Als je aan een historicus zou vragen: ‘Wat was nu de krankzinnigste oorlog die we in Europa hebben gehad?’, dan is de kans groot dat hij zou zeggen: ‘De Spaanse Successieoorlog van 1701-1714.’ Tienduizenden zijn er gesneuveld, en waarom? Omdat een paar hoge heren onderling ruzieden over een erfopvolging, ergens. Daarom. Het was overigens voor het laatst dat de Lage Landen een rol van betekenis speelden in Europa. Bij de Vrede van Utrecht in 1713 kregen we er de vesting Venlo bij, en daar hebben we, zoals u weet, nog veel plezier van gehad. Engeland kreeg er Gibraltar, Newfoundland en een stuk van Canada bij. De Zuidelijke Nederlanden gingen over van Spaanse handen naar Oostenrijkse.
Aan deze idioterie deed vanaf 1708 ook mee de heer Johann Heinrich von Weissenburg, hij werd ritmeester (een kapiteinsfunctie) bij de cavallerie in het Nederlandse leger. Hij bleef ook officier bij het leger na die oorlog, in elk geval tot 1730. Na dat jaar hebben we geen teken van leven meer van hem.
Vermoedelijk in 1660 werd hij geboren in Bieswangen, een vlekje in Beieren, vlakbij Weissenburg. Hij nam orgel- en compositielessen, vermoedelijk in Ulm, en vertrok in 1686 naar Leiden, waar hij musicus magistrae (muziekleraar) werd aan de universiteit, hoewel ook dat betwijfelbaar is: zijn naam komt niet voor in de Leidse archieven. Vier jaar later heeft hij deze functie opgegeven. Wat we wél zeker weten is dat zijn pseudoniem luidde: Giovanni Henrico Albicastro. Onder die naam komt hij voor in de google-lijst van Nederlandse componisten.