De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Grenzen trekken
COLUMN - Het blijft lastig, als het om de uitingsvrijheid gaat.
Ian Buruma, de onfortuinlijke hoofdredacteur van de The New York Review of Books, zag zich al na korte tijd gedwongen ontslag te nemen nadat hij een artikel had geplaatst van een man die beschreef hoe hij door een #MeToo affaire plots als paria werd behandeld. Voor veel lezers bleek het een brug te ver om deze paria een podium te geven. Bij zijn aftreden schreef Buruma een commentaar en daarin maakte hij het onderscheid tussen insult (belediging) en offense (aanstoot).
Het eerste is bewust, het tweede afhankelijk van de ontvanger. ‘Aanstoot wordt genomen, belediging uitgedeeld.’ Aanstoot geven moet kunnen, beledigen is een moedwillige poging om iemand kwaad te doen en dat gaat volgens Buruma over de grens. Coen van de Ven schrijft er over in De Groene. Hij levert terecht kritiek op het besluit van de The New York Times om, na alle ophef over een spotprent van Trump met een keppeltje achter een blindengeleidehond met davidster die de Israëlische premier Netanyahu moet voorstellen, nu maar helemaal geen cartoons meer te plaatsen. Redactionele luiheid, vindt hij. Cartoons moeten het hebben van scherpte, ze zullen altijd wel bij iemand voor aanstoot zorgen. En hij citeert cartoonist Joep Bertrams: ‘Door volledig te stoppen met het genre zeg je eigenlijk: ik heb geen zin in dat gehannes’.
De burgerwacht komt er aan
COLUMN - Minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, beantwoordde gisteren Kamervragen (ingediend 19 april jl.) van het lid Van Nispen over het uitbreiden van burgeropsporing en het aanleveren van complete dossiers aan de politie en het openbaar ministerie. Dat gaat zo….
Eerst krijgt het geachte lid een veeg uit de pan: leuk die vragen van u, naar aanleiding van een krantenartikeltje in het AD, maar u had natuurlijk kunnen weten dat het er aan zat te komen. Ik heb toen geen vragen van u ontvangen….
Of in de woorden van de minister:
De ‘ontwikkelagenda Opsporing’ die ik bij brief van 14 november 2018 aan uw Kamer heb gestuurd, kondigt aan dat geëxperimenteerd gaat worden met pilots en proeftuinen op betrokkenheid van burgers bij de opsporing. Het voornemen van het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland en van de politie past binnen de kaders van deze ontwikkelagenda.
Uit de verdere beantwoording blijkt dat de minister prima op de hoogte is van wat er in de samenleving speelt en bepaalde trends tot praktijk wenst te ontwikkelen:
De politie en het OM zien een toename van burgerinitiatieven op het gebied van onderzoek naar mogelijk strafbare feiten. Burgers zijn, bijvoorbeeld door nieuwe technologieën, meer en meer in staat om zelf onderzoekshandelingen te verrichten. Ook zien we dat burgers een sterke behoefte hebben om zelf bij te dragen aan de aanpak van misstanden.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Franse journalisten onder druk gezet door geheime dienst
ELDERS - Frankrijk is op weg naar een autoritaire staat.
Acht journalisten in totaal zijn vorige maand door de Franse geheime dienst opgeroepen voor verhoor vanwege publicatie van gevoelige informatie. De journalisten Geoffrey Livolsi en Mathias Destal van de onafhankelijke nieuwssite Disclose en Benoît Collombat van Radio France kregen te horen dat ze mogelijk vervolgd worden voor hun onthullingen over geheime wapenleveranties aan Saoedi-Arabië. De regering probeert hen zo te dwingen om hun bronnen prijs te geven.De journalisten hebben geweigerd de vragen van de geheime dienst te beantwoorden. Ze zien dit onderzoek als een aanval op de persvrijheid. Naast hen zijn ook journalisten van Le Monde en het tv-programma Quotidien verhoord voor andere zaken. Volgens Reporters Sans Frontières is deze intimidatiepoging van de autoriteiten bedoeld om onderzoeksjournalisten af te schrikken zaken te publiceren die burgers behoren te weten.
De groene Europarlementariërs Yannick Jadot en Sven Giegold hebben gezamenlijk opgeroepen de wapenleveranties aan Saoedi-Arabië in overeenstemming met eerdere uitspraken van het Europarlement te stoppen en de persvrijheid te respecteren. In Frankrijk heeft president Macron eerder verklaard dat de wapens die Frankrijk levert niet ingezet zouden worden in de oorlog van de Saoedi’s in Jemen. Zijn eigen geheime dienst heeft echter vastgesteld dat dit wel het geval is. En de onthulling daarvan heeft geleid tot het onderzoek van de dienst waarin de journalisten zijn verhoord.
Wat wil de Amerikaanse overheid van Chelsea Manning?
ANALYSE - Chelsea Manning (links op de foto) zit opnieuw achter slot en grendel omdat ze niet wil getuigen voor een Grand Jury. Haar principiële weigering steekt een spaak in het wiel van de beoogde vervolging van Julian Assange.
Chelsea, voorheen Bradley, Manning was tot 2010 een data-analist in het Amerikaanse leger, werkzaam in Irak. In 2010 lekte ze honderdduizenden diplomatieke en militaire documenten aan klokkenluiderswebsite WikiLeaks uit verontwaardiging over het gebrek aan moreel besef dat ze aantrof in het handelen van het Amerikaanse leger. Een van de bekendste documenten die in de openbaarheid kwam was een video waarop te zien is dat onschuldige burgers vanuit een helicopter rücksichtslos worden neergeschoten.
Over haar toenmalige motieven zei ze:
….. toen ik in Irak zat en dagelijks de geheime militaire rapporten las begon ik te twijfelen aan het morele karakter van waar we mee bezig waren. Rond deze tijd realiseerde ik me dat we bij onze pogingen om het hoofd te bieden aan het risiko dat de vijand voor ons oplevert onze menselijkheid zijn kwijtgeraakt. We hebben er bewust voor gekozen om zowel in Irak als in Afghanistan het menselijk leven zonder waarde te verklaren. Als we onschuldige burgers doodden kozen we ervoor om, in plaats van de verantwoordelijkheid voor ons gedrag te accepteren, alles te verbergen achter het gordijn van de nationale veiligheid en de geheime inlichtingen om publieke aansprakelijkheid te ontlopen.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Doet Belastingdienst aan etnisch profileren?
De Autoriteit Persoonsgegevens doet onderzoek naar mogelijk etnisch profileren door de Belastingdienst. De fiscus bezit gegevens over de tweede nationaliteit van mensen en gebruikt die om te bepalen wie er gecontroleerd wordt bij de kinderopvangtoeslag, blijkt uit onderzoek van Trouw en RTL Nieuws.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zegt dat het in bijna alle gevallen verboden is om bijzondere gegevens omtrent ras en etniciteit vast te leggen of te verwerken.
Eer = morele reputatie
In deze reeks van artikelen nemen we begrippen onder de loep die gebruikt worden in het discours over migranten in Nederland, en met name over eergerelateerd geweld. Die termen zijn bijna allemaal erg vaag. Dit heeft grote gevolgen die we onder ogen moeten zien.
In de eerste bijdragen over de consequenties voor hulpverlening, het werken met lijsten in plaats van onderzoek te doen, de meerdere definities, het probleem van lukraak ingevoerde nieuwe termen (zoals Schadelijke Traditionele Praktijken) en een voorstel om dezelfde eer voor iedereen te hanteren, beschreef ik welke problemen er zijn met de termen cultuur, eer, eergerelateerd geweld.
Het label ‘eergerelateerd’ komt via de lijstjes bijna uitsluitend terecht bij burgers met een niet-westerse migratie-achtergrond en heeft voor hen enorme juridische, sociale en emotionele gevolgen, waartegen ze zich nauwelijks kunnen weren.
Eer: morele reputatie
Met de lijstjes wordt de deur naar verboden willekeur in de omgang met mensen uit minderheidsgroepen ver opengezet. Ik stel daarom voor te stoppen met het gebruik van de lijstjes.
In plaats daarvan kunnen we de algemene betekenis van eer gebruiken die al gangbaar is in ons eigen taalgebruik en dat van de Verenigde Naties: bij eer gaat het altijd om morele reputatie.
Geen 838 duizend, maar 558 duizend buitenlandse werknemers in Nederland
ANALYSE - In 2017 werden ruim 838 duizend banen vervuld door buitenlandse werknemers’, berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op 4 april jl. Dit bericht verraste ons, omdat wij op basis van cijfers van datzelfde CBS niet verder kwamen dan 558 duizend banen voor vreemdelingen. Een verschil van 280 duizend! Hoe was dat mogelijk?
Een vergelijking van de definities van de CBS-tabel die wij geraadpleegd hadden en de tabel die in het nieuwsbericht werd gepresenteerd gaf duidelijkheid. Want wie is eigenlijk een ‘buitenlandse werknemer’? Wij dachten dat het antwoord op deze vraag eenvoudig was: iedereen die werknemer is in Nederland maar niet de Nederlandse nationaliteit heeft. Per definitie is een buitenlander immers geen Nederlander en vice versa, een Nederlander geen buitenlander. Artikel 2 lid 1 Grondwet bepaalt tenslotte: ‘de wet regelt wie Nederlander is’. Een juridische definitie van ‘buitenlander’ is er niet, maar wel van het volgens ons identieke begrip ‘vreemdeling’: een ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit (artikel 1 Vreemdelingenwet).
Wanneer ben je volgens het CBS ‘buitenlander’?
Het CBS denkt anders over het onderscheid tussen Nederlanders en vreemdelingen, c.q. buitenlanders. De definitie van ‘buitenlandse werknemer’ van het CBS luidt namelijk als volgt:
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.