Orwell als verkiezingswapen
Sommige geniale boeken lees je te laat, of nooit. Sargasso bracht onlangs nog de Ongelezen boeken Lijst uit -Tolkien op nummer 1-, het boek waar ik op doel is zo belangrijk dat het er niet eens tussen staat. Maar misschien is het goed dat ik de laatste bladzijde slechts twee dagen geleden omsloeg, want nu George Orwell’s 1984 opeens weer wereldnieuws wordt, ligt dit meesterwerk mij nog vers in het geheugen. Orwell schrijft in het boek een verschrikkelijke toekomstvisie van zich af. In 1949 voorzag hij dat de wereld 35 jaar later in drie dictatoriale staten onderverdeeld zou zijn. In een van deze staten, Oceania, regeert Big Brother en zijn Partij. De Partij heeft totale controle over het volk en streeft naar techniek waarbij de gedachten van de inwoners gelezen kunnen worden.
In de DDR kwam de Stasi in 1984 dicht bij deze toekomstvisie – filmtip: Das Leben der Anderen – maar in Amerika diende Orwell destijds slechts als bron van vermaak. Ridley Scott maakte een Superbowl-commercial waar IBM als Big Brother werd neergezet en Apple’s Macintosh zich presenteerde als de verlossende en nieuwe manier van computergebruik.
23 jaar later heeft de Patriot Act 1984 voor de Amerikanen iets dichterbij gebracht. Maar uitgerekend binnen de politieke hoek die daar verandering in moet brengen, wordt Orwell door een anonieme producer weer als een vorm van reclame ingezet: