1911 Roelof Antoon Sigrist was afgekeurd als matroos. Boos als hij daarover was wilde hij zich wreken op het rijk en bewerkte Rembrandts ‘Nachtwacht’ met een mes.
1975 ‘De Nachtwacht’ werd weer bewerkt, nu met een broodmes.
1978 In het Van Goghmuseum werd in één maand tijd tot tweemaal toe werk van Van Gogh besneden. ‘La Berceuse’ en ‘Zelfportret met grijze hoed’.
1986 Gerard Jan van Bladeren bewerkte Barrett Newmans ‘Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III’ met een mes.
1989 Een man wil aandacht voor zijn moeilijke situatie en snijdt in het portret van prinses Maria Henriette Stuart, geschilderd door Bartholomeus van der Helst.
1990 ‘De Nachtwacht’ is weer de klos en werd besproeid met zwavelzuur.
1996 In het Stedelijk Museum spuit Alexander Brener een groen dollarteken op het schilderij ‘Suprematisme 1920-1927’ van Kazimir Malevich.
1997 Van Bladeren doet het nog een keer. Hij bewerkt ‘Cathedra’ van Barrett Newman met een stanleymes.
1999 Dezelfde man die in 1990 ‘De Nachtwacht’ met zwavelzuur bespoot, takeldet in het Stedelijk Museum Picasso’s ‘Femme nue devant le jardin’ met een aardappelschilmesje toe.
2006 Hans-Joachim Bohlmann spoot aanstekerbenzine op “Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Munster’ van Bartholomeus van der Helst. Voor hij het doek ook in brand kon steken werd hij overmeesterd.
U ziet: publieksparticipatie in musea is van vandaag én gisteren. Maar hoe moet al die ‘toegevoegde kunst’ begrepen worden? We weten vaak niet meer dan wat er in de media over is verschenen. En dat komt in bijna alle hierboven genoemde gevallen neer op ‘verwarde mensen’ met een ‘psychiatrisch rugzakje’. Maar heeft niet elke ‘destructieve toe-eigening zo zijn eigen dynamische levensverhaal?’, vraagt kunstenaar Albert Westerhoff zich af in zijn podcastserie ‘Destructie als Discours’:
Bij elke ingreep vraag je je als toeschouwer af: Is het werk nu meer of minder waard? Moeten we de actie be-oordelen of ver-oordelen? En kunnen we inmiddels naast impressionisme, kubisme, expressionisme et cetera, ook spreken van een nieuwe stroming: vandalisme?
In negen episodes behandelt Westerhoff telkens één voorbeeld van ‘Artistiek Vandalisme’, in een poging ‘grip te krijgen op het fenomeen, en de overwegingen die eraan ten grondslag liggen’.
In de podcastserie gaat het uitsluitend om doelbewuste, soms zelfs vooropgezette acties uitgevoerd door kunstenaars. Van Robert Rauschenberg die een werk van Willem de Kooning vrijwel volledig uitgumt (Robert Rauschenberg – Erased De Kooning Drawing, 1953) tot performancekunstenaar Alexander Brener die een werk van Kazimir Malevich van een groen dollarteken voorzag.
Van kunstenares Rindy Sam, die een kus aanbracht op een wit monochroom werk van Cy Twombly tot Maarten Baas die originele designklassiekers verbrandde voor zijn serie ‘Smoke’.
Twee afleveringen gaan over Gerard Jan van Bladeren, die tot tweemaal toe werk van Barnett Newman in het Stedelijk Museum aanpakte. Albert Westerhoff sprak er onder andere over met Barbara Visser, bekend van de documentaire ‘The End of Fear’ over de controversieel geachte restauratie van Barrett Newmans ‘Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III’, nadat Van Bladeren zijn mes er op had losgelaten.
Albert Westerhoff over deze afleveringen:
Mijn onderzoek onthult niet eerder gepubliceerde teksten over en door Van Bladeren, wat een ontluisterend inzicht geeft in zijn overwegingen.
De gehele podcastserie, met alle negen episodes, vind je hier. Voor vandaag, in Kunst op Zondag, kun je luisteren naar deel 6 en 7: Spanning om te snijden – A (Barnett Newman v.s. G.J. van Bladeren).
Prettige zondag!