niet alleen door overheden opgehoest kan worden. Zonder een aanzienlijke bijdrage van de private sector, volgens schattingen zo’n 80% van het benodigde bedrag, zijn de plannen gedoemd te mislukken. Wat mogen we van het ‘grote private geld’ verwachten?

Myriam Vander Stichele (SOMO) onderzoekt al jaren de maatschappelijke en economische impact van multinationals en de financiële sector. Onder invloed van de globalisering is hun aandeel in de wereldeconomie de afgelopen decennia enorm toegenomen. En daarmee ook hun macht. Het is inmiddels duidelijk dat duurzaamheid niet op hun prioriteitenlijst staat. Sterker nog: het huidige financiële systeem, waar de wet van de hoogste winst geldt, werkt duurzame ontwikkeling tegen. Vander Stichele: “Op dit moment zijn ze het probleem, niet de oplossing.”

Van miljarden naar biljoenen

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.