Ambtelijke arbeid

Dit stukkie gaat over een aspect van de bijstandsexperimenten waar ik tot dusver nog niet zo veel over geschreven heb: het ambtelijke werk dat er bij is komen kijken om ze mogelijk te maken. Bij de gemeentes, maar ook bij onder andere het Rijk. En ik wil het graag wat breder trekken, omdat er in de samenleving soms (cliché)beelden heersen over ‘wie er hard werken’. Als iemand het heeft over ‘de hardwerkende Nederlander’, laten we wel wezen, dan zal het meestal niet over de gemeenteambtenaar gaan. Het ambtelijke werk aan de experimenten Het verhaal over de praktische organisatie van het Nijmeegse bijstandsexperiment is er één van “ambitieus starten, heel lang wachten, in een rotvaart haasten om mee te kunnen doen”. Nijmegen was één van de eerste, zo niet de eerste, gemeente waar sprake was van het houden van een bijstandsexperiment, met een op vertrouwen gebaseerde bijstand. Echter: in Nijmegen kwam dit initiatief uit de gemeenteraad, terwijl in andere gemeenten het initiatief uit het college van B&W kwam. En een college kan in de regel sneller handelen, dus tegen de tijd dat in Nijmegen de formele besluitvorming geregeld was, waren er al vier gemeenten gestart met een onderhandeling met het ministerie over hoe die bijstandsexperimenten er uit zouden komen te zien. Nijmegen was te laat om daar nog bij aan te sluiten, en moest op de achterbank wachten. En wachten. Wel bloody anderhalf jaar wachten, totdat er (eindelijk) een concreet kader lag hoe de experimenten er uit mochten zien. (Gelukkig ben ik een geduldig mens). Vervolgens kregen gemeenten een kleine twee maanden om met een zeer gedetailleerd voorstel te komen. Dat is in Nijmegen gelukt door een toegewijd projectteam dat heel hard, voor een flink deel in ‘eigen tijd’ heeft gezorgd dat die deadline gehaald werd. Collega’s van de uitvoering, juridische zaken, onderzoek en statistiek, en externe partners zoals het lokale WerkBedrijf (dat de re-integratietrajecten in Nijmegen verzorgd) en de universiteit, iedereen heeft een flink aantal extra meters gelopen om deze niet heel reële deadline te halen. Stel je maar voor: er moesten manieren bedacht worden om deelnemers te werven. De nieuwe begeleidingsvormen moesten worden uitgedacht. Daar moest personeel voor worden geworven. ICT-systemen moesten worden aangepast. Tal van mensen en organisaties moesten worden geïnformeerd over dat dit experiment plaats ging vinden, en wat dat voor hen ging betekenen. Enzovoort et cetera. Geen klaagzang Ik wil overigens benadrukken dat dit geen klaagzang is over de collega’s bij SZW. Ja, ik zal de eerste zijn om toe te geven dat ik op momenten enige milde irritatie heb gevoeld over de gang van zaken. Anderhalf jaar nemen om te onderhandelen, gemeenten vervolgens een kleine twee maanden geven om een zeer gedetailleerd voorstel uit te werken viel niet echt goed, vooral niet omdat SZW vervolgens zelf weer drie maanden nam om de voorstellen te beoordelen. Ik gebruik dit nog af en toe in colleges Bestuurskunde over hoe de verhoudingen tussen Rijk en gemeenten liggen. Overigens ben ik niet zo cynisch om te denken dat dit een bewuste strategie was om de experimenten ‘klein’ te houden – de regelgeving had immers al gezorgd dat een echt groots experiment niet mogelijk was. Ik vermoed dat hier eerder een gat aan ten grondslag ligt tussen waar mensen bij het Rijk mee bezig zijn en het perspectief dat zij hebben (de politieke balans in Den Haag) en (het gebrek aan) kennis die er is over de gemeentelijke uitvoeringspraktijk, en wat allemaal moet gebeuren voor een dergelijk experiment staat. Hoe dan ook: dat betekent niet dat mijn collega’s bij het Rijk geen hart hadden voor de zaak, of er niet hard gewerkt werd. Ook vanuit de toren van SZW werd ’s avonds laat en in het weekend gemaild. De experimenten waren een uitermate gevoelig dossier en politiek complex, niet in het minst omdat in het allereerste begin ze geagendeerd waren als ‘experiment met een basisinkomen’. Dat is een begrip dat zorgt voor instant polarisatie, zeker in de politiek, en dat maakte het verwezenlijken van experimenten niet makkelijker. En, voor zover ik kon zien, gewoon heel lastig en arbeidsintensief voor de ambtenaren die hier mee bezig moesten. Beelden over ‘wie hard werkt’ Ik neem bovenstaande even mee in een meer algemener verhaal: dat over ‘de hardwerkende Nederlander’. Ik vind dat sowieso een problematisch narratief, om meerdere redenen. Het wordt soms gebruikt om de Nederlander tegen de niet-Nederlander te zetten, als of die minder hard werken (‘luie buitenlanders’). Het impliceert soms dat mensen die hard werken meer rechten hebben of moeten hebben dan mensen die niet hard werken, niet werken of niet kunnen werken. En er hangen allerlei beelden onder wie dat nou eigenlijk zijn, die harde werkers. Die clichébeelden in de samenleving over ‘wie hard werkt’ bestaan ontegenzeggelijk. De boeren en de ondernemers, dat zijn  ‘hardwerkende Nederlanders’, terwijl onderwijzers vaak misprijzend worden bekeken (hEBbeN vEeL vAkANtiE!1!) en ook ambtenaren krijgen meestal ‘the short end of the stick’ in de beeldvorming. Maar die beeldvorming, die klopt volgens mij dus niet. Zoals bovenstaande laat zien: in mijn ervaring werken ambtenaren zich vaak helemaal de blubber. Er zijn harde deadlines, er is veel (politieke) druk om die te halen, en mensen zijn vaak intrinsiek gedreven waardoor die extra uren ook zonder morren gemaakt worden in avond en weekend. Incidenteel hardwerkende ambtenaren? Nu kan het natuurlijk zo zijn dat mijn observaties deels aan het toeval te wijten zijn. “N=1” is geen bijster goede uitgangssituatie voor het doen van stellige conclusies, heb ik geleerd tijdens mijn promotietraject. Echter: daarvoor werkte ik bij een bedrijf dat veel samenwerkte met overheid en semi-overheid. En daarvoor werkte ik bij de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), waar ik veel contact had met medewerkers van het ministerie van OCW, hogeronderwijsinstellingen en –koepels, en met Kamerleden en hun medewerkers. Dat alles maakt mijn beeld niet anders. Vooral de LSVb was nogal een nachtbrakersclub, waar studentenbondbestuurders tot diep in de nacht doorwerkte (gezellig, met een biertje er bij), om dan op kantoor te blijven slapen. Ik weet dat er bij het nachtelijk doorwerken regelmatig voorkwam dat na het versturen van een mail er direct een antwoord kwam van een onderwijsinspecteur, politicus of onderwijsbestuurder. Eigenlijk is mijn persoonlijke ervaring dat bijna overal hard gewerkt wordt. Over het onderwijs wordt soms ook geroepen dat het lekker makkelijk werk is, waar niet te hard hoeft te worden gewerkt en veel vakantie is. In mijn ervaring is dat volkomen quatsch. Ik heb meerdere onderwijzers in mijn familie en vriendenkring, zowel in het voortgezet, middelbaar als beroepsonderwijs. Het is heel veel onbetaald werk: nakijken, lessen voorbereiden, communiceren met ouders in weekenden, avonden, ochtenden en op dagen dat eigenlijk niet gewerkt wordt. En dan zijn er alle activiteiten naast het onderwijs: musicals, kerstvieringen, het versieren van lokalen voor tal van gelegenheden: het is allemaal in eigen tijd, liefdewerk. Op de universiteit, waar ik in deeltijd werk naast mijn reguliere baan, is overwerk meer norm dan uitzondering. Mensen werken zich het schompes voor de goede zaak, en krijgen in ruil daar voor weinig status en minder geld dat op een gelijkwaardig niveau te halen is in het bedrijfsleven. Als ik kijk naar familie, vrienden en kennissen in zorg, dan worden daar ook heel veel meters gelopen op tijden dat daar niet voor betaald wordt. De mensen met een eigen onderneming werken ook keihard. En ook als ik kijk naar mijn bijbanen vroeger, in de fabriek, op de vorkheftruc, in de horeca en op het land: ja, ook daar wordt keihard gewerkt. In heel algemene zin: ik zou bijna zeggen dat we de samenleving zo hebben ingericht dat iedereen meer uren moet werken om zijn werk gedaan te krijgen dan dat ‘ie betaald krijgt. De moraal van dit verhaal De moraal van dit verhaal? Nou, eigenlijk is het vooral geschreven als een grote “DANK JULLIE WEL” aan alle ambtelijke collega’s die zich de blubber hebben gewerkt, voor een deel in eigen tijd en op onmogelijke uren, om de bijstandsexperimenten mogelijk te maken. Voor de wetenschap en een eerlijk en goed werkend sociaal stelsel. Dat verdient een (spreekwoordelijk) bosje bloemen. Daarnaast is het geschreven om de lezer ook wat inzicht te geven in hoe de bijstandsexperimenten, waar ik hier op Sargasso nu al ruim zes(!) jaar over schrijf, in praktische zin tot stand zijn gekomen. Maar als het dan toch een moraal moet hebben? Dan zou ik zeggen: laat je niet meeslepen door stereotypes, niet als het gaat over wie ‘hardwerkend’ is maar überhaupt niet. Oordeel niet zonder iets te weten over een situatie. En laat je niet tegen elkaar uitspelen door populisten die de samenleving willen verdelen in groepen.

Door: Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Closing Time | I Have Enough

De Zwitser Beat Zeller maakt volgens eigen zeggen gospel blues trash. Hij maakt al muziek sinds zijn dertiende, toen hij bandjes uitbracht onder de naam ‘Taeb Zerfall’.

Inmiddels heeft hij een eenmansband en met The Monsters, maakt hij muziek als DJ en leidt hij zijn eigen platenmaatschappij.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Roel Wijnants (cc)

‘Loser’ zijn of ‘loser’ spelen?

Het begon met een vroom gestelde tweet, waarin Geert Wilders zei dat hij het premierschap prijs gegeven had omdat hij daarvoor onvoldoende steun had gevonden bij zijn gesprekspartners in de kabinetsformatie van VVD, NSC en BBB. Maar de totstandkoming van een rechts kabinet was belangrijker dan zijn persoonlijke ambities, zo schreef hij. Zo wisten wij allemaal dat Geert Wilders, lijsttrekker van de grootste partij in de Tweede Kamer, geen minister-president zou worden.

Lang duurde deze sereniteit echter niet. Toen hij voor de tv werd geïnterviewd, meldde hij dat hij het gebrek aan steun voor zijn premierschap ‘unfair’ vond, ‘ondemocratisch’ en ‘staatsrechtelijk onjuist’. De leider van de grootste partij bij verkiezingen werd immers premier? Daarbij liet hij en passant weten (zonder namen te noemen) dat BBB zijn premierschap wel had willen aanvaarden, de VVD dat liever niet wilde maar er ook niet ‘dwars voor had willen gaan liggen’, maar dat NSC dat niet acceptabel had gevonden.

Allereerst maar even de onjuistheden in Wilders opmerkingen.

De grootste partij bij verkiezingen krijgt in Nederland lang niet steeds het premierschap. Zoals in 1977 kan een partij de grootste zijn maar toch in de oppositie terecht komen, zoals de PvdA met Joop den Uyl in dat jaar overkwam en in 1982 opnieuw. Voorts kan een partij de grootste zijn en ook het premierschap verwerven, maar dat hoeft niet de partijleider te zijn. Zo werd in 1959 de KVP de grootste, maar werd niet partijleider Carl Romme maar de van buiten komende Jan de Quay de premier.

Foto: Mark Vletter (cc)

Wilders heeft nog steeds lak aan de rechtsstaat

COLUMN - Geert Wilders haalde vorige week uit naar de demonstranten tegen de Israëlische president Herzog die in Amsterdam op bezoek was voor de opening van het Holocaustmuseum. Hij noemde het gedrag van de demonstranten ‘een ongehoorde schande’. En verder zei hij: ‘Het riekt naar een politieke actie van de extreem linkse burgemeester van Amsterdam. Onverantwoord.’ Een opmerkelijk uitspraak van een man die vorige week nog kandidaat-premier was. Demissionair-premier Rutte verdedigde burgemeester Halsema onmiddellijk: ‘Als het gaat om het handhaven van de openbare orde bedrijven onze burgemeesters geen politiek’.

‘Kritiek is prima, maar je moet de instituties van de rechtsstaat wel héél laten,’ schreef staatsrechtsgeleerde Voermans in Het Parool. De rechtse meerderheid in de Tweede Kamer had daar geen boodschap aan en riep op tot een ‘fundamenteel debat over de manier waarop het demonstratierecht zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.’ De emoties over afschuwelijke geluiden wonnen het weer eens van het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting.

Het verontrustende is dat Wilders en zijn geestverwanten lak hebben aan hun verantwoordelijkheid als politicus om de rechtsstaat te respecteren en te verdedigen. Halsema moet als burgemeester het demonstratierecht handhaven en kan uitsluitend op formele gronden grenzen stellen. Zij mag zich niet inlaten met de inhoudelijk-politieke aspecten van een demonstratie. ‘Vergaande beperkingen naar plaats en tijd komen min of meer neer op een verbod, aangezien daarmee het uitstralende effect van de betoging teniet wordt gedaan’, aldus de verordening. En alleen het OM kan achteraf optreden tegen strafbare uitingen. De Amsterdamse autoriteiten hebben in dit geval de gekwetste bezoekers van de bijeenkomst ook opgeroepen om aangifte te doen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Rechts Amerika waarschuwt voor links in Europa

Het EU-VS-forum legt de dreiging van de extreem liberale agenda bloot.

Voormalige Trump-functionarissen die nu in de consultancy werken, lanceren een organisatie die ‘de westerse beschaving wil redden door een licht te laten schijnen op het schadelijke beleid dat uit de Europese Unie komt’.

Een paar citaten:

Medicare voor iedereen… het beëindigen van de Amerikaanse energie-onafhankelijkheid… het verbieden van auto’s op benzine… massale censuur van de vrijheid van meningsuiting. We horen deze gevaarlijke ideeën van pratende hoofden en politici van Amerikaans links, maar vragen we ons ooit af waar ze vandaan komen? Ze zijn niet hier ontstaan, ze zijn bedacht door E.U. bureaucraten in Brussel. De enige manier om te voorkomen dat deze catastrofale ideeën Amerika en de westerse beschaving zoals wij die kennen vernietigen, is door ze bij de bron af te snijden.’

Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Varend ontgassen: afvalstatus als frustratiemiddel?

ANALYSE - Dat is de conclusie van mij (Krispijn) na het lezen van onderstaand artikel van Ton Quist, waarin hij zich afvraagt of de dampen / gassen die overblijven na het lossen van vloeibare lading afval zijn. Ik zou zeggen, lees het artikel van Ton Quist en oordeel zelf:

De vraag of dampen/gassen afval zijn stelde ik (Ton Quist) in een artikel in oktober 2019. Mijn conclusie luidde toen kort en krachtig ‘nee’. Een belangrijk argument voor mijn stelling was gebaseerd op bijlage 2017-I-4 van het CDNI-Verdrag, waarin duidelijk stond beschreven dat ‘restlading, dampen en overslagresten niet tot afval van de lading behoren’. Indien dampen geen afval zijn, kunnen het naar mijn mening eveneens geen afvalstoffen zijn.

De wettelijke status van de in de ladingtanks van tankers aanwezige dampen / gassen speelt al jaren een cruciale rol in het gehele ontgassingsdossier en dan met name in relatie tot de vergunningverlening voor gesloten ontgassingsinstallaties. Wel of geen afval?

Door deze onzekerheid kunnen ondernemers, die de benodigde ontgassingsinfrastructuur willen aanleggen, niet verder. Tot deze conclusie kwam Prof. Geerlings van de Erasmus Universiteit al in 2018. Hij stelde dat ‘door wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant ondernemers ernstig worden belemmerd in hun streven het ontgassingsprobleem op te lossen’. Zes jaar later is hierin niets gewijzigd met alle gevolgen van dien…!

Closing Time | Haw

Eind jaren negentig maakte Sixteen Horsepower indruk met hun grimmige hel-&-verdoemenis-rock. David Eugene Edwards gaf muzikale donderpreken, en het ging er bij het publiek in als Gods woord in een ouderling.

Ook in Nederland.

Closing Time | Sweet Thang

De muziekcarrière van Shuggie Otis begon toen hij twaalf jaar was en optrad in de band van zijn vader, Johnny Otis. Zijn meest recente album (Inter-Fusion) stamt uit 2018.

Hij blijft echter vooral bekend om zijn vroege werk.

Closing Time | Tan Kalakatan

Mayra Andrade is afkomstig van de Kaapverdische eilanden, een archipel voor de kust van West-Afrika. Ze werden in de 15e eeuw ontdekt door Portugese scheepslieden en gekoloniseerd.

Dat verklaart in ieder geval de Latijnse klanken. De tekst van Tan Kalakatan is in Kaapverdisch creools, de oudste nog levende creoolse taal.

Closing Time | Divine is the Illusion

Erica Switchblade (drums) en Gianni Blacula (gitaar) vormen samen het Italiaanse rockduo The Devils.

[G]arage rock zoals het hoort: pompende drums en gruizige riffs zonder poespas,” zo prijst rockmagazine Harde Metalen hun vierde album aan.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende