Gisteren registreerde de Kiesraad twee nieuwe politieke partijen: ‘Nieuw Sociaal Contract’ van Pieter Omtzigt en ‘Algemene Politieke Partij Nederland’. De laatste was ook in 2020 geregistreerd, maar werd na maart 2021 geschrapt omdat geen geldige kandidatenlijst werd ingediend.
Daarmee is het aantal registraties gestegen van 51 naar 53 partijen. Lang niet alle geregistreerde partijen zullen in november meedoen aan de verkiezingen. Pas na 9 oktober zullen weten welke partijen kandidatenlijsten hebben ingeleverd. Het lijkt er wel op dat we dit jaar een wat overzichtelijker stembiljet krijgen dan bij de verkiezingen van 2021.
Levendige, versplinterde democratie
Afsplitsingen van politieke partijen die in de Tweede Kamer zitten, vormen één oorzaak van versplintering van het politieke speelveld. Een andere bijdrage aan de versplintering komen dan de talloze nieuwe partijen die bij verkiezingen een gooi naar Kamerzetels doen.
Voor een deel zijn dat afsplitsers die als nieuwe partij meedoen (bijvoorbeeld Pieter Omtzigt), een ander deel bestaat uit nieuwe initiatieven. Die het soms wel een aantal verkiezingen achter elkaar weten vol te houden (o.a. Piratenpartij en Jezus Leeft). De vorige verkiezingen (2021) kende een record aan ‘nieuwe’ partijen: 65% van de partijen op het stembiljet was nieuw, in de zin van ‘niet eerder zetels gehaald’.
Uiteindelijk valt het nog mee (of tegen?) hoeveel daarvan daadwerkelijk zetels halen.
Ze dragen dus niet erg bij aan versplintering van de Tweede Kamer zelf. Ze kunnen wel bijdragen aan overvolle verkiezingsborden, drukke verkiezingsmarkten en onoverzichtelijke stembiljetten. Ofwel: een levendige, maar versplinterde democratie.
In dit artikel lieten we zien dat afsplitsingen voor het grootste deel van politiek conservatieve signatuur zijn.
In totaal viel er bij rechtse fracties 67% splitsingen te betreuren. De linkerflank haalde dat bij lange na niet en bleef steken op een 20% afsplitsingen. (De middengroepen 6%, de ongedefinieerden 7%).
Conservatieve ‘vernieuwingsdrang’
Ook bij het totaal aan nieuw deelnemende partijen slaat de balans uit naar de conservatieve hoek. Van alle ‘nieuwe partijen’ (206) bij Tweede Kamerverkiezingen van 1948 tot en met 2021 bleek 43% van conservatieve huize en 28% van progressieve snit.
Op een enkele uitzondering na is dat bij alle verkiezingen altijd zo geweest.
In 1986 (einde reguliere zittingsduur kabinet Lubbers I) en 1989 (val van kabinet Lubbers II) waren er meer nieuwe progressieve deelnemers dan conservatieve. Vooral 1989 was een uitschieter met negen nieuwe progressieve initiatieven tegen slechts één conservatieve. Een reactie op een beleid van (onder andere) bezuinigingen, privatisering van staatsbedrijven en reorganisatie van de financiering van sociale zekerheid en studiefinanciering.
We gaan er nu geen diepgaande analyses op los laten waarom juist in conservatieve hoek zo vaak nieuwe partijen ontstaan, maar mocht u na de komende verkiezingen minder versplintering willen, neem dan dit aspect ook mee in uw overwegingen.
Reacties (4)
Wat is eigenlijk het punt wat je wilt maken met deze serie? Aan de rechterkant is sinds de lpf de boel daar opentrok nu eenmaal de meeste populistische reuring geweest. De woordspeling in de titel is in dat verband nogal suggestief. Ik ben helemaal voor een betoog om wat te doen tegen al die kleine kamer fracties die alleen maar ruimte en tijd in nemen en er verder niet toe doen maar waarom moet dat in een links/rechts context geplaatst worden. Wat schiet je daar nu mee op?
Op welke criteria deel je de benoemde categorieën eigenlijk in? Welke partij zit dan waar in je betoog? Lees ik ergens overheen? Ik krijg bijvoorbeeld de indruk dat NSC als rechts wordt ingeschaald maar dat is nog maar de vraag. Het grondslagen betoog bevat een aantal sociale punten dat doet vermoeden dat ze fiscaal flink links van het huidige cda zitten.
Mijn punt is dat
A) versplintering van alle tijden en van alle politieke signatuur is. Of dat goed of slecht is, daar ben ik nog niet uit.
Het is goed dat er altijd mensen en clubjes zi9jn die menen nieuwe input in de politiek te kunnen betekenen. Het is ook goed dat er meer diversiteit is in plaats van twee of drie grote machtsblokken.
Het is slecht dat, binnen het stelsel, kleinere partrijen veel minder slagkracht hebben dan de grotere.
B) Ander punt is: afsplitsingen en nieuwe partijen zijn van alle soorten politiek signatuur, maar het grootste deel van wat versplintering wordt genoemd komt van conservatieve partijen. Je noemt de LPF al, maar eerder kwam het ook al voor. Voor zover er uit die hoek kritiek komt op splinterpartijen, dan heeft men daar wel wat boter op het hoofd.
C) De kwalificaties van wat conservatieve, progressieve, midden en one issuepartijen zijn heb ik ontleend aan wat in wat te vinden is in bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. De ‘nieuwe partijen'(d.w.z. de partijen die voor het eerst aan verkiezingen meededen) haalde ik uit de verkiezingsuitslagen die bij de Kiesraad te vinden zijn.
je indruk dat NSC (Omtxigt) als rechts wordt ingeschaald is onjuist, althans, ik heb dat als een middenpartij genoteerd. Maar misschien bedoel je dat andere bronnen deze partij als rechts kwalificeren?
A) Die machtsblokken zijn er evengoed, meer of minder 1/2/3 pitters gaan daar niets aan veranderen. We zitten nu eenmaal in een stelsel waar meerderheidsbesluiten worden genomen. Ze krijgen pas invloed als ze groot worden. Meestal indirect doordat de traditionele machtsblokken gaan schuiven en de nieuwe splinters als een nachtkaars uitdoven. Terecht overigens, zolang ze klein zijn heeft een overgrote meerderheid besloten dat zij hen niet vertegenwoordigen.
Je geeft zelf al aan dat splinters van alle tijden en stromingen zijn, Het verschil in aantallen is nietszeggend klein en ik lees nergens waarom het er iets toe zou doen. Nogmaals waarom presenteer je dat in links/rechts context, wat schiet je daar nu mee op?
B) Boter op je hoofd is een vereiste om politiek te kunnen overleven links,rechts en in het midden. Wordt er rechts meer geklaagd over versplintering dan links? Is dat dan de reden van je betoog? Waarom zou je dan boter op je hoofd hebben? Je kan volgens mij een splinter vormen en dan van mening zijn dat al die splinters ook maar gedoe is.
Het voorstel van volt en cu (links/rechts/midden?) om op te schalen naar 250 kamerleden kan je ook zien als klagen want ik krijg de indruk dat dit vooral is ingegeven doordat kleine fracties bezwijken onder de werkdruk omdat ze weinig mensen hebben. Wat me direct bij een ander probleem brengt, wat is de definitie van splinter hier? Ben je ook een splinter als je zoals volt onafhankelijk een nieuwe boom plant of alleen als je van een grotere houtpartij bent afgehakt en dan als nieuwe partij verder gaat.
C) Ik zie een lijst met partijen maar vindt nergens een indeling of kwalificatie wat links rechts of midden is. Met zulke kleine verschillen is dat belangrijk want een iets andere definitie kan meteen leiden tot een andere uitslag. Als dat er wat toe doet, want dat is me nog niet duidelijk.
A)
Dat is niet (meer) waar. De invloed bestaat er o.a. hieruit: hoe meer partijen in de Kamer (ook al zijn dat kleintjes), hoe moeilijker het is een coalitie te vormen die berust op een stevige meerderheid van meer dan 80 zetels.
Dat is de laatste zes verkiezingen niet meer voorgekomen. Dar gaat goed zolang coalitiepartners loyaal aan elkaar blijven en niet al te streng op hun principes blijven leunen. Verder is het goed dat een coalitie iets meer rekening moet houden met (een deel van) de oppositie. 3-pitters als SGP, JA21 en DENK legden toch dat extra grammetje gewicht in de schaal die nodig was voor overtuigende meerderheden bij wetsvoorstellen.
Het is al jaren een fortuynlijke traditie (geworteld in wiegeliaanse retoriek) om links de schuld te geven van zo goed als alles wat verkeerd zou zijn. De rommel waar ons land mee opgezadeld zit, blijkt steeds vaker juist niet van links te komen. Voor wie een hekel heeft aan versplintering: ook die rommel komt, op een enkele uitzondering na, uit de rechterhoek.
Ik ben overigens geneigd het eens te zijn met deze conclusie op Parlement.com (zie daar onder punt 5): “Het problematische aan versplintering is vooral het onvermogen van alle partijen om goed samen te werken. Dat kiezers meer keuze hebben is in theorie voornamelijk een teken van een gezonde democratie.”
B) De reden van mijn betoog is niet dat er hier of daar meer geklaagd wordt over versplintering. Zie A) over waar de rommel vandaan komt.
C)
Zo’n lijst hen ik ook nergens (nog?) kunnen vonden, dus heb ik in het bestand van DNPP de info partij voor partij bekeken. Wat geen straf is want zo kon je ook nog aardige weetjes tegen.