Press Freedom Index 2010

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

Reporters without Borders logo

De persvrijheid gaat achteruit in de Europese Unie en de landen daaromheen. In de Press Freedom Index 2010 van Reporters Sans Frontières zien we slechts 13 van de 27 EU-landen bij de top-20. Bovenaan staan ex aequo Finland, IJsland, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland, allemaal landen waarover geen schendingen van de persvrijheid zijn gemeld. In 2009 stond Nederland nog op de zevende plaats. Dat had onder meer te maken met beperkingen op het fotograferen van het Koninklijk Huis en de bronbescherming van journalisten (zie meer gedetailleerde informatie in de Nederlandse Persvrijheidsmonitor 2009).

Een groot aantal andere Europese landen doet het veel slechter en sommige zakken ook op de lijst in vergelijking met het vorige jaar. Opvallend is dat de zuidelijke helft veel slechter scoort dan het noorden. Dat geldt zowel voor West- als voor Oost-Europa. Estland (9) en Litouwen (11) doen het goed. Tsjechië en Hongarije (gedeelde 23e plaats), Letland (30) en Polen (32) wat minder. Spanje (39), Portugal (40, flink gedaald) en Frankrijk (44, ook gedaald) doen het in verhouding slecht. Grote problemen hebben media en journalisten in Italië (49), Roemenië (52, gedaald), Bulgarije en Griekenland (gedeelde 70e plaats, een beetje resp. heel fors gedaald). De Centraal Afrikaanse Republiek doet het beter dan deze laatste twee. Ook de meeste aspirant-leden van de EU op de Balkan dalen op de lijst en zullen nog heel wat moeten rechtzetten voordat ze kunnen toetreden tot de EU. Kroatië is een hierop de enige uitzondering (van 78 naar 62).

Reporters sans Frontières constateert dat er alles bijeen weinig vooruitgang is in Europa. Als daar niets aan gedaan wordt, waarschuwt de journalistenorganisatie, verliest Europa zijn leidende positie op het gebied van mensenrechten en zijn gezag bij de beoordeling van veel repressievere regimes. Zoals China, Soedan, Iran, Birma en Noord-Korea die we al jaren onderaan de lijst tegenkomen.

Duidelijk is dat landen die in oorlog zijn of met hardnekkige binnenlandse conflicten te maken hebben het gevaarlijkst zijn voor journalisten. Afghanistan, Pakistan, Somalië, de Filippijnen, Mexico en Kirgizië scoren daarom niet hoog. Economische groei, vaak geassociëerd met meer vrijheidsrechten, is geen garantie, zoals blijkt uit de scores van de BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Tegenover een stijging van Brazilië staat een daling van India. Rusland staat ver onderaan op 140. En China houdt stand op 171 (van de 178).

De Index wordt samengesteld aan de hand van antwoorden op een vragenlijst. De vragen gaan over geweld tegen journalisten (van moord tot gevangenisstraf), eventuele wettelijke beperkingen van de pers (censuur, staatsmonopolie van de media), rechtszaken van de staat tegen journalisten, het in beslag nemen van persen, financiële druk, bedreigingen, en ook beperkingen van vrij internetverkeer.

Reacties (1)

#1 Erik

Zelfs in een wereld waar overal de persvrijheid redelijk groot zou zijn, heb je nog een nummer één en een laatste plaats op zo’n ranglijst, interessanter is het daarom om te kijken naar de skores, die ook bij deze index worden gegeven.

Verder is ’t ook interessant de vragenlijst en de wijze van skoren ’s te bekijken (PDF-jes onderaan ’t artikel).

Reporters sans Frontières deelt op de kaart (nog een PDF-je) landen in in 5 kategoriën, waarbij skore 15 de grens lijkt te zijn tussen ‘satisfactory situation’ en ‘noticeable problems’. In die probleemkategorie vallen dan 10 europese landen, namelijk Italië en zo goed als geheel Zuidoost-Europa. Frankrijk, Slovenië en Bosnië-Herzegovina komen gevaarlijk dicht in de buurt van die 15-puntengrens, en alledrie dalend.

Dalend of stijgend slaat zo op het eerste gezicht op de rangorde, niet op de skore, zo stijgt Luxemburg, maar met gelijkblijvende skore. Daarom denk ik dat dalend of stijgend niet zoveel zegt. Gelukkig kun je redelijk makkelijk de ranglijsten van vorige jaren er even bij pakken en dan blijken Frankrijk, Slovenië en Bosnië-Herzegovina ook in hun absolute skores flink gedaald, en Italië zelfs van 12,14 naar 15,00.