Zoekresultaten voor

'woningcorporaties'

Foto: Alexandervn_85 (cc)

Stopt de overheid nu zelf ook met het discrimineren van huurders?

De discriminatie door verhuurders is “zeer alarmerend”, aldus minister Ollongren in reactie op landelijk onderzoek. Maar de overheid maakt zich ook zelf schuldig aan discriminatie van huurders door de inzet van de Rotterdamwet en de Leefbaarometer.

Uit een landelijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) naar discriminatie bij woningverhuur blijkt dat woningzoekers met een buitenlands klinkende naam vaker afgewezen voor een huurhuis dan woningzoekers met een Nederlandse naam, en dat makelaars en bemiddelaars vaak meewerken aan het verzoek om bepaalde groepen uit te sluiten voor een huurwoning. Het onderzoek bevestigt de uitkomsten van eerdere onderzoeken op kleinere schaal (bijv. van de Groene Amsterdammer in 2018, van Radar in 2019, en onderzoeken in Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Den Haag in 2020 en dit jaar).

“Zeer alarmerend”

Minister Ollongren kondigde direct aan dat de aanpak van discriminatie door verhuurders wordt geïntensiveerd, want:

Dat vind ik zeer alarmerend. Discriminatie is niet toegestaan en wordt niet getolereerd. Dat geldt zowel voor de verhuurbemiddelaars als voor de verhuurder die zijn woning openbaar aanbiedt.

Fijn dat de ogen van de minister geopend zijn, maar gaat de minister dan nu ook eindelijk het eigen beleid kritisch onder de loep nemen? Al jaren verstrekt de minister via de omstreden Rotterdamwet aan gemeenten een wettelijke basis om huurders te discrimineren op basis van hun inkomen, en indirect hun afkomst, met het doel om de leefbaarheid in zogenaamde achterstandswijken te verbeteren. En ook het aanwijzen van de gebieden waar deze discriminerende wet mag worden ingezet is gebaseerd op een discriminerend instrument, de Leefbaarometer.

Foto: -JvL- (cc)

Listig stemgedrag

COLUMN - Gelukkig is stemmen in de stembureaus iets heel anders dan stemmen in de Tweede Kamer. Wel jammer dat veel kiezers hun stemgedrag niet laten afhangen van wat de partij van hun keuze aan stemgedrag in het parlement vertoont.

Daarom nog even ter herinnering….

Tijdens de plenaire vergadering van 16 april 2020 kwamen deze motie aan de orde:

Motie van het lid Beckerman c.s. over een tijdelijke huurstop en een huurverlaging voor de sociale en de vrije sector:
overwegende dat thuisblijven essentieel is in de strijd tegen corona; constaterende dat velen door de coronacrisis inkomen verliezen; verzoekt de regering, een tijdelijke huurstop alsmede een huurverlaging voor zowel de sociale als de vrije sector mogelijk te maken.”
De motie werd verworpen. Tegenstemmers waren VVD, CDA, D66, ChristenUnie en Van Haga.

Op dezelfde vergadering werd ook nog over deze moties gestemd:
Motie van het lid Nijboer c.s. over bevriezen van huren en compensatiemaatregelen voor woningcorporaties.
Motie verworpen Tegen: VVD, CDA, D66, ChristenUnie, SGP, FVD, Van Haga.

Motie van het lid Dik-Faber over een moreel beroep op woningcorporaties om de voorgenomen huurverhoging uit te stellen.
Aangenomen. Tegen waren VVD, D66, SGP, FVD, Van Haga.

Die moties waren allemaal ‘corona gerelateerd’. Maar ook een motie die een kleine bijdrage had kunnen betekenen in de woningcrisis sneuvelde in november 2020.

Foto: Fossielvrij NL (cc)

Klimaat: doorrekeningen verkiezingsprogramma’s door PBL

ANALYSE - Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft ook dit keer de verkiezingsprogramma’s van verschillende politieke partijen doorgerekend. Dit keer hebben slechts zes partijen hun verkiezingsprogramma laten doorrekenen door PBL, terwijl er 10 meedoen aan de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB). Ter vergelijking in 2017 deden 7 politieke partijen mee. In 2017 haakte het CDA af, dit keer de VVD. Daarnaast doet de Vrijzinnige Partij dit keer niet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Hierbij een poging tot duiding van het boekwerk dat PBL heeft afgeleverd, waarbij ik deze constatering van het CPB-directeur Pieter Hasekamp in het achterhoofd hou:

Vrijwel alle partijen vergroten de overheidsuitgaven en geven een impuls aan de economie. Daarnaast zien we dat alle partijen de lasten voor bedrijven verhogen en dat de meeste partijen financiële lasten verschuiven naar toekomstige generaties.”

Want als er één onderwerp is waarin Nederlandse politici al jaren de rekening doorschuiven naar toekomstige generaties dan is het klimaatbeleid, want Nederland is een trage starter op het gebied van klimaatbeleid. Als politieke partijen dan nu de financiële kosten van hun beleid naar de toekomst schuiven hoop je dat dat gepaard gaat met goed milieu- en klimaatbeleid, zodat dat deel van rekening voor toekomstige generaties lager wordt.

Foto: Fossielvrij NL (cc)

Klimaatdoelen haal je nooit met kerncentrales

Gastbijdrage Jan Willem van de Groep

ANALYSE - Over de non-lineariteit van zowel CO2-emissie doelen als CO2-budgetten

Het einddoel kennen we allemaal, nul CO2-emissie per 2050. Voor veel politici lijkt dat een doel welke lineair behaald moet gaan worden met 2030 slechts als tussendoel. Sterker nog. Velen denken dat we nog volop tijd hebben om te oefenen, kleine stappen te zetten en aan het einde te versnellen. De discussie over het al dan niet toepassen van kerncentrales is er zo één. Lineaire verlaging van de CO2-emissie is echter niet de manier waarop we antwoord kunnen geven op deel 2 van de klimaatdoelstellingen van Parijs. Daar is namelijk ook afgesproken dat we opwarming van de aarde beperken op een waarde tussen 1,5 en 2,0 graden met een streven zo dicht mogelijk bij de 1,5 graden te eindigen in 2050 (tekst klimaatakkoord: “ruim onder de 2 graden”). Laten we daar eens op inzoomen.

CO2-budgetten  wereldwijd

Het CO2-budget is de hoeveelheid CO2 die nog uitgestoten kan worden tot 2050 om binnen de doelstelling van 1,5 tot 2,0 graden te blijven. Een flink aantal wetenschappers hebben daar met verschillende modellen aan gerekend. Het IPCC heeft uit al die publicaties een gemene deler gehaald (link) en met allerhande voorzichtigheden de zekerheid bepaald wat het meest aannemelijke getal is voor een 1,5 en 2,0 graden budget.

Foto: Rob Oo (cc)

Doomsday of de schade beperkt – De maatschappelijke gevolgen van Covid-19 in vier scenario’s

ANALYSE - door Sandra van Dijk en Marcel Canoy

In tijden van grote onzekerheid is het zoeken naar houvast. Ook wetenschappers weten vooral wat ze niet weten. We weten dat kwetsbare groepen disproportioneel hard getroffen worden, maar tasten in het duister of de schade tijdelijk is of permanent. Maar in al die onzekerheid is wel enige orde te scheppen door het schetsen van verschillende maatschappelijke scenario’s
.

De scenario’s maken we aan de hand van twee sleutelonzekerheden. De eerste sleutelonzekerheid is de mate waarin de samenleving en overheid er samen in slagen het virus in te dammen door effectief gedrag. Het indammen van het virus is cruciaal voor het herstellen van de economie. In het gunstigste geval gaat dat snel, en in de ongunstige prognoses duurt het tot dik in 2021 tot we van het virus af zijn.

De tweede sleutelonzekerheid is weerbaarheid. Een individu of een samenleving als geheel kan een meer of minder adaptief vermogen hebben om met onzekerheid en tegenslag om te gaan. Hangen we massaal in de touwen? Of proberen we er het beste van te maken of zien we zelfs nieuwe kansen voor een betere samenleving?

Vier scenario’s en vier archetypes

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Kabinetsmaatregelen om te voldoen aan uitspraak Klimaatzaak

NIEUWS - Na jaren van talmen en in beroep gaan heeft het kabinet vandaag maatregelen aangekondigd om de door de Hoge Raad bevestigde uitspraak in de Klimaatzaak te voldoen. Nederland moet volgens het vonnis de uitstoot van CO2 dit jaar met 25 procent terugbrengen ten opzichte van 1990. Uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat het Kabinet niet verder dan 19 tot 21 procent komt. Het nu gepresenteerde pakket levert bij daadwerkelijk uitvoer 8 megaton CO2 reductie op, dit komt bovenop de 4 megaton die eerdere maatregelen op leveren.

Maatregelen

Het kabinet wordt incidenteel geholpen bij het bereiken van deze doelstelling door het coronavirus. Dat levert echter geen structurele CO2-reductie op. Het Kabinet komt daarom met maatregelen om de CO2-emissie van kolencentrales te beperken door middel van een uitstootplafond. Ook breidt het kabinet de regeling reductie energieverbruik uit met 150 miljoen Euro, waarmee mensen compensatie kunnen krijgen voor bijvoorbeeld LED-lampen of het goed inregelen van hun verwarmingsinstallaties. Naast huiseigenaren kunnen ook huurders en MKB-bedrijven van deze regeling gebruikmaken. Woningcorporaties krijgen een korting op de verhuurdersheffing als ze investeren in verduurzaming van woningen. Hiervoor stelt het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar. Mensen die een oude koel- of vrieskast inleveren, krijgen hiervoor een retourpremie van minimaal 35 euro bij aankoop van een nieuwe. Verder is het kabinet in gesprek met een aantal bedrijven over versnelde ombouw van installaties en het extra terugdringen van de uitstoot van lachgas (een sterk broeikasgas).

Foto: Erik Olaerts (cc)

Energietransitie in de geest van Jan Schaefer

COLUMN - Wat ligt er meer voor de hand dan de lessen van de stadsvernieuwing ter harte te nemen nu we voor een vergelijkbare opgave staan om in Nederland miljoenen huizen te verduurzamen en van nieuwe energie- en warmtebronnen te voorzien?

Zo rond 1970 lagen de meeste gemeentelijke binnensteden er beroerd bij. Grote delen van de woningvoorraad in en rondom de centra dateerden van eind negentiende, begin twintigste eeuw en stonden zo ongeveer op instorten. Ze waren met hun houten vloeren en eensteensmuren gehorig, tochtig en vochtig. Bovendien waren ze gebouwd in de tijd van paard en wagen en niet berekend op parkeren voor de deur.

In Amsterdam waren, aldus onderzoek van de gemeente, 25.000 woningen zonder meer rijp voor de sloop, en moesten er meer dan 100.000 totaal gerenoveerd worden. Bijna de helft van de Amsterdammers zou daardoor moeten verhuizen. Vergelijkbare geluiden klonken op uit stadhuizen elders in het land. Grote delen van de binnensteden van Arnhem, Deventer, Tilburg, Utrecht, Dordrecht, Zwolle en Groningen waren verzamelingen bouwvallen. Het land stond voor een ongekende verbouwing, zoveel was duidelijk.

Er was – onder stedenbouwkundigen – ook consensus over wat er moest gebeuren. De filosofie van ruimte, lucht en licht, waarmee na de oorlog overal buitenwijken met flatgebouwen in het groen waren opgetrokken, moest nu op de oudere delen van de stad worden losgelaten. Cityvorming heette dat in het jargon, wat in het kort neerkwam op massale sloop, ruimte voor wegen en compacte gestapelde bebouwing. Met vette viltstiften werden er hele nieuwe stadsdelen op de kaart getekend.

Foto: pixelsniper (cc)

Welgemoed het nieuwe jaar in

COLUMN - Laten we voor 2020 een paar richtlijnen afspreken om ieders dagelijks leven, de staat van het publieke debat plus het politieke vertoog draaglijk te maken – en dat zo hopelijk te verbeteren.

Een. Aan cynisme heeft niemand iets. Je klinkt er weliswaar slim door, maar het is de dood in de pot. Je stelt zo vooral je eigen mening voorop en getuigt van dedain jegens anderen, terwijl luisteren stukken verstandiger is, en de ander serieus nemen altijd onontbeerlijk is.

Twee. Laten we ophouden te denken dat alles twee kanten heeft: dat is niet zo. Terwijl je serieus kunt debatteren welk beleid helpt de klimaatcrisis tegen te gaan (maar we juist dat akelig weinig doen), is ontkennen dat we met een crisis kampen geen zinvol uitgangspunt meer. Een fiks deel van Australië staat al maanden in de hens, de temperaturen stijgen overal, het poolijs kalft harder af dan verwacht, de CO2-uitstoot blijft wereldwijd toenemen.

Onder wetenschappers is het debat allang beslecht: wij mensen zijn er verantwoordelijk voor. Wie dan toch mensen aan het woord laat die de klimaatcrisis ontkennen, kan zich niet beroepen op evenwicht, of op neutraliteit. Waarom zou je mensen het woord geven die zich op kwakwetenschap beroepen? Als 99 procent van de wetenschappers het na een vrij rigoureus debat eens zijn, vormt die afwijkende 1 procent geen representatieve stem.

Tekorten sociaal domein

Veel verbazing zal het niet veroorzaken, dit bericht:

‘Er is een gevaarlijk gebrek aan plaatsen voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Teveel mensen met een ernstige psychische aandoening staan op eindeloze wachtlijsten voor beschermd en begeleid wonen’, stellen de RIBW Alliantie en Federatie Opvang in hun brief aan de Kamer. ‘Woningcorporaties signaleren dat mensen met ggz problematiek onvoldoende hulp krijgen om zich als goed huurder waar te maken. Er is een onvoorstelbare toename van het aantal dakloze mensen, in tijden waarin miljarden euro’s op de rijksbegroting overblijven.’

Het Rijk verwaarloost doelbewust de Nederlandse volkshuisvesting

Er is jaren onvrede over de verhuurdersheffing die de woningcorporaties krijgen opgelegd van de overheid. Cody Hochstenbach, stadsgeograaf van Amsterdam en postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dat de regering doelbewust de volkshuisvesting om zeep helpt. Want:

Wie heft er nou belastingen op sociale huurwoningen? Geen land ter wereld doet dat.

Het was ook niet zomaar een crisismaatregel:

De diepe financiële crisis en de misstanden bij woningcorporaties (de kostbare derivatenspeculatie door Vestia voorop) boden enkel de politieke window of opportunity om corporaties af te straffen. De heffing is namelijk geen geïsoleerde maatregel maar onderdeel van een langlopend ideologisch project, gericht op het bevorderen van de markt en het terugdringen van de gereguleerde huursector. Van volkshuisvesting naar woningmarkt.

Foto: Jeroen Kransen (cc)

Sociale menging blijft onmisbaar voor grote steden

ACHTERGROND - Door Matthijs Uyterlinde en Radboud Engbersen.

Met de stille dood van het grotestedenbeleid leek ook de stads- en wijkvernieuwing dood en begraven. Om het leefklimaat in kwetsbare wijken weer op peil te brengen, kunnen gemeenten niet anders dan zelf het initiatief nemen. Verschillende steden doen dat ook. Rotterdam toont zich ambitieus.

In Rotterdam bestaat al sinds de Wederopbouw een sterk geloof in planning, sturing en ordening van het woningbeleid. Veertig jaar lang koos de havenstad vooral voor de bouw van sociale huurwoningen. Inmiddels heeft de havenstad haar focus verlegd en sloopt ze omwille van de ‘balans’ sociale huurwoningen ten behoeve van duurdere huur- en koopwoningen.

Om inhoud te geven aan het beleidsideaal van een evenwichtige stad zonder te grote contrasten tussen (kans)arm en (kans)rijk, zochten beleidsmakers altijd naar manieren om invloed uit te oefenen op de sociale samenstelling van wijken.

In het grotestedenbeleid (1995-2015) was sociale menging het leidende principe achter de fysieke herstructurering van naoorlogse wijken. Anders zou een gedeelde stad te ontstaan, met wijken voor winnaars en wijken voor verliezers.

Sinds de beëindiging van het wijkenbeleid van het Rijk (2015), is het streven naar sociale menging stilzwijgend ingeruild voor het beleidsideaal van de ‘inclusieve wijk’.

Foto: Garry Knight (cc)

Vestiging

COLUMN - De afschaffing van de dividendbelasting gaat niet door, besloot het kabinet gisteren na maandenlang geblunder. Premier Rutte voegde daar gisteren meteen aan toe dat de aldus uitgespaarde twee miljard per jaar alsnog naar het bedrijfsleven zouden gaan. Het ‘vestigingsklimaat’ moet namelijk gestimuleerd, en daar hebben volgens hem alle Nederlanders baat bij.

Ik betwijfel het. Van al het geld dat in het bedrijfsleven omgaat, belandt gaandeweg meer bij de bedrijven, hun top en hun aandeelhouders, terwijl er fors minder naar de werknemers gaat. Over die structureel dalende arbeidsinkomenquote – het deel van de door arbeid toegevoegde waarde dat naar werk gaat, in plaats van naar het kapitaal – maakt zelfs het IMF zich tegenwoordig publiekelijk zorgen. Moet dat bedrijfsleven dan echt nog meer geld worden toegeschoven?

Vorige week verdedigde Wimar Bolthuis zijn proefschrift. Hij vergeleek alle doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s van regeringspartijen met die van hun latere regeerakkoorden. Hij deed een opmerkelijke ontdekking: in alle verkiezingsprogramma’s sinds 1986 kwamen de burgers er steevast beter vanaf dan het bedrijfsleven, maar in de uiteindelijke regeerakkoorden was dat precies andersom. De logica: bedrijven stemmen niet en burgers wel. Tijdens de campagne worden huishoudens gepaaid, maar uiteindelijk worden bedrijven stelselmatig te worden ontzien, en krijgen de burgers de lastenverzwaring.

Vorige Volgende