articletype

Data

Meer hotelovernachtingen in grote steden

DATA - Nederlandse hotels werden in 2011 drukker bezocht dan in 2010. In de eerste 10 maanden van het jaar steeg het aantal hotelgasten met 2,5 procent tot bijna 30 miljoen. Van vijf grote steden ontvingen Utrecht, Rotterdam en Maastricht meer gasten. Het aantal hotelovernachters in Amsterdam en Den Haag bleef in die periode gelijk.

De groei in januari tot oktober 2011 was minder groot dan in deze periode in 2010. Toen waren er in Nederland nog 7 procent meer hotelovernachtingen dan in de eerste tien maanden van 2009. Dit blijkt uit een analyse van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) door ANP en Sargasso.nl.

,,De hotelindustrie reageert sterk op economische ontwikkelingen,” zegt Marco van Bruggen, senior consultant bij Horwath, een adviesbureau gespecialiseerd in de sector. ,,In 2008 en 2009 zagen we zeer sterke dalingen. In 2010 ging het wat beter met de economie en trok het hotelbezoek ook weer flink aan. Dat zette in 2011 door.”

Utrecht kende de eerste 10 maanden van vorig jaar de grootste groei in het aantal hotelovernachtingen: 12 procent. Rotterdam had 7 procent meer hotelovernachtingen, Maastricht 4 procent.

In Amsterdam werden er in deze periode niet meer kamers geboekt dan het jaar ervoor. In 2010 was deze stad nog de grootste stijger, met bijna 14 procent meer bezoekers van januari tot oktober dan in dezelfde periode in 2009. Ook in Den Haag bleef het aantal overnachtingen nagenoeg gelijk. ,,Amsterdam reageert extra sterk op de economische ontwikkelingen. Dat komt doordat het niet alleen een belangrijke toeristenstad is, maar ook een belangrijke speler in de internationale handel. We zien altijd dat Amsterdam vooroploopt in de ontwikkelingen die voor heel Nederland gelden”, aldus Van Bruggen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

De onstuitbare neergang van CDA en PvdA

DATA - Het ledental van CDA, PvdA en VVD daalt al dertig jaar gestaag. En gelijkertijd daalt ook hun aandeel zetels in de Tweede Kamer. Zonder trendbreuk moeten met name CDA en PvdA hun traditionele rol van grote middenpartij gaan opgeven.

Vorige week werden de jaarlijkse tellingen bekend van de ledentallen van de politieke partijen. Helaas beperken die tellingen zich alleen tot de partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Het is een raadsel waarom nergens structureel bijgehouden wordt hoe het volledige partijlandschap er uit ziet, ook op lokaal niveau.
Het ledental van de partijen in de Tweede Kamer lijkt zich de laatste jaren te stabiliseren. Maar dit gegeven verhult een geheel andere trend. De traditionele grote 3, CDA, PvdA en VVD, zijn in dertig jaar tijd meer dan gehalveerd van 386.500 naar 154.000 leden.
Grafiek ledental politieke partijen Nederland 1978 tot 2012

Als je dan vervolgens het aandeel leden en het aandeel kamerzetels van de grote drie vergelijkt met de rest, dan zie je duidelijk de problemen waar de traditionele middenpartijen in zitten.
Aandeel leden en kamerzetels grote 3 (CDA, PvdA, VVD) versus de rest
Overigens doet de VVD het van de grote 3 relatief nog het beste. Hun aandeel zetels blijft redelijk op niveau (vandaar de kop).
Nemen we de laatste peiling erbij dan zakken de grote drie naar ongeveer 70 zetels. Geheel in lijn met de trend van de laatste dertig jaar.

Steeds minder jongeren werken voor hun geld

DATA - Jongeren tussen de 20 en 25 jaar kunnen steeds minder vaak rondkomen van een eigen verdiende inkomen. In afgelopen tien jaar is het percentage jongeren in deze leeftijdscategorie dat financieel onafhankelijk is gestaag afgenomen van 45,5 procent tot 32,9 procent.

,,De afname heeft te maken met het groeiend aantal mensen uit deze leeftijdscategorie dat gaat studeren. Het CBS laat inkomen uit studiefinanciering weg,” zegt Gabriëlla Brettonville van het Nibud. ,,Het betekent dus niet dat deze jongeren niet kunnen rondkomen, maar dat zij inkomsten uit andere bronnen dan werk hebben.”

De afname is zowel zichtbaar bij mannen als vrouwen in deze leeftijdscategorie. Bij mannen nam het percentage af van 50,1 tot 37,1 procent, bij vrouwen van 40,6 tot 28,7 procent. Dit blijkt uit een analyse door ANP en Sargasso.nl van donderdag verschenen cijfers over economische zelfstandigheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Bij vrouwen druist de lijn van de 20 tot 25-jarigen in tegen het verloop van de rest van de leeftijdscategorieën. Vrouwen tussen de 25 en 65 zijn in de afgelopen tien jaar veel meer financieel onafhankelijk geworden, gemiddeld van 45,9 naar 55,3 procent.

Mannen zijn nog altijd vaker financieel onafhankelijk dan vrouwen. Het gemiddelde percentage mannen boven de 25 dat financieel onafhankelijk is, is in tien jaar gedaald van 85 naar 81,9 procent.

Foto: ANALYSE - Het is leuk om gelijk te krijgen: er kloppen veel minder niet-Westerse immigranten op de Nederlandse deur dan er in de Tweede Kamer telkens wordt geroepen. De politieke consequentie is echter dat minister Leers eigenlijk nog maar 10.000 verblijfsvergunningen kan verstrekken aan niet-Westerse immigranten.

Leers mag dus nog maar 10.000 verblijfsvergunningen geven

DATA - Het is leuk om gelijk te krijgen: er kloppen veel minder immigranten, die willen immigreren met een niet-westerse nationaliteit, op de Nederlandse deur dan er in de Tweede Kamer, en ver daarbuiten, wordt verondersteld. De politieke consequentie is echter dat minister Leers eigenlijk nog maar 10.000 verblijfsvergunningen kan verstrekken aan niet-Westerse immigranten.

De huidige regering van CDA en VVD steunt op het gedogen van de PVV. Voor de PVV was het belangrijkste reden voor het steunen van deze regering dat het aantal niet-westerse allochtonen met tenminste de helft moest worden teruggebracht. Voor de berekening wordt door de PVV voortdurend gekeken naar het aantal immigranten geboren in een niet-westers land. Een getal van 52.000 is een cijfer dat het laatst door Tweede Kamerlid Fritsma van de PVV werd genoemd. Dat aantal moet dus gehalveerd worden, oftewel met 26.000 mensen.

In dit artikel , met dit figuur, van november jl. betoogde ik dat het aantal immigranten met een niet-westers geboorteland weliswaar 52.000  is, maar dat die niet allemaal immigreren met een niet-westerse nationaliteit.  Zo’n 10.000 (20%) heeft de Nederlandse nationaliteit. Daarnaast zijn er enkele duizenden die (ook) beschikken over een nationaliteit uit een EU-land en daarmee immigreren.

Het werkelijk aantal niet-westerse immigranten met een nationaliteit uit een derdeland  (geen Nederland en geen EU) bedroeg naar mijn berekening een kleine 40.000. Leers kan alleen voor die groep beleid maken.  Met Nederlanders heeft hij helemaal niets te maken en met EU-onderdanen maar zeer, zeer beperkt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Wanneer is het koffietijd?

DATA - De nieuwste ontdekking van de taalwetenschap: uit zorgvuldige statistische analyse blijkt dat het programma Koffietijd van RTL4 op het verkeerde moment van de dag wordt uitgezonden (van 10.00 tot 11.00 op werkdagen). Sinds kort hebben onderzoekers een nieuw instrument om de juiste betekenis van allerlei woorden vast te stellen: Twitter. Daar zijn honderdduizenden mensen bezig iedere dag hun leven te beschrijven, en wel terwijl het zich voordoet.

Van dat feit kunnen we natuurlijk gebruik maken bij het bepalen van de betekenis van woorden als koffietijd, en dat kun je bijvoorbeeld doen op de website Timeu.se. In een database met miljoenen tweets wordt gezocht naar wanneer mensen precies het woord koffie tweeten en zo kunnen we dan weer vaststellen wanneer het echt koffietijd is in Nederland.

Het juiste antwoord luidt dus: tussen 8 en 9 in de ochtend, behalve in het weekeinde (vooral zondag), maar dan wordt Koffietijd nu juist niet uitgezonden.

Ook van borreltijd kunnen we op deze manier de juiste betekenis
vaststellen: vrijdagmiddag tussen vier en vijf.

Ook de betekenis van woorden die niet strikt genomen tijdsaanduidingen zijn, kunnen we zo plaatsen. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen in hoeverre kater en brak nu echt synoniemen zijn: voelen mensen zich echt brak terwijl ze een kater hebben, of juist iets eerder of later. Ziehier:

Foto: ANALYSE - Vorige week constateerden we al dat er een afname was in de stroom asielzoekers. Maar hoe verhoudt dit zich tot de lange termijn ontwikkeling en vooral, hoeveel asielzoekers mogen uiteindelijk blijven? En wat is toe te schrijven aan het huidige regeringsbeleid op dit punt?

Huidig regeringsbeleid nog weinig impact op asielzoekersstroom

DATA - Vorige week constateerden we al dat er een afname was in de stroom asielzoekers. Maar hoe verhoudt dit zich tot de lange termijn ontwikkeling en vooral, hoeveel asielzoekers mogen uiteindelijk blijven?

Laten we eerst even de recente cijfers in wat langer termijn perspectief plaatsen.

Het moge duidelijk zijn dat de afname van 2011 zeer bescheiden is ten opzichte van eerdere ontwikkelingen. De impact van Paars was veel groter en langduriger. Balkenende (I-IV) zorgde voor de trendbreuk.

Maar asielverzoeken zijn slechts een deel van het verhaal. Uiteindelijk gaat het om hoeveel mensen ook daadwerkelijk asiel krijgen. En dat is wat lastiger te achterhalen.
Het aantal goedgekeurde asielverzoeken is slechts eenduidig beschikbaar voor de jaren 2009 t/m 2011. Dan ziet het er als volgt uit:

Jaar 2009 2010 2011 Ingewilligde aanvragen 8510 8700 8380 Asiel aanvragen 15040 14400 14340 percentage 57% 60% 58%

Hier zijn een paar opmerkingen bij te maken. De daling van 320 in het laatste jaar lijkt wat zwakjes ten opzichte van de daling van ongeveer 1100 in de eerste aanvragen. Een deel kan mogelijk verklaard worden door het verkleinen van de werkvoorraad (van 5.260 naar 4.490) beslissingen. Aangezien altijd ongeveer 60% positief uitpakt, kan je zo 400 verklaren.
Echter, halverwege 2010 werd, nog als gevolg van de maatregel van Albayrak, de procedure verkort. In dat laatste half jaar zijn 3000 extra afhandelingen gedaan. Dat leidde in 2010 echter niet tot een plots hoger aantal inwilligingen. Dat wekt de indruk dat het onder Albayrak toch strenger was dan nu onder Leers.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

VVD en PVV hebben baat bij media-aandacht, CDA juist niet

DATA - Voor iedere 48 nieuwsberichten in de grote kranten, stijgt de VVD met 1 zetel in de peilingen. De PVV heeft iets meer nieuwsberichten nodig, circa vijftig. En het CDA levert bij gemiddeld 77 krantenberichten een zetel in de peilingen in. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Nieuwsmonitor naar het verband tussen berichtgeving en peilingen. Het huidige succes van de SP is echter spelbreker.

Zo’n onderzoek heeft natuurlijk talloze haken en ogen. Wat zeggen peilingen? Zowel Maurice de Hond als Synovate – twee grote peilers – zitten er vaak met hun voorspellingen naast. Daar staat tegenover dat peilingen wel degelijk van invloed zijn op het politieke proces. De auteurs van het onderzoek schrijven wijzen erop dat het zogenoemde politieke ‘wedstrijdnieuws’ – wie wint van wie – wel degelijk van invloed is op de verhoudingen in Den Haag en op de verkiezingsuitslag. Opiniepeilingen zijn belangrijk voor de perceptie: niemand wil op een loser stemmen, behalve misschien een paar sadomasochistische CDA’ers.

De onderzoekers zijn als volgt te werk gegaan. Ze turfden de media-aandacht van de grote partijen (VVD, PvdA, CDA, SP en PVV) in de grote dagbladen (Volkskrant, Telegraaf, NRC, Trouw en Algemeen Dagblad) van 1 januari 2000 tot en met 21 januari 2012. Daarbij werd gekeken naar zowel het noemen van de betreffende partij als het noemen van uitslagen van opiniepeilingen.

Foto: GELUK - Wat is hier aan de hand? Door de jaren heen worden iets minder homohuwelijken gesloten tussen mannen dan tussen vrouwen. Kijken we naar de scheidingscijfers, dan ziet het beeld er anders uit. Sterker nog, het aantal scheidingen tussen vrouwen ligt bijna de helft hoger. Hoe kan dat? Zijn lesbische stellen sneller op elkaar uitgekeken?

Lesbo’s scheiden vaker dan homo’s

DATA - Wat is hier aan de hand? Door de jaren heen worden iets minder homohuwelijken gesloten tussen mannen dan tussen vrouwen. Kijken we naar de scheidingscijfers, dan ziet het beeld er anders uit. Sterker nog, het aantal scheidingen tussen vrouwen ligt bijna de helft hoger. Hoe kan dat? Zijn lesbische stellen sneller op elkaar uitgekeken?

De data over huwelijken en echtscheidingen.

Met dank aan Flip van Dyke.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Nederlands bodemgebruik in kaart gebracht

DATA - “Als je al het asfalt in Nederland bij elkaar voegt, dan kun je hiermee de hele provincie Utrecht vullen,” vertelde iemand me ooit eens. Vooruit, Nederland is behoorlijk geasfalteerd, maar zovéél? Het leek me nogal een sterk verhaal, een broodje aap. Toen ik dezelfde claim recentelijk weer ergens zag, doch nu in een studieboek in plaats van aan de bar van een horecagelegenheid in de late uurtjes, werd het tijd dat eens te verifiëren. En mijn aanname was fout, het broodje aap bleek gewoon realiteit. Utrecht is weliswaar geen grote provincie, maar kan aardig worden opgevuld met Neerlands asfalt. Het totale landoppervlak van de provincie Utrecht is 138.328 hectare, terwijl ons hoofdwegennet volgens het CBS 106,115 hectare groot is. En dat is exclusief de straten in woonwijken. Als je die allemaal zou meerekenen, dan is het aannemelijk dat je inderdaad aardig in de richting komt van de volledige provincie Utrecht.

Tijd voor een gedachte-experiment. We gaan Nederland volledig herindelen, hypothetisch uiteraard. We graven de boel helemaal af, we verhuizen de hele bende naar alle uithoeken van ons land en we plaatsen de verschillende soorten bodemgebruik allemaal soort bij soort. Bebouwing bij bebouwing. Het boerenland op één hoop. Al het bos bij elkaar. Alle storthopen geconcentreerd in een uithoek. Nederland zou er dan zo uit kunnen zien:

Namenhype: ooit royal, nu popster

DATA - De geboorte van een koninklijke telg was ooit aanleiding voor veel ouders om hun kind naar de prins of prinses te vernoemen. Maar die tijd is voorbij; nu zijn het de internationale sterren wiens naam wordt ‘gestolen’. Dit blijkt uit een analyse van de sterkste stijgers en dalers in devoornamendatabase van het Meertens Instituut.

Sommige kindernamen zijn tijdens een korte periode erg populair. Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw waren het vooral namen van pasgeboren prinsessen. In 1938, het geboortejaar van koningin Beatrix werd die naam voor een baby bijna 10 keer zo populair als het jaar ervoor. Kregen in 1937 nog 22 baby’s deze naam, een jaar later waren dat er al 207. Vanaf 1941 daalde dat aantal weer. Ook de geboorte van prinses Irene zorgde voor een kortstondige opleving, in 1939 omhoog, in 1942 omlaag.

De laatste decennia zijn het popsterren of sporters die voor inspiratie zorgen bij ouders. De doorbraak van Britney Spears zorgde eind jaren negentig voor een grote hype. In 1999 werd de naam mateloos populair. Vanuit het niets kregen 133 Nederlandse baby’s de naam Britney. In 2000 waren dat zelfs 194 baby’s. Maar de populariteit was slechts van korte duur, in 2001 nam de populariteit snel af tot ongeveer 12 per jaar op dit moment. Jarno werd begin jaren zeventig vaak ingeschreven bij de burgerlijke stand, in 1973 verongelukte de bekende motorcoureur Jarno Saarine. Vanaf 2000 kende de naam weer een opleving, veroorzaakt door de Formule-1-coureur Jarno Trulli, zelf geboren in 1974.

Foto: SATIRE - Zonder de Limburgse katholieken zou het Nederlandse politieke landschap er anders uitzien, minder extreem. En zonder die vlaaienvreters zouden ook nog eens rijker zijn. En ach en wee: een tsunami van Limburgisering dreigt de Randstad te verzwelgen.

Wat als Limburg niet bij Nederland zou horen?

DATA - Wat is dat nou voor een vraag, hoor ik u stellen. Maar u mag mij niet demoniseren omdat ik een ongemakkelijk probleem aansnijdt. U kunt zich wel verschuilen achter uw politiek correcte Linkse of Rechtse Kerkpraatjes, maar de cijfers kun je niet negeren, als we de PVV moeten geloven. Het moet maar eens afgelopen zijn met pappen en nathouden. Genoeg is genoeg. De maat is vol.

Want de cijfers, mevrouw en mijnheer, liegen er niet om, blijkt uit berekeningen van Sargasso. Nee, zonder de Limburgse katholieken zou het Nederlandse politieke landschap er anders uitzien, minder extreem. En zonder die vlaaienvreters zouden ook nog eens rijker zijn. En ach en wee: een tsunami van Limburgisering dreigt de Randstad te verzwelgen.

De resultaten van ons onderzoek. Als Limburg niet bij Nederland hoorde, zou de huidige coalitie waarschijnlijk niet mogelijk zijn geweest. VVD, CDA en PVV zouden 73 zetels hebben. Maar met een grotere SGP (extra zetel, in totaal drie) en TON in de Kamer met 1 zetel, zou de huidige coalitie het wellicht kunnen redden. onder Limburg zouden acht zetels tussen partijen wisselen. Opvallend is dat de Piratenpartij vermoedelijk een zetel zou krijgen en ook D66 zou er eentje bijkrijgen.

Foto: DATA - Opnieuw blijkt uit de jongste cijfers van het CBS dat het maar niet wil opschieten met de 'overspoeling' van allochtone baby’s van Nederland. Ook de tsunami van moslimbaby’s blijft uit.

Babytsunami? Onzin!

DATA - Opnieuw blijkt uit vandaag gepubliceerde CBS-cijfers dat het maar niet wil opschieten met de ‘overspoeling’ van allochtone baby’s van Nederland. Ook de tsunami van moslimbaby’s blijft uit.

Kijk zelf maar. Hieronder staat het totaalbeeld van het aantal kinderen dat een vrouw gemiddeld krijgt, het zogenaamde vruchtbaarheidscijfer. Veel lijntjes, maar wel interessante lijntjes.

Gemiddeld moet een vrouw in haar vruchtbare periode iets meer dan twee kinderen krijgen om de bevolking op peil te houden. Iets meer dan twee ja, omdat er iets meer jongetjes worden geboren en er vrouwen overlijden voor het einde van hun vruchtbaarheid. Een vruchtbaarheidscijfer van ongeveer 2,1 houdt de bevolking dus in stand. (In de grafiek is die 2,1 met een streep-stippellijn aangegeven.) Het is duidelijk dat alle hier weergegeven groepen –op de Marokkaanse na- beneden die grens zijn gezakt. De Nederlandse bevolking was al in 1973 onder water (CBS). Zonder immigratie zal onze bevolking binnen de kortste keren onherroepelijk dalen. De grafiek maakt duidelijk dat Nederland hier wel hard naartoe op weg is. Het vruchtbaarheidscijfer van Marokkanen zakt snel en over een paar jaar zitten ook zij beneden de 2,1.

In 1996 was het vruchtbaarheidscijfer van de totale Nederlandse bevolking nog nauwelijks 1,5. In 2010 is die met een zesde gestegen naar 1,8. Die stijging is in zijn geheel toe te schrijven aan de autochtone bevolking. Het vruchtbaarheidscijfer van de allochtonen daalde in die periode, vooral door flinke dalingen bij de Turken en Marokkanen. Het Turkse en Marokkaanse  vruchtbaarheidscijfer daalde in die periode namelijk met een kwart. De Surinaamse en Antilliaanse moeders volgen de autochtone bevolking. Het vruchtbaarheidscijfer van de niet-westerse bevolkingsgroep is gedaald naar 1,9 en die van de westerse is iets gestegen naar 1,55. Alsnog laag dus. De autochtone bevolking heeft nu een vruchtbaarheidscijfer van gemiddeld 1,80 kinderen per vrouw dat is zelfs hoger dan die van de allochtone bevolkingsgroep met 1,77. Zeer opmerkelijk.

Vorige Volgende