Italië dreigt demonstratierecht aan banden te leggen

Het Italiaanse Lagerhuis heeft een nieuwe "veiligheidswet" goedgekeurd, die klimaatactivisten en andere demonstranten bedreigt door het strafbaar maken van blokkades van wegen en spoorwegen. Overtreders kunnen tot twee jaar celstraf krijgen. Als de Senaat de wet goedkeurt ligt volgens tegenstanders de weg vrij om alle straatprotesten te verbieden. In heel Italië demonstreerden mensen daarom vorige week op initiatief van de vakbondsfederatie CGIL en diverse oppositiegroepen. Hoe ver gaat het extreemrechtse bewind van Giorgia Meloni in de aantasting van de rechtsstaat? De wet maakt hogere straffen mogelijk voor demonstranten die zich tegen de politie keren en ook voor gevangenen die deelnemen aan acties zoals hongerstakingen. Meloni gaat voor veiligheid, dat is haar eerste prioriteit, zegt ze. 'Veiligheid is een voorwaarde voor groei en investeringen en beschermt de ouderen en kwetsbaren.' Critici noemen het een klassieke rechtse truc: met 'law and order' issues leidt de premier de aandacht af van de schandalen in haar coalitie en de dreigende financiële problemen vanwege druk uit de EU. In deze geest valt ook het plan van de regering om scholieren op middelbare scholen punten te geven voor hun gedrag. Scholieren die een vijf of lager scoren, moeten hun jaar opnieuw doen − zelfs als hun andere cijfers wél op orde zijn. De hervorming heeft ook invloed op het Italiaanse eindexamen, de maturità, dat bepaalt of scholieren naar de universiteit mogen. De vereniging van schooldirecteuren is het eens met dit plan en wijst op veel voorkomende incidenten over het gebruik van mobieltjes in de klas. De scholieren zien wat anders. “Minister Valditara wil de scholen veranderen in plekken van law and order”, zegt Paolo Notarnicola van het scholierennetwerk. “Dat zou Italië doen om leraren te beschermen. Maar wij zien het als een manier om angst aan te jagen onder de scholieren, en hun vrijheid van meningsuiting te beperken.” Migranten De nieuwe veiligheidswet raakt ook migranten door een hardere aanpak van protesten in asielcentra en de strafbaarstelling van de verkoop van sim-kaarten aan mensen zonder identiteitsbewijs of vestigingsvergunning. De opvang van migranten heeft ondertussen wel geleid tot een conflict in Meloni's coalitie. Forza Italia diende afgelopen zomer een wetsontwerp in om kinderen van migranten die geboren worden in Italië de Italiaanse nationaliteit te geven. Nu is het nog zo dat ze die pas op hun 18e kunnen krijgen. Coalitiepartner Matteo Salvini (Lega) is mordicus tegen. Zo ook de Fratelli van Meloni. Maar de premier heeft een dubbele agenda op dit terrein. Gisteren werd bekend dat de Italiaanse regering het aanzienlijk makkelijker wil maken migranten in dienst te nemen. Want ze zijn gewoon hard nodig. Italië is van plan om  452.000 buitenlandse werknemers toe te laten voor seizoensgebonden, niet-seizoensgebonden en zelfstandige banen. Autolobby Autoland Italië doet verder erg z'n best om een Europese maatregel tegen CO2 uitstoot op te schuiven. Het gaat om het verbod op de verkoop van benzine-auto's dat in 2035 zou moeten ingaan en de daaraan voorafgaande controles op reductie van de emissie. Industrieminister Adolfo Urso eindigde deze week zijn lobby-reis met de mededeling dat hij de steun heeft van Spanje, Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Polen. Volgens Politico stelt Urso zijn zaak echter wat al te rooskleurig voor. Nederland steunt Italië niet en een Oostenrijkse woordvoerder zegt dat zijn land nog geen beslissing heeft genomen en dat hij niet wist dat er hierover contact is geweest met de Italiaanse regering. Zelfs Polen geeft Italië (nog) geen openlijke steun. Spanje wil de Europese ambitie op dit gebied niet afremmen, maar vraagt wel aandacht voor de noodzakelijke financiële compensatiemaatregelen. De beslissende stem zal uit Duitsland moeten komen. Ook hier nog een en al voorzichtigheid. Een woordvoerder van verantwoordelijk minister Robert Habeck vertelde dat de minister “heel duidelijk heeft gemaakt dat hij hier geen beloftes doet, omdat de herziening is verankerd in het Europees recht.” Zijn staatssecretaris Sven Giegold bevestigde ook nog eens dat Duitsland niet terug komt op de aanvankelijk geclaimde uitzondering voor biobrandstroffen waarmee de fossiele brandstofauto het nog wat langer dan 2035 uit zou kunnen houden. Fitto Minister Urso heeft nu misschien nog niet voldoende steun vergaard, maar de invloed van Italië in Europa kan de komende tijd best groeien als Meloni's partijgenoot en vertrouweling Raffaele Fitto komende maand benoemd wordt als het Italiaanse lid van de Europese Commissie, tevens uitvoerend vicevoorzitter, met Cohesie en Hervormingen als portefeuille. Meloni beschouwt deze zware portefeuille als „een belangrijke erkenning voor de opnieuw centrale rol die Italië binnen de Europese Unie speelt.” Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen zou er met de keuze van Fitto voor willen zorgen dat de relatie met Meloni's regering en haar verwante extreemrechtse bondgenoten in Europa in stand blijft. Opmerkelijk is dat de vertrekkende commissaris Gentiloni zijn centrum-linkse partijgenoten in het Europese parlement aanbeveelt om in november ondanks bezwaren toch op Fitto te stemmen. 'Italiaanse Europarlementariërs zouden er goed aan doen om te stemmen voor een Italiaanse commissaris en tegelijkertijd aan te dringen op een duidelijke pro-EU-toezegging van de Italiaanse regering,' zei hij. Kennelijk vreest Gentiloni voor een Orbán-scenario in zijn land dat ooit tot de oprichters van de Europese Gemeenschap behoorde.

Door: Foto: Giulio (cc)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Vera de Kok, CC BY-SA 3.0 ,via Wikimedia Commons.

Het hoofdlijnenakkoord als nieuwe grondwet?

COLUMN, OPINIE - van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

Waarom een noodwet asiel waarmee het parlement op grote achterstand wordt gezet? Omdat dat zo in het hoofdlijnenakkoord staat blijkt het antwoord. Is er dan een noodtoestand? Ja, want dat staat in het hoofdlijnenakkoord, en in ieder geval ervaren de mensen dat zo. Daarmee lijkt in de ogen van het kabinet tog nog toe dat akkoord van hogere waarde en orde dan gezond verstand en de juridische regels.

Er is misschien wel een crisis, maar een crisis is niet hetzelfde als wat een noodtoestand in de zin van de Vreemdelingenwet (en andere wetgeving) is. Als alles wat we crisis noemen, en wat kiezers als zodanig ervaren, een noodtoestand is, kunnen we overgaan op noodwetgeving voor de zorg, huisvesting/wonen, en klimaat, of in het huidige kabinet de boeren.

Maar er was toch een afspraak over de rechtsstaat gemaakt tussen de vier coalitiepartijen? Inderdaad, maar het heeft er veel van weg dat het hoofdlijnenakkoord als van latere datum en van hogere orde wordt beschouwd. Het zou de premier sieren om ook voor die afspraken in deze context aandacht te vragen.

Maar, zo redeneren de PVV en haar ministers, afspraak is afspraak en die noodwet is nu eenmaal speerpunt van onze partij en opdracht van onze partijleider. En dat behoeft niet te verbazen: de PVV is een ledenloze partij waar Wilders wikt en beschikt. En kenmerk van autocraten is dat ze geen tegenspraak dulden en democratie alleen zien als middel om hun zin door te zetten. Dat de meerderheid van de kiezers niet op de PVV heeft gestemd is dan van ondergeschikt belang.

Foto: Rijksoverheid, Ministerie van financiën, minister Eelco Heinen, foto Martijn Beekman

De toxische fusie van het marktfundamentalisme en etno-nationalisme

ANALYSE, LONGREAD - door Bram van Gendt

Op dit moment vindt er een betreurenswaardig versmelting plaats van enerzijds het neoliberalisme en anderzijds populistisch etno-nationalisme. In dit stuk zal ik kort uitleggen wat beide politieke beleidsfilosofieën inhouden, inclusief hun historische achtergrond. Vervolgens zal ik expliciteren op welke manier deze fusie van beide ideologieën tot uitdrukking komt en hoe beide ideologieën elkaar complementeren. Tot slot zal ik, op basis van mijn persoonlijke opvattingen, laten zien hoe de samenleving wél ingericht moet worden en aantonen dat er ook gematigde versies van beide ideologieën bestaan die goed te combineren zijn met een pluriforme, multiculturele postmoderne samenleving.

De Homo Economicus en de wonderen van de marktwerking

Het neoliberalisme is een politieke beleidsfilosofie die sinds de jaren ’70 is opgekomen. De kern is dat de overheid kleiner en slagvaardiger diende te zijn. De kerntaken van de overheid zouden zich beperken tot het fungeren als markmeester en toezichthouder. Delen van de publieke sector moesten zodoende vermarkt worden. Daarnaast zouden delen van de sector op afstand moeten komen te staan, zodat ze niet meer onderdeel uitmaakten van het bureaucratische, centrale overheidsapparaat. De overheid zou daardoor eveneens dichter bij de burger komen te staan.

Naast deregulering en decentralisatie van de overheid is er een evident mensbeeld te ontwaren dat is geworteld in macro-economische marktprincipes afkomstig uit de school van de achttiende-eeuwse econoom Adam Smith. Dit mensbeeld houdt in dat de mens een Homo Economicus is die volledig rationeel handelt om zijn eigen belangen en de bijbehorende (financiële) middelen te maximaliseren. De consequentie daarvan is dat de mens in een permanente concurrentiestrijd verkeert en dat de overheid deze strijd zoveel mogelijk moet faciliteren. Het mensbeeld is dus zeer individualistisch van aard; deze trend van individualisering is de afgelopen decennia verder tot wasdom gekomen door technologische en sociaal-economische ontwikkelingen, zoals digitalisering en een relatief hoge bestaanszekerheid, waardoor het idee is ontstaan dat de mens meer op eigen benen kan staan: zelfredzaamheid.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Rijksoverheid, foto Martijn Beekman

Dick ‘zeg maar’ Schoof

COLUMN - Een interessant kenmerk van de huidige Nederlandse premier, drs. Dick Schoof, is dat hij zo slecht spreekt. Nederlandse politici zijn zelden wonderen van retorisch talent, en we hebben eerder premiers gehad waarnaar het moeilijk luisteren was. Maar zelfs Jan-Peter Balkenende kon nog wel uit zijn woorden komen.

Het heeft er ongetwijfeld mee te maken dat we gewend zijn aan politici die over het algemeen aan verkiezingen hebben moeten meedoen en daar kiezers hebben moeten overtuigen. En kiezers raken nu eenmaal niet zo snel overtuigd van iemand die een beetje verlegen staat te stamelen. Wat dat betreft heeft het optreden van Schoof, die ongeschoold praat en daarbij allerlei tics laat zien die een beroepspoliticus allang had weggetraind, iets verfrissends – mits we even vergeten dat hij een kabinet leidt dat op dubieuze gronden het parlement buiten spel wil zetten en tussen neus en lippen door zonder enige vorm van argumentatie de botte bijl zet in de boekhandel, de journalistiek en de wetenschap.

Een van zijn verbale tics is zeg maar. Neem Schoofs persconferentie van afgelopen vrijdag.

Dat gebruik van zeg maar lijkt me hier voer voor een onderzoekje. Als ik goed tel, zegt Schoof hier 47 keer ‘zeg maar’ in minder dan 34 minuten. Dat is bijna drie keer per twee minuten en eigenlijk meer, want af en toe zijn er ook nog journalisten aan het woord (en geen van hen zegt ooit ‘zeg maar’).

Foto: Roel Wijnants (cc)

Anoniem demonstreren: een principekwestie

OPINIE - De minister van Justitie David Van Weel is vast van plan om ‘binnen de grenzen van het demonstratierecht’ beperkingen op te leggen aan demonstranten. Hij kreeg onlangs steun van de Tweede Kamer die een motie van Eeerdmans (JA21) aannam voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Overbodige steun, want zo’n verbod kan al worden uitgevaardigd door de burgemeester volgens de Wet Openbare Manifestaties. Van Weel zal de burgemeesters er nog eens aan herinneren dat ze dat kunnen doen.

Daarmee is de anonimiteit in de uitingsvrijheid opnieuw een punt van debat geworden. Anoniem kunnen blijven hoort bij het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. Anders gezegd: een verplichting of verbod tast het vrijheidsprincipe aan. Maar dat principe is de laatste tijd sterk onder druk komen te staan door moeilijk aan te pakken anonieme overtredingen van de wet op groepsbelediging en haatzaaien in de sociale media. Anonimiteit van demonstranten maakt het voorts lastig gewelddadige relschoppers te vervolgen of de kosten van vernielingen op hen te verhalen. Een verbod op anonimiteit is echter een al te gemakkelijke oplossing die geheel voldoet aan het cliché: de goeden moeten onder de kwaden lijden.

Naar aanleiding van de demonstraties dit voorjaar op de UvA tegen de banden met Israël schreef de Volkrant over de vrijheid van demonstranten ‘om je te kleden zoals je wil’. Die vrijheid is  eigenlijk al sinds 2019 beperkt toen het ‘boerkaverbod’ inging. Sindsdien is het voor iedereen verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen in het openbaar vervoer en in en rondom onderwijs- en zorginstellingen en overheidsgebouwen. ‘Daar valt de universiteitscampus uiteraard ook onder’, zegt hoogleraar rechtswetenschap Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Volgens  hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans geldt dat niet voor de openbare ruimte. Demonstranten zijn daar vrij in de keuze van hun kleding. Volgens advocaat Willem Jebbink, die vaak demonstranten juridisch bijstaat, is het wel degelijk toegestaan om met gezichtsbedekking te demonstreren. ‘Het is een grondrecht om je te kleden zoals je wil, dat vloeit voort uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.’

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Closing Time | Warm Sharp Bath Sleep

Philip Anselmo maakte naam als zanger van Pantera, maar staat sinds een aantal jaar ook op de planken als frontman van zijn eigen muzikale project En Minor.

Daarin gaat hij de gevoelige, introverte kant op in de stijl van Tom Waits en Nick Cave.

Quote du Jour | Libanon

Onlangs vond ik een oud krantenknipsel uit augustus 1982 over Libanon. Met een getuigenis over wat Israël daar toen heeft aangericht in vluchtelingenkampen van Palestijnen. Schokkend als je kijkt naar wat er nu gebeurt in Libanon. Het terrorisme lijkt in de staat Israël ingebakken.

Enkele citaten uit het bericht onder de kop ‘Aanvallen Israël ook gericht tegen burgers’

‘Wat het Israëlisch leger aanricht in West-Beiroet is het beste te omschrijven als genocide.’ Dit zei de verpleegkundige Tineke Vlug uit Utrecht op Schiphol bij haar terugkeer uit Beiroet. Ze heeft er elf maanden gewerkt in een ziekenhuis, uitgezonden door het Medisch Comité Palestina dat dit ziekenhuis van de Palestijnse Rode Halve Maan (Rode Kruis) had geadopteerd. Het is de Israëli’s niet te doen om militaire projecten, ze hebben het ook gemunt op burgerdoelen, de gewone Palestijnse en Libanese mannen, vrouwen en kinderen. Als voorbeeld noemt zij het gebruik van fosforbommen die gruwelijke brandwonden veroorzaken en waaraan al vele mensen na hevige pijnen zijn overleden. Daarnaast het gebruik van cluster- en fragmentatiebommen. Dit zijn bommen met hele kleine bommetjes en daarin ijzeren splinters die het lichaam van mensen doorzeven. Zelf heeft Vlug twee Palestijnse kinderen behandeld van wie de benen waren afgeslagen nadat zij een ballpoint hadden opgeraapt die vervolgens explodeerde. De Israëli’s werpen ook speelgoed en ballpoints af die exploderen als ze worden opgepakt. Van de vluchtelingenkampen rond West-Beiroet is zeventig procent vernietigd. De Palestijnse bevolking bivakkeert op het strand of in boomgaarden in het zuiden, vertelt de verpleegkundige.

Vorige Volgende