Alleen op vertrouwen kan je bouwen

van Michiel Nanninga, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling”, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks) Om het leven op onze planeet te behouden is een fundamentele hervorming van onze economie onvermijdelijk. Dit kan alleen als we het vertrouwen in de overheid herstellen. Een sterke overheid die met zelfvertrouwen samenwerkt met haar burgers, is noodzakelijk als we het kapitalisme nog willen keren. Toen Rutger Bregman in 2019 mocht spreken op de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos over het bestrijden van ongelijkheid, had hij zijn relaas grondig voorbereid. Tot afschuw van de organisatie sprak hij de woorden Taxes, taxes, taxes, all the rest is bullshit uit. Dat filantropie ongelijkheid de wereld niet uit gaat helpen, daar heeft hij gelijk in, maar ongelijkheid pak je slechts gedeeltelijk aan met belastingen voor de (super)rijken. Ook belastingen zijn slechts symptoombestrijding als we niets doen aan een compleet uit de rails gelopen wereldeconomie. Een improductieve overheid? Hoe zouden we de economie dan echt anders kunnen inrichten? In mijn zoektocht naar een antwoord stuitte ik op het werk van de Italiaanse econoom Mariana Mazzucato. In haar boek De waarde van alles brengt ze de lezer terug naar de kern van de economie: het creëren van waarde.[1] Hoe je de economie inricht, draait om de vraag wie als productief wordt gezien. Anders gezegd: wie creëert er waarde? Met als vervolgvraag: hoe worden de baten uit deze waarde verdeeld? Op doortastende wijze pluist Mazzucato het huidige economische narratief uit. Namelijk dat het bedrijfsleven als productief wordt gezien en de overheid als improductief. Dat is een ideologische aanname, zonder wetenschappelijk bewijs. En deze aanname heeft verregaande gevolgen. Allereerst wordt door dit narratief de bijdrage van de overheid aan de economie stelselmatig gemarginaliseerd. Ondernemers, start-ups en investeerders worden gezien als grootste bijdragers, want zij helpen de economie vooruit met hun gedurfde innovaties. Daarmee claimen zij ook het leeuwendeel van de opbrengsten die uit hun bedrijf komen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de farmaceutische industrie, waar bedrijven hele brede patenten aanvragen op nieuwe medicijnen, zodat geen enkel ander bedrijf ook maar in de buurt komt van doorontwikkeling. De eerste patentaanvrager kan zo voor een nieuw soort medicijn altijd de hoofdprijs vragen. Maar dit gaat voorbij aan de realiteit van waardeschepping als collectief proces. In werkelijkheid zijn alle activiteiten van een onderneming intensief verweven met besluiten die genomen zijn door gekozen regeringen. Dit geldt in het bijzonder voor innovatie en technologische ontwikkeling, waarbij de overheid zorgt voor goed onderwijs en voor financiële middelen om nieuwe technologieën te ontwikkelen. Ga maar na, zonder de eerste risicovolle investering door overheden zouden veel sectoren er nu anders uitzien of überhaupt niet bestaan. Zonder het door de Amerikaanse overheid ontwikkelende internet geen Google, Uber of Airbnb. Zonder visionaire overheid geen man op de maan, geen touchscreen-technologie en geen zonnepanelen.  Of om een Nederlands voorbeeld uit de jaren zestig te noemen: zonder overheid geen grootschalige aansluiting van huizen op aardgas voor verwarming. De onzekere overheid Innoveren is een proces van vallen en opstaan. In de private sector wordt dat geaccepteerd. Maar helaas worden overheden als er iets misgaat meteen incompetent geacht. Hierdoor krijgen publieke organisaties vaak te horen dat ze geen grote ambities mogen hebben en vooral de concurrentie moeten bevorderen. Het is niet de bedoeling dat zij de markten ‘verstoren’ door al voor te sorteren op specifieke technologieën of sectoren waarin geïnvesteerd moet worden. Daarbij wordt ambtenaren verteld op de achtergrond te blijven, de kosten te minimaliseren en vooral geen vergissingen te maken. Wanneer we niet geloven in het vermogen van de overheid om waarde te scheppen, kan zij dat op een gegeven moment ook niet meer Wanneer de overheid niet langer in haar eigen capaciteiten investeert, wordt ze onzeker over zichzelf. Het ambtelijk apparaat wordt minder bekwaam en de kans op mislukkingen neemt toe. Het wordt dan moeilijker om het bestaan van een specifieke overheidsfunctie te rechtvaardigen, wat tot verdere bezuinigingen of op den duur privatisering leidt. Het gebrek aan geloof in de overheid wordt zo een self-fulfilling prophecy: wanneer we niet geloven in het vermogen van de overheid om waarde te scheppen, kan zij dat op een gegeven moment ook niet meer. En wanneer de overheid wel waarde creëert, wordt die waarde gezien als een succes van de private sector, of blijft deze onopgemerkt. Dit wordt door Noam Chomsky ook wel pakkend omgeschreven als ‘de standaardtechniek van privatisering’: bezuinig, zorg dat dingen niet werken, mensen worden boos, je geeft het in handen van privaat kapitaal.[2] Na tientallen jaren van deze privatiseringslogica is duidelijk dat het publiek in de regel minder transparantie en lagere kwaliteit krijgt, en met private monopolies en hogere kosten geconfronteerd wordt. Dit is het omgekeerde van wat privatisering geacht wordt te bereiken. De maatschappij met 2-0 achter Het resultaat is tweeledig. Door privatisering zijn innovaties, en soms zelfs hele sectoren, weggegeven aan het grootkapitaal van beursgenoteerde bedrijven. De aandeelhouders van die bedrijven teren nu op waarde die mede is gecreëerd door de overheid. Waarde waar ze vaak nauwelijks tot geen belasting over betalen. Maar diezelfde beursgenoteerde bedrijven kloppen wel bij de overheid aan in tijden dat het financieel slecht gaat. Kortgezegd is de socialisatie van de risico’s van investeringen niet gepaard gegaan met de socialisatie van de opbrengsten. Ten tweede heeft de jarenlange onderwaardering een enorme deuk geslagen in het zelfvertrouwen van de overheid. Het is niet genoeg om voor minder waarde-onttrekking en meer waardeschepping te pleiten. Eerst moet ‘waarde’, een begrip dat ooit het middelpunt van het economisch denken was, in ere hersteld en beter begrepen worden. Om dit te bereiken zie ik de volgende drieslag voor me. Allereerst moet ‘de economie’ haar dominante positie verliezen ten opzichte van de rest van de samenleving. Vervolgens moet er een nieuw verhaal over waarden voor in de plaats komen. Beide stappen vergen een dusdanig fundamentele herordening van onze maatschappij dat er als derde een nieuw sociaal contract nodig is om het noodzakelijke onderlinge vertrouwen hiervoor te verkrijgen. Waardeschepping in publieke handen Mazzucato stelt terecht dat publieke instellingen hun rol als dienaren van het maatschappelijk welzijn moeten terugeisen. Ze zouden volgens haar groter moeten denken en een volwaardige rol kunnen opeisen in het sturen op oplossingen voor de grote transities die voor de deur staan. Maar het neoliberale gedachtegoed zit zo geworteld in het denken van regeringen, ambtenaren en politieke partijen, dat je diep moet gaan om de weeffouten uit het politieke proces te halen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inrichting van de Europese Unie (EU). De vrije interne markt binnen de EU is bepalend voor hoe de Nederlandse economie functioneert. Zo is er Europese wetgeving die nationale overheden dwingt om publieke taken uit te besteden aan de particuliere sector. Ook maakt de Europese Commissie zichzelf bij het opstellen van wetgeving vaak te afhankelijk van adviezen van precies die industrieën waarvoor zij wetgeving maakt. En die adviezen zijn, heel voorspelbaar, neoliberaal. Een sector waar dit in doorgeslagen vorm terugkomt, is de huidige digitale infrastructuur. Big Tech – Apple, Amazon, Facebook, Google en Microsoft – vormt er de kern van. Deze techgiganten beheren de producten en de diensten waar gebruikers, bedrijven, sectoren en overheden bijna volledig van afhankelijk zijn. Ondanks deze afhankelijkheid zijn veel overheden dubbel onbekwaam als het gaat om digitale expertise. Dat wil zeggen dat er zo weinig expertise in huis is, dat er zelfs niet genoeg kennis is om externe expertise in te kunnen schakelen. In tegenstelling tot wat ze zelf vaak zeggen, zijn grote bedrijven helemaal niet zo’n voorstander van een echt vrije markt. Je ziet dat heel sterk bij Big Tech: het probeert er alles aan te doen om concurrentie uit te schakelen en monopolies te vestigen. Marleen Stikker, directeur van Waag, stelt terecht dat we onze digitale soevereiniteit kwijt zijn. We kunnen die alleen terugkrijgen door de mens en niet de economie centraal te stellen.[3] Wie in onze samenleving het belang van ‘de economie’ relativeert kan op grote weerstand rekenen Dit betekent wel dat het niet makkelijk zal zijn om veranderingen door te voeren. Het marktdenken zit diep in de bestuurlijke haarvaten van Nederland, uitgevoerd door de markt-marionetten van de VVD. Wie in onze samenleving het belang van ‘de economie’ relativeert kan op grote weerstand rekenen. Herman Wijffels bracht dat al in 2007 onder woorden, toen hij sprak over zijn ervaringen bij de totstandkoming van het regeerakkoord van het kabinet-Balkenende IV. In een kranteninterview zei hij: “Ik heb geprobeerd om het idee erin te krijgen dat de mensen niet ten dienste van de economie staan, maar de economie ten dienste van de mens. En die omkering is me niet gelukt”.[4] Gelukkig is er een stille revolutie gaande. Uit een analyse van onderzoeksbureau BMC blijkt dat het gros van de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s van 2021 vóór een sterke overheid is.[5] Zelfs de VVD is het ermee eens dat marktwerking alleen niet een doel zou moeten zijn in de zorgsector. Opvallend is dat niet alle partijen zich uitlaten over welke producten en diensten voor het vrijemarktmodel minder geschikt zijn. Veel partijprogramma’s geven daarnaast geen duidelijk antwoord op een belangrijke vraag uit de economische theorie over collectieve goederen, namelijk: in welke goederen en diensten moet de overheid voorzien en in welke niet? Om deze vraag te beantwoorden, hebben we een nieuw verhaal nodig. In wat voor maatschappij willen we leven? Breng de ideeën over een ‘zorgende economie’ , een ‘essentiële economie’ en remunicipalisation bij elkaar en je krijgt een nieuwe blik op hoe we onze maatschappij willen inrichten. Het is belangrijk hierbij een wervend verhaal te vertellen, want inhoudelijke voorstellen alleen zijn niet genoeg om ons te verbinden, overtuigen en motiveren. Neem de energietransitie: als we niet snel overstappen op duurzame energiebronnen, stevenen we af op het einde van de planeet en daarmee dus ook op het einde van onszelf. Als er één verhaal bestuurders, beleidsmakers en burgers zou moeten kunnen verbinden, dan is het dit wel. Wat wij de aarde aandoen, doen we uiteindelijk onszelf aan Helaas moet dit verhaal strijden met een veel vertrouwder verhaal, dat van het neoliberalisme. Psychoanalyticus Paul Verhaeghe stelt in zijn boek Identiteit dat ons denken onder het neoliberalisme is gereduceerd tot een overversimpelde kosten-batenanalyse.[6] De huidige negen planetaire clusterfucks, de grenzen van onze aarde, vragen nu juist om een ander narratief. Een ecologische filosofie die draait om de samenhang der dingen. Wat wij de aarde aandoen, doen we uiteindelijk onszelf aan, want wij zijn onderdeel van hetzelfde ecosysteem. Dit nieuwe grote verhaal vraagt om een rigoureuze gedragsverandering van ons allemaal. En dat maakt het eenvoudige verhaal er weer niet eenvoudiger op. Alleen op vertrouwen kan je bouwen Een verhaal zet je verder alleen aan tot bewegen als je de brenger ervan vertrouwt. Neem het verhaal van Kamerlid Pieter Omtzigt: enerzijds oordeelt hij genadeloos over het functioneren van de overheid, anderzijds verwacht hij alle heil van het optreden van diezelfde overheid. Dat wringt. Maar daar heeft hij een antwoord op klaar liggen, namelijk een nieuw sociaal contract. Hij stelt dat er snel een eind moet worden gemaakt aan de gecorrumpeerde en op beeldvorming gerichte bestuurscultuur. Een Haagse cultuur waarin parlement, pers en rechterlijke macht als noodzakelijke tegenmacht feitelijk onklaar gemaakt zijn. Om dit te herstellen, moeten we opnieuw om tafel om de relatie tussen overheid en maatschappij af te spreken en vast te leggen. Laten we om te beginnen glasheldere, directe verantwoordelijkheden bepalen en democratische controle herstellen. Geen schimmige semi-overheid meer: je bent ergens wel van of je bent er niet van. Alleen als deze vertrouwensbasis op orde is, kunnen we verder praten. Zo niet, dan zal er weerstand tegen een sterke overheid blijven of zal deze zelfs kunnen toenemen. En zonder sterke overheid die, met gepast zelfvertrouwen, samenwerkt met haar burgers, geen tegenmacht tegen het huidige kapitalistische systeem. Voetnoten [1] Mariana Mazzucato, De Waarde van Alles. Onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie, Nieuw Amsterdam, 2018 [2] Noam Chomsky, The State-Corporate Complex: A Threat to Freedom and Survival, 7 april 2011 [3] Marleen Stikker, Het internet is stuk. Maar we kunnen het repareren, De Geus, 2019, achterflap [4] Egbert Tellegen, Groene herfst: een halve eeuw milieu, Amsterdam University Press, 2010, p. 256 [5] BMC, Sterkere overheid als ultieme oplossing?, 15 maart 2021 [6] Paul Verhaeghe, Identiteit, De Bezige Bij, 2022 Dit essay van Michiel Nanninga kreeg een eervolle vermelding) bij de Gaia-essaywedstrijd 2022. De zes beste essays zijn gebundeld in het boekje ‘Het kapitalisme voorbij’, verkrijgbaar bij uitgeverij Van Gennep. Ook dit jaar wordt de Gaia-essaywedstrijd georganiseerd. Geïnspireerd op het boek 'Donuteconomie' van Kate Raworth (over een economie die sociale ondergrenzen en planetaire bovengrenzen eerbiedigt) is het thema ‘Hoe ziet jouw ideale donut eruit?’ Inzenden kan tot 25 maart 2023. Alle info bij het Wetenschappelijk bureau Groenlinks Dit artikel verscheen in de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Closing Time | Exhaust

Voor elektronisch artiest Lee Gamble, muziek is politiek. Hij maakte onder meer de driedelige serie Flush Real Pharynx rondom het concept ‘semioblitz’ van schrijver en kritisch denker Mark Fisher (bekend van het pamflet Capitalist Realism: Is There No Alternative?). ‘Semiotic pollution’ noemde Fisher het ook wel, en dat is te horen op het tweede deel in de serie, Exhaust, over “the extreme sensory overload that comes with the oppressive late capitalist system we are forced to inhabit, studded with incessant noise and manipulation.” Deel drie, A Million Pieces Of You, klinkt hoopvoller, alsof Gamble ruimte wil geven aan het alternatief. Fisher besloot zijn pamflet dan ook met de woorden: “From a situation in which nothing can happen, suddenly anything is possible again.”

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: charlene mcbride (cc)

Kunst op Zondag | Kapitalisme en de menselijke factor

Deze week begonnen we aan een serie over kapitalisme. Omdat dat op zijn minst een fikse opknapbeurt nodig heeft, misschien zelfs aan vervanging toe is.

Joseph Beuys verklaarde ooit dat de menselijke creativiteit het ware kapitaal is. In de installatie ‘Das Kapital Raum 1970-1977’ vatte hij zijn ideeën daarover samen.

kapitalisme

En hoe dat dan gaat met een kunstwerk: Erich Marx (geen familie van…), zoon van een fabrieksarbeider en later rijk geworden met een bouwonderneming, kocht het werk van Beuys voor ruim vier miljoen en gaf het in permanente bruikleen aan het Hamburger Bahnhof museum voor modern kunst in Berlijn. In september 2020 overleed deze kunstverzamelaar en in 2022 droeg zijn familie een deel van zijn collectie over aan het museum.

De installatie was gemaakt voor de 1980 biënnale in Venetië en daarna weer opgebouwd in het museum voor moderne kunst in Schaffhausen (Zwitserland). Een en ander met financiële steun van een paar ondernemende kunstverzamelaars. Dat museum ging failliet toen, na jarenlange gerechtelijke procedures, het gedwongen werd het kunstwerk aan die kunstverzamelaars te geven. Die het weer verkochten aan Erich Marx.

Intermezzo: kijk hier naar een gesprekje in 2019 met Erich Marx.

Joseph Beuys sloot zich later aan bij de politieke partij Die Grünen, die in 1998 gefuseerde met Bündnis 90. Deze partij werd in 2021 met 118 zetels de derde grootste partij in de Bondsdag (het Duitse parlement).
In dit filmpje (5 min. 38) werd hij (in 1980) doorgezaagd over de haalbaarheid van een ander politiek denken over kapitaal.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (3): Oordelen

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

We hebben gisteren gezien dat Aristoteles meende dat mensen denken in categorieën als substantie, kwantiteit, kwaliteit, plaats en tijd. Hij hield het echter niet bij ordening. Hij was ook benieuwd naar de manier waarop we de begrippen, klassen en categorieën hanteren.

Aristoteles stelde daarbij dat alles wat wij ‘denken’ noemen eigenlijk neerkomt op het met elkaar verbinden van begrippen. We kunnen bijvoorbeeld het begrip kat verbinden met het begrip zwart. Zo’n verbinding noemt Aristoteles een oordeel.


Een oordeel kan verschillende vormen hebben. Het kan positief of negatief zijn, bevestigend of ontkennend: de kat is zwart (positief) of de kat is niet zwart (negatief). Daarnaast kan een oordeel meer of minder algemeen zijn: alle katten (algemeen) zijn zwart, sommige katten (minder algemeen) zijn zwart, of deze kat (specifiek) is zwart.

Tot slot kan een oordeel noodzakelijk zijn, of alleen maar een mogelijkheid aangeven: deze kat is zwart (noodzakelijk), of deze kat kan zwart zijn (mogelijk).

En nu wordt het leuk. We kunnen met deze elementen algemene formules opstellen, en dan kijken of die formules geldig zijn of niet. De bekendste van die formules is de volgende.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | Jaar van de boemerang

Al die crisissen, iemand al op de gedachte gekomen dat we zo langzamerhand in het jaar van de boemerang terecht zijn gekomen? Het ene rapport na het andere bewijzen het. De ‘resultaten’ van jarenlang neoliberale kapitalisme komen hard aan.

‘Year of tha Boomerang’ van Rage Against the Machine verwijst naar Jean-Paul Sartre. In een voorwoord van boek ‘De verworpenen der aarde’(Les Damnés de la Terre; The Wretched of the Earth) van Frantz Fanon.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

De markt is wat de markt niet is

ESSAY - van Paul Teule, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Bijna alle politieke partijen willen ‘de vrije markt’ beteugelen door een sterke(re) overheid. De toenemende ongelijkheid, de overmacht van Big Tech, de klimaatcrisis – er is grote consensus dat ‘de markt’ te veel vrij spel heeft gekregen en tot steeds meer uitwassen leidt. Echter, het pleidooi voor ‘minder markt’ en dus ‘meer staat’ versterkt het problematische frame dat economie en overheid in een nulsomspel verwikkeld zijn. Een frame waar sociaal-liberalen zich niet in moeten laten vangen.

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen tekende zich een opvallende politieke consensus af: van links tot rechts zijn markten en het (multinationale) bedrijfsleven de kop van Jut en wordt de overheid op het schild gehesen. De hoogleraren Rutger Claassen en Kees Cools, die in het economenblad ESB de verkiezingsprogramma’s naast elkaar legden, verbaasden zich over deze plotse, onaangekondigde omslag. ‘Blijkbaar hebben al langer lopende zorgen over klimaat, ongelijkheid, machtsconcentraties en dergelijke zich opgehoopt, en resulteren ze nu in een collectieve heroverweging.’

Of er na de verkiezingen ook concrete plannen in een regeerakkoord gaan komen, is de vraag omdat verschillende partijen verschillende ingrepen bepleiten. Vooral D66 en VVD, constateren Claassen en Cools, zetten in op een sterkere marktmeester voor meer mededinging; D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie doen voorstellen om bedrijven verplicht bredere verantwoordelijkheid te nemen. Voorstellen voor eerlijke prijzen vind je vooral bij D66 en ChristenUnie; de maatschappelijke onderneming bij D66, ChristenUnie en CDA. De auteurs missen een diepere, integrale aanpak en de vraag is – ook omdat de markt traditioneel het domein van liberalen is, en omdat D66 de meeste hervormingsvoorstellen lijkt te doen – wat de onderliggende sociaal-liberale analyse is.

Closing Time | Danielle Ponder

Danielle Ponder is echt een held. Ik kwam haar op het spoor door de serie Truth be Told (over een true crime podcaster die elk seizoen haar tanden in een zaak zet en die uiteindelijk (mede) oplost).

Ze groeide op in Rochester (NY), niet ver van de Canadese grens, in een groot gezin met een vader die pastor was. Als kind al muzikaal, op haar 16e zat ze in een familieband. Al zal dat vooral gospel geweest zijn, want thuis mocht van pa geen “seculiere” muziek worden geluisterd, laat staan gemaakt. Toch koos ze voor een carrière als advocaat, nadat haar broer 20 jaar cel kreeg vanwege de “three-strikes”-wet. Als public defender stelde ze zich in dienst van de gemeenschap. Ondertussen speelde ze nog steeds regelmatig met een band – pa was inmiddels ook wat losser in zijn christelijke muziekmoraal geworden – en trad ook op. Zelfs in Europa, even een tourtje in het weekend, om maandag weer in de rechtbank te staan.

Quote du Jour | Conclusies hard binnengekomen

De conclusies van de parlementaire enquêtecommissie over de gevolgen van de gaswinning in Groningen zijn “hard binnengekomen” bij premier Mark Rutte. Dat zei hij vrijdag op zijn wekelijkse persconferentie.

Obligate woorden van onze premier. Als eindverantwoordelijke voor het regeringsbeleid van de afgelopen 4517 dagen was hij op de hoogte van de situatie in Groningen. Er is immers vaak genoeg over gesproken in de ministerraad en het is vaak genoeg in de media en het publieke debat aan de orde geweest.

Quote du Jour | Niet goed genoeg geluisterd

De betrokken partijen, ook Shell, hebben niet goed genoeg geluisterd naar de mensen in Groningen toen zij hun zorgen uitten over de schades aan hun huizen en over de veiligheidsrisico’s van de gaswinning. Er is decennialang te weinig geïnvesteerd in de leefbaarheid en economie van het Noorden. Wij hebben hier als bedrijf belangrijke lessen te leren.

Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland, reageerde gisteren op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de gaswinning in Groningen. Ooit begon ik hier op Sargasso het dossier “Aardbevingen in Groningen”. Destijds, 8 januari 2014, was al lang en breed bekend dat de aardbevingen in Groningen een gevolg waren van de gaswinning. Met een goed gevuld arsenaal aan smoezen werden de Groningers toegang tot een rechtmatige schadevergoeding onthouden.

Closing Time | Shoplifters Of The World Unite

Let op: als je op Twitter zegt dat winkeldiefstal bij de Albert Heijn goed en moreel is dan kun je in Nederland (of in elk geval Rotterdam) de politie aan je deur krijgen die je “adviezen” geeft over wat je beter wel en niet kunt zeggen op social media. Misschien dat Morrissey geen zin had in gezeik van mensen die het verschil tussen systeemkritiek en opruiing niet snappen en daarom over het nummer ‘Shoplifters Of The World Unite’ (1987) toelichtte dat “[it does] not literally mean picking up a loaf of bread or a watch and sticking it in your coat pocket. It’s more or less spiritual shoplifting, cultural shoplifting, taking things and using them to your own advantage.” Maar zo’n slogan leent zich natuurlijk ook ontzettend goed voor kritische stukken over het kapitalisme – bijvoorbeeld hier van Slavoj Zizek over de rellen en plunderingen in Britse steden in 2011 en dit artikel van Seth Weeler dat serieus ingaat op de vraag hoe zo’n winkeldievengilde vorm zou kunnen krijgen. En laten we ook vooral niet vergeten dat “the origins of industrial capitalism itself are predicated on theft and trickery,” nietwaar?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende