De Chinese president Xi Jinping waarschuwt dat kunstenaars niet de slaven van de markt moeten worden en meer om de stank van geld geven, dan om de ware socialistische waarden, vaderlandsliefde en de juiste visie op China’s geschiedenis. Kondigt Xi Jinping een nieuwe culturele revolutie aan?
Tja, dat krijg je als expansieve economische macht. Groeien en bloeien om China welvarend te maken is één ding, maar daar wil elke Chinees wel een graantje van meepikken. Ook in niet materiële zin. En als kunsthandelaren uit het “vrije” Westen ineens de Chinezen ontdekken, dan bestaat natuurlijk de kans dat Chinese kunstenaars zich richten op de Westerse decadentie en dat ook in hun werk willen tonen.
Sinds de tachtiger jaren zijn kunstenaars in China redelijk vrij in wat ze kunnen (mogen) maken. In de grote steden Beijing en Sjanghai zijn veel kunstenaarscollectieven en bij toeristen inmiddels bekende kunstwijken.
Kritiek op de staat is nog steeds taboe en het moet niet al te pervers zijn. Sommige kunstenaars vonden de restricties te groot en weken uit naar het buitenland, anderen zijn gebleven en maken desalniettemin spraakmakende kunst, die ook nog eens goed verkoopt in het Westen.
Meer over hedendaagse Chinese kunst hier en hier en laten we nu eens kijken waar president Xi Jinping zich nu zo aan stoort.
“Little thought” van de naar Nederland uitgeweken Qiangli Liang.
De “Feniks” van Xu Bing, die na de repressie na het Tienanmen-protest uitweek naar Amerika, maar inmiddels in China terug is als directeur van de Centrale Kunstacademie.
“Sense of Space – Wake” van de internationaal beroemd geworden Gao Brothers, die in Beijing’s 798 Art Zone wonen en werken.
Weer andere broertjes, de Luo Brothers, hebben het in hun werk vooral over de confrontatie tussen het Verre Oosten en het ‘decadente’ Westen.
Wang Guangyi deed iets soortelijks ‘Great Criticism’-series, waarmee hij wilde aangeven dat politiek en commerciële propaganda allebei vormen van ‘brainwashing’ zijn.
“Pelgrimage’ is een sculptuur van Zhang Huan. Het beeld verwijst naar zijn performance in 1998. Hij lag zo’n tien minuten naakt op een blok ijs. Het stond symbool voor hoe hij met New York wilde kennismaken (‘ik wil de stad voelen zoals ik het ijs voel’).
Performances en het liefst waarbij akelig wordt geleden zijn het handelsmerk van He Yunchang. We laten het hier niet zien maar klik door als je wilt meemaken hoe hij zonder verdoving een rib uit zijn lijf laat snijden. Met zijn ‘One meter democracy’ wilde He Yunchang de spanning tussen individu en de staat uitdrukken.
‘Dot’ van Mu Boyan uit zijn ‘Fatty’-series.
Zhang Xiaogang – Big Family.
China heeft sinds 2012 een staatsmuseum voor moderne kunst, de Power Station of Art. Momenteel loopt er een tentoonstelling van Cai Guo-Qiang die de wereldwijde milieuproblemen aan de orde stelt. Hij liet een ark met dieren bij het museum aanmeren, daarmee De vervuiling van China’s rivieren symboliseerde hij door een ark met dieren bij het museum aan te laten meren.
Cai Guo-Qiang kennen we nog uit de vuurwerk-aflevering van kunst op Zondag. Het is wel wat meerkwaardig dat zijn zorgen om het milieu blijkbaar niet de luchtvervuiling aangaan die zijn vuurwerk veroorzaakt. Bij de opening van de tentoonstelling ontstak Cai Guo-Qiang het opus ‘Elegy’.
Volgens Zhang Dali leveren de Chinezen die van het platteland naar de steden trokken om hun brood te verdioenen met de opbouw van de expansieve steden de belangrijkste bijdrage aan China’s economische opmars. In “Chinese Offspring” hangen ze onzeker over hun leven.
Tentoonstellingen over Chinese hedendaagse kunst in Rotterdam en in Amersfoort.
Reacties (1)
Zhang Huan, sculptuur ooit gezien in Watou. Claustrofobische aanrakingen.
http://www.zhanghuan.com/ShowWorkContent.asp?id=60&iParentID=31&mid=2