‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’

door Duane van Diest en Noa Harmsen, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over Liberalisme in crisis (oktober 2022) Het denken van de Duitse politiek filosoof Lisa Herzog bevindt zich op het snijvlak van politieke theorie en economie. Ze noemt het bovendien de ‘activistische kant van haar werk om gaten te slaan in de economische aannames van mensen’.[1] Voor Idee spreken we haar over de vraag of het liberalisme in crisis is. In ons gesprek wijst Herzog op een blinde vlek van liberalen vandaag: macht. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten.’ Dat het liberalisme momenteel onder vuur ligt, herkent Herzog wel. ‘Ik merk dat het in sommige academische kringen best lastig is om vast te houden aan een idee van liberalisme dat armoede en klimaatrechtvaardigheid serieus neemt’, vertelt ze. ‘Je wordt er al gauw van verdacht eigendomsrechten en de rechten van grote bedrijven belangrijker te vinden. Maar in mijn perspectief hebben die rechten weinig te maken met de vrijheden van alle mensen als burgers, wat ik opvat als de kern van het liberalisme.’ Net als in haar werk, blijft Herzog het liberalisme tijdens ons gesprek steevast verdedigen, maar dan wel als een breed begrip. ‘Sommige mensen definiëren liberalisme als het vrij zijn van overheidsbemoeienis. In dat begrip gaat liberalisme hand in hand met een focus op de markt. Dat is een te smalle opvatting’, zegt Herzog. ‘Ik begrijp het liberalisme liever als een politieke traditie waarin een reeks rijke en complexe vrijheden voor alle leden van een maatschappij centraal staat, die mensen in staat stelt om een autonoom leven te leiden.’ Ze noemt het liberalisme dan ook een ‘aspirerend’ concept: iets om naar te streven, maar dat nooit volledig kan worden bereikt. ‘Dergelijke concepten worden vaak geloofd in crisis te zijn, omdat niet wordt bereikt wat we willen bereiken. Het volgt hetzelfde patroon als bijvoorbeeld het debat over de crisis van de democratie.’ Een vrije samenleving, zonder oneindige consumptie ‘Historisch gezien lag de focus van het liberalisme vooral op het afwijzen van de macht van de staat en soms ook van religie. De nadruk lag op bescherming van burgers tegen interventie van de staat en religie in het persoonlijke leven.’ Vandaag is dit smalle begrip van het liberalisme niet meer toereikend, vindt Herzog. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten. Denk dan bijvoorbeeld aan de grote bedrijven, maar misschien ook aan maatschappelijke druk en groepsdruk onder jongeren. Dat vergt een bredere definitie van het liberalisme, met een rijker begrip van vrijheid dan alleen de afwezigheid van staatsinterventie.’ Herzog vindt de ontwikkeling van dat rijkere vrijheidsbegrip urgent. ‘Velen zitten vast in een ‘Koude Oorlog’-mindset, met aan de ene kant de nadruk op individuele vrijheid en vrije marktdenken en aan de andere kant een soort totalitarisme.’ Deze manier van denken helpt niet om de problemen van onze tijd het hoofd te bieden. ‘Eén van de grote uitdagingen van vandaag is hoe we kunnen nadenken over menselijke vrijheid en de verdeling van onze vrijheden in een situatie waarin de klimaatcrisis schreeuwt om een nieuwe definitie van groei, specifiek waar het aankomt op materiele consumptie. We moeten beter gaan nadenken over wat we nodig hebben aan materiële bronnen, ruimte en energie om een vrij leven te kunnen leiden. Wie heeft toegang tot deze bronnen en wie niet?’ ‘Wat betekent een vrije samenleving wanneer we niet langer oneindig kunnen consumeren?’, stelt Herzog zichzelf de vraag. De antwoorden zouden we moeten zoeken in vrijheden die niet-materialistisch zijn. ‘De nadruk lag te veel op individuele consumptie. De meeste mensen consumeren veel meer dan strikt noodzakelijk is om een vrij leven te leiden. Tegelijkertijd hebben we juist tekorten aan andere vrijheden, die bijvoorbeeld te maken hebben met participatie, een stem hebben, samen ons leven besturen.’ Deze niet-materiële vrijheden zouden we veel serieuzer moeten gaan nemen. Doen we dat niet, waarschuwt Herzog, dan komt het liberalisme onder druk te staan door een gebrek aan gedeelde basiswaarden. Dat ziet ze bijvoorbeeld gemanifesteerd in het rechtspopulisme. ‘Natuurlijk moeten we niet luisteren naar racisme en xenofobie, maar veel van wat er achter dit extreemrechtse gedachtegoed schuilgaat, heeft te maken met een gevoel van mensen dat ze te weinig te zeggen hebben over hoe hun leven eruitziet, dat hun stem niet gehoord wordt. Het huidige economische systeem dient alleen een kleine groep superrijken.’ ‘De neiging om werknemers machtelozer te maken’ Een stem hebben, deel kunnen nemen aan de democratie; het zijn vrijheden die centraal staan in het republikeinse idee van vrijheid – niet te verwarren met de Republikeinen in Verenigde Staten. ‘Dat is eerder het tegenovergestelde!’ Herzog: ‘Republikeinse vrijheid is eigenlijk een heel oud idee, dat recentelijk nieuwe grond heeft gevonden in de academische wereld. Het gaat over de vrijheid van vrije mensen als burgers in een vrije samenleving. Ze worden niet bestuurd door een monarchie, een tiran of andere externe krachten. Ze besturen zichzelf. Het gaat om gelijkheid, om gelijke rechten om in dit zelfbestuur te participeren.’ Herzog zet dit idee van vrijheid af tegen het idee van een vrije markt: ‘Het is totaal anders.’ Republikeinse vrijheid vraagt om sterke regulering van de vrije markt, zodat iedereen toegang heeft tot bepaalde goederen en diensten, zoals medische zorg. Om iedereen gelijke rechten en vrijheid te geven, is het namelijk van belang om grenzen te stellen aan wat economische machten en de markt kunnen doen. ‘Als je dit idee van vrijheid serieus neemt en echt nadenkt over wat het betekent om dit aan alle mensen in de samenleving te kunnen geven, dan kom je bij een heel ander liberalisme uit dan slechts het vrije marktdenken.’ Hoe dat ‘heel andere liberalisme’ eruit kan zien, toont Herzog in haar werk over democratie op de werkvloer. Via een netwerk van gelijkgezinde wetenschappers en experts probeert ze het idee te verspreiden om werknemers meer zeggenschap en bescherming te geven. ‘In bepaalde werkrelaties die we vandaag de dag zien, zoals platformwerk, zijn de machtsverhoudingen erg scheef. Deze mensen hebben geen vakbonden en kunnen zo weinig doen aan de manier waarop ze worden behandeld. Dat is heel problematisch. Op dit moment gaat het in Europa niet om grote aantallen mensen, maar de neiging om werknemers machtelozer te maken zien we steeds groter worden. Die ideeën komen wederom voort uit marktdenken.’ Ook vrijheid is ongelijk verdeeld Ongelijke verhoudingen spelen niet alleen op de werkvloer een rol; ook onze vrijheden zijn momenteel ongelijk verdeeld. Herzog: ‘Neem twee verschillende individuen, die beiden een baan in de medische wereld ambiëren. Voor de één is de sky the limit, met ouders die deze ambities ondersteunen; zij heeft een sociaal netwerk en bij fouten krijgt ze een tweede kans. De ander heeft geen rolmodellen, want mensen met haar achtergrond doen dit soort werk in de regel niet. Ze internaliseert bovendien de stereotypen die haar tegenwerken, waardoor ze het niet eens meer probeert.’ De twee individuen genieten duidelijk niet dezelfde vrijheid wanneer het gaat om beroepskeuze. Op de vraag wat we aan deze ongelijke verdeling van vrijheid kunnen doen, haalt Herzog de Britse econoom Tony Atkinson aan. ‘Hij stelde onder meer voor dat we aan de ene kant grenzen stellen aan de hoeveelheid erfenis die iemand kan ontvangen en aan de andere kant de mensen die geen erfenis ontvangen een startbedrag meegeven. Zo kunnen de grote verschillen die tussen jonge mensen ontstaan gelijker gemaakt worden.’ Dit zou bijvoorbeeld de ongelijkheid in de woningmarkt kunnen oplossen, zegt Herzog. Daar is de ongelijkheid tussen jonge starters goed zichtbaar: de één kan een huis kopen met behulp van geld van de familie, maar de ander wordt vanwege een gebrek aan hulp buitenspel gezet. Herzog wijst er bovendien op dat er verschillende niveaus van privilege en achterstelling zijn. De samenleving is geen gelijk speelveld, waarin iedereen met dezelfde kansen en mogelijkheden aan het leven begint. Waar en hoe je wordt geboren, rijk of arm, wit of niet-wit, in de stad of het platteland, het heeft allemaal invloed op het verloop van je leven. ‘Het is gelieerd aan een idee uit de feministische-juridische theorie, namelijk intersectionaliteit. Het betekent dat je verschillende soorten achterstellingen in samenhang moet bekijken.’ Te lang zijn liberalen uitgegaan van een ‘standaardmodel persoon’, zegt Herzog. Die was wit, man en autonoom. De lusten en lasten van mensen die niet aan dit standaardmodel voldeden, werden over het hoofd gezien. ‘In die zin denk ik dat het liberalisme naar de geschiedenis moet kijken en behoorlijk zelfkritisch moet zijn over sommige van deze uitsluitingen.’ ‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’ Een gelijkere verdeling van vrijheden vergt bovendien meer aandacht voor macht en machtsverhoudingen. In het liberalisme werd de afgelopen decennia vooral nagedacht over rechtvaardigheid in termen van ‘wie krijgt wat?’, zegt Herzog. ‘Er is niks mis met nadenken over het verdelen van onze bronnen, we hebben ze nu eenmaal nodig, maar er zijn verschillende soorten bronnen. Er zijn bronnen die we nodig hebben voor ons dagelijks leven, maar ook bronnen die zich kunnen vertalen in andere dingen, waarmee we anderen kunnen beïnvloeden. Over het algemeen geldt: wie meer bronnen heeft, heeft meer macht. En op deze machtsverhoudingen werd eigenlijk niet gefocust.’ Dat zouden we wel moeten doen. ‘De machtsverhoudingen zijn tegenwoordig erg scheef en we kunnen ons afvragen of dat wel rechtvaardig is. Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten? En hoe verhouden de machtsverhoudingen zich tot het basisprincipe dat iedereen dezelfde morele status en rechten zou moeten hebben?’ Herzog licht daarbij in het bijzonder de machtsongelijkheid tussen het individu en de grote bedrijven uit. ‘Grote bedrijven hebben steeds meer rechten gekregen, terwijl collectieven die vriendelijkere machten hadden kunnen zijn, zoals maatschappelijke organisaties of vakbonden, minder invloed kregen. Dat vormt een reële bedreiging voor de individuele vrijheid.’ Deze ongelijke machtsverhoudingen blijven namelijk niet beperkt tot de economische sfeer, maar vertalen zich naar allerlei andere gebieden in de samenleving, zoals de juridische. ‘Als jij als persoon Amazon of een ander groot bedrijf wil aanklagen, dan is dat bijna onmogelijk. Je zou geld moeten inzamelen, goede advocaten moeten vinden of misschien moet je hulp zoeken van een NGO en een pr-adviseur aannemen. De ongelijkheid is te groot.’ De oplossing hiervoor? Ten eerste moeten we beseffen dat machtsverhoudingen een probleem zijn, vindt Herzog. Daarnaast moeten we ons realiseren dat we in veel sociale situaties machteloos zijn in ons eentje. ‘We moeten bemiddelende organisaties opbouwen en versterken, zoals de eerdergenoemde maatschappelijke organisaties. Een tegengewicht vormen tegen de macht van dergelijke bedrijven.’ Tenslotte benoemt Herzog het belang van transparantie in lobbypraktijken. ‘Het is makkelijk om naar de VS te wijzen als voorbeeld en te zeggen ‘geld bepaalt alles in hun politiek’. Maar als we naar lobbypraktijken kijken in bijvoorbeeld Brussel en andere Europese hoofdsteden, dan is er ook hier nog erg veel werk te verrichten.’ Aan het einde van ons gesprek doet Herzog nog een oproep, een hartenkreet. Liberalen moeten inzien, zegt ze, dat we niet alleen vrije individuen zijn, maar ons ook bevinden in een bepaalde sociale situatie die invloed op ons uitoefent, ons perspectief beperkt en blinde vlekken creëert. Die twee posities sluiten elkaar niet uit en de opdracht is om ze te verbinden met elkaar. Herzog: ‘Ik ben geneigd om te denken dat de beste manier om hieraan te werken is om naar verschillende stemmen te luisteren en perspectieven van verschillende kanten te begrijpen. Dat leidt dan weer tot de oproep om ervoor te zorgen dat de stem van iedereen wordt gehoord in een democratie.’ Het is belangrijk om onze eigen privileges onder ogen te zien, vindt ze, maar dat betekent niet dat we zelf geen stem meer hebben. Wel dat we ‘soms eerst even achterover moeten leunen en moeten luisteren, voordat we zelf spreken.’ --------- [1] Rijksuniversiteit Groningen, ‘Blowing holes in economic ideologies’, 13 september 2021, www.rug.nl Prof. dr. Lisa Herzog studeerde economie, filosofie en politieke theorie in München en Oxford en werkte aan de universiteiten van St. Gallen, Frankfurt, Stanford en de TU Munich. Sinds 2019 is zij hoogleraar Politieke Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar democratie op de werkvloer, beroepsethiek en de rol van kennis in democratieën. Andere thema’s die haar interesseren zijn diversiteit en interdisciplinariteit. Ze is onderdeel van de Jonge Akademie, een platform binnen de KNAW voor jonge topwetenschappers. Duane van Diest is redactielid van Idee. Noa Harmsen is oud-stagiaire van de Van Mierlo Stichting. Idee-magazine is de periodieke uitgave van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Wij danken de redactie voor hun medewerking. Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg
Foto: jasbcor (cc)

Oorlogspropaganda van de Nederlandse regering

Deze week wordt met gemengde gevoelens teruggekeken op de oorlog in Irak die de VS twintig jaar geleden begonnen. Om die oorlog in maart 2003 te legitimeren en mogelijk te maken, werd door de VS een massieve propagandacampagne opgetuigd. Deze was gericht tegen de eigen bevolking, die met misleiding en bedrog tot steun aan een illegale oorlog werd gemanipuleerd. Twintig jaar na dato zijn de Amerikaanse leugens genoegzaam bekend; minder aandacht is uitgegaan naar propagandagebruik door de Nederlandse regering. Jip van Dort blikt terug.

De Amerikaanse desinformatie was georganiseerd rond twee thema’s: massavernietigingswapens (MVW) en banden met de jihadistische organisatie Al Qaida, die verantwoordelijk was voor de aanslagen op 11 september 2001. Vanwege het bezit van chemische, biologische en mogelijk zelfs nucleaire wapens en de bereidheid om deze te delen met aanslagplegers werd Irak opgevoerd als een grote en acute dreiging, voor de gehele wereld. Daar moest snel iets aan gedaan worden, was de boodschap, maandenlang. Meerdere studies geven enig zicht op de omvang van deze propaganda.

Een rapport uit het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden concludeerde in maart 2004 dat vijf sleutelfiguren, waaronder president Bush en een aantal ministers, zeker 237 misleidende verklaringen de wereld in hadden gestuurd. De Amerikaanse president stelde bijvoorbeeld dat Irak pogingen ondernam om uranium uit Afrika te importeren, dat nodig is om kernwapens te maken. Vicepresident Cheney stelde dat Irak een gevestigde relatie met Al Qaida had.1

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Vrijheid en markten in balans

ESSAY - van Willem Schramade, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

De term ‘vrije markt’ suggereert een simpele relatie tussen markten en vrijheden: vrijere markten zorgen voor meer vrijheid. Maar zo simpel is het niet. Markten faciliteren vrijheid slechts tot op bepaalde hoogte. Ze moeten goed gestructureerd worden om effectief te zijn. Markten zijn dus geen doel op zich, maar een middel om vrijheid te realiseren. Maar hoe zorg je ervoor dat het middel goed functioneert? Daar zijn zes richtlijnen voor te benoemen.

Wat Marx en de neoliberalen met elkaar gemeen hebben

In het neoliberale denken leiden minder markt en meer overheid automatisch tot minder vrijheid en efficiency. Het adagio is: overheid, ga aan de kant, dan komt alles goed. Zo zijn in naam van de vrijheid veel waardevolle instituties afgebroken, waaronder ook burgerlijke zelforganisatie buiten overheid en markt om – met alle schade van dien. Karl Marx zag hetzelfde lineaire verband maar dan omgekeerd: hoe meer markt, hoe meer ongelijkheid en onvrijheid. De in zijn naam uitgevoerde experimenten zijn dramatisch slecht afgelopen, met extreme vormen van staatsingrijpen. Kortom, beide visies hebben een grote blinde vlek voor de door hen gewenste situatie, maar zien scherp de gevaren van de ongewenste tegenovergestelde situatie.

Foto: Sjoerd Luidinga (cc)

Doorpakken met stikstofreductie

ANALYSE - Het belangrijkste signaal van de afgelopen verkiezingen is dat de kiezer een hekel heeft aan onduidelijkheid en getreuzel

Na de afgelopen verkiezingen horen we velen beweren dat het nu gepast zou zijn pas op de plaats te maken met het stikstofbeleid voor de landbouw. Dat is echter precies de verkeerde conclusie.

Uitgesproken voor- en tegenstanders van stikstofreductie in de landbouw hebben zich in de eerste kamer volkomen gelijkwaardig verdeeld. Tegenover de 16 zetels in de eerste kamer voor BBB, die graag het beleid wil afzwakken, staan er bijna evenveel van GroenLinks en de PvdA, voor wie het allemaal niet snel genoeg gaat. Tegenover de 4 zetels van Wilders, die zijn hakken in het zand wil zetten, staat met hetzelfde aantal zetels de partij voor de Dieren, die het liefst de bio-industrie morgen helemaal wil afschaffen. En de SGP, die vooral niets wil veranderen, heeft één zetel minder dan Volt, die ook op dit dossier vooral juist veel en snel wil veranderen.

De zetels van Ja21, die geen verandering wil, staan qua aantal weer gelijk aan die van de SP, die de megastallen wil sluiten. En dan hebben we nog 50+ en de onafhankelijken, die beide over het hele stikstofvraagstuk zo vaag mogelijk verkiezen te doen. Kortom, uitgesproken voor- en tegenstanders van harde maatregelen in het stikstofdebat staan er na deze verkiezingen links en rechts van het kabinet precies even sterk voor.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Kasia (cc)

Machtswisseling in Polen nog ver weg

Paus Franciscus is ernstig in verlegenheid gebracht door een boek van de Nederlandse correspondent van Trouw Ekke Overbeek over zijn voorganger Johannes Paulus II. Het boek laat zien dat de voormalige paus, toen hij kardinaal was in Krakau, wist dat priesters onder zijn gezag kinderen misbruikten. Hij bezorgde hen andere functies, waarin ze in sommige gevallen nieuwe slachtoffers maakten. De aartsbisschop van Krakau, Marek Jedraszewski vergelijkt de onthullingen in het boek met de moordaanslag op de paus in 1981. Regeringspartij PiS kwam na de uitzending van een tv-documentaire waarin slachtoffers van het misbruik aan het woord kwamen direct in het geweer ter verdediging van hun Poolse paus. Premier Morawiecki liet een filmpje vervaardigen waarin hij zijn bewondering uit voor kardinaal Woytila. ‘Vandaag woedt niet alleen een oorlog voorbij onze oostgrens’, zegt de premier, terwijl op de achtergrond beelden te zien zijn van Johannes Paulus die mensenmenigten zegent. ‘Helaas zijn er kringen die proberen om in Polen niet een militaire, maar een oorlog om de beschaving te ontketenen.’ Horen we iets dergelijks niet ook wat verder naar het oosten?

Franciscus laat een ander geluid horen. Hij veroordeelt zijn voorganger niet direct, maar wijst op de context van de tijd. ‘In die periode werd alles nog in de doofpot gestopt.’ Maar, zo zegt de paus in hetzelfde gesprek, de katholieke kerk heeft wat hem betreft haar les geleerd. Sinds de misbruikschandalen in Boston, die in 2002 openbaar werden, heeft de kerk volgens de paus een nieuwe houding aangenomen bij misbruikgevallen. ‘De koe wordt bij de horens gevat.’

Foto: Central European University (cc)

Video | Thomas Piketty – Kapitaal en ideologie

In een interview met de New York Times lijkt Thomas Piketty wel een Hans Rosling-adept:

Het is ook belangrijk om de algemene evolutie niet te vergeten. We zijn veel meer gelijkwaardige samenlevingen geworden in termen van politieke gelijkheid, economische gelijkheid, sociale gelijkheid, in vergelijking met 100 jaar geleden, 200 jaar geleden.

En daarom verklaart Piketty zich “relatief optimistisch over het feit dat er een langetermijnbeweging is naar meer gelijkheid, die verder gaat dan de kleine details van wat er binnen een bepaald decennium gebeurt”.

Maar die vooruitgang gaat niet vanzelf, zegt Piketty. Zonder massabewegingen zou het zo ver niet zijn gekomen. Het begon met de Franse en Amerikaanse revoluties tegen de aristocratische en koloniale machten. In een interview met het Financieele Dagblad (betaalmuur) legt hij uit dat de beweging richting meer gelijkheid sindsdien gaande is en nog lang niet afgelopen:

Dit proces begon ten tijde van de Franse revolutie, en dan gaat het door in de 19de en 20ste eeuw, met het einde van de slavernij, de opkomst van de welvaartsstaat, progressieve belastingen, de burgerrechtenbeweging, de afschaffing van apartheid. En het gaat vandaag door, met de Black Lives Matter-beweging en de roep om meer gendergelijkheid. De beweging richting meer gelijkheid is nog niet afgelopen, al zijn de edelen waar de Franse Revolutie zich op richtte er niet meer.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Bart (cc)

Adviezen voor bij het kiezen: #PS2023

Morgen mogen we weer naar de stembus. In deze blog tien adviezen voor bij het kiezen en voor wat daarna komt. Waar op te letten? Een gastbijdrage van Matthijs Rooduijn, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Eén

Laat je niet foppen door alle aandacht die uitgaat naar de landelijke kopstukken van de politieke partijen. We kiezen woensdag de Provinciale Staten, en we kunnen niet stemmen op Mark Rutte, Sigrid Kaag, Wopke Hoekstra, Jesse Klaver of Caroline van der Plas. Dit is niet altijd even duidelijk als je naar de verkiezingsdebatten kijkt. Gisteren, bijvoorbeeld, gingen verschillende landelijke partijleiders met elkaar in debat bij Buitenhof en bij Linksom of Rechtsom van BNNVARA.

Probeer je bij deze verkiezingen te verdiepen in wat er in jouw provincie speelt en de landelijke usual suspects wat meer links (of rechts) te laten liggen. Provinciale politiek gaat over zaken als ruimtelijke ordening, natuurbeheer, infrastructuur en openbaar vervoer. Er zijn genoeg actuele thema’s – denk aan bijvoorbeeld stikstof en woningbouw – die er toe doen bij deze verkiezingen.

Twee

Maar: negeer de landelijke politiek niet. De Provinciale Staten kiezen in mei de 75 leden van onze Eerste Kamer. Daarmee hebben de verkiezingen van deze week indirect dus wel degelijk gevolgen voor de landelijke politiek. En niet in de minste plaats omdat de coalitie vrijwel zeker geen meerderheid gaat krijgen in de Eerste Kamer, en als gevolg daardoor afhankelijk zal worden (of eigenlijk blijven want ze is dat al jaren) van andere partijen. De Eerste Kamer heeft minder bevoegdheden dan de Tweede Kamer, maar moet wetgeving wel altijd goedkeuren. Mede om die reden zie je nu aan de lopende band al die landelijke kopstukken in de media.

Foto: Schermafbeelding videostream Tweede Kamer stemmingen moties 18 maart 2020

De onrechtsstatelijke motie-Stoffer c.s. en de positie van belangengroepen

COLUMN - van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

Motie nr. 36169-37, van Stoffer (SGP)/Van der Plas (BBB)/Eerdmans (JA21), in februari aanvaard met 81 stemmen voor, lijkt erg voorzichtig geformuleerd: deze motie verzoekt de regering te verkennen of er nadere vereisten met het oog op representativiteit moeten worden gesteld in de context van art. 3:305a BW. Dat wil zeggen ten aanzien van civiele procedures (zoals Urgenda).

Kennelijk geldt dat verzoek niet waar het betreft bestuursrechtelijke procedures.

Maar los daarvan: de motie verlangt dat een financiële bijdrage wordt gevraagd van de personen tot bescherming van wier belangen de rechtsvordering strekt en dat de rechter een indringende toets op de representativiteit gaat stellen.

Beide zijn rare eisen: belangenorganisaties hoeven toch niet representatief te zijn om naleving van regels te kunnen eisen? Naleving van regels, van het recht, is toch iets wat per definitie in ons aller belang is. En niet iets dat alleen kan worden gekocht door financiële bijdrages of het meten van representativiteit. Representatief voor wat? Een percentage van de bevolking door het overleggen van een peiling? Absurde eisen natuurlijk.

Nog absurder is de achterliggende gedachte dat de toegang tot de rechter beperkt moet worden, omdat die op basis van algemeen belang acties verzocht wordt zich bezig te houden met de vraag of de overheid zich aan het recht houdt. Daarmee vraagt de meerderheid van de Tweede Kamer aan de regering om na te denken over het indammen van de bevoegdheid van de rechter om ook de wetgever, dan wel de uitvoerende macht, aan het recht te houden. Dat is ten principale niet veel anders dan de plannen van de regering Netanyahu in Israël om aan het Hooggerechtshof de bevoegdheid te ontnemen om zich uit te spreken over de rechtmatigheid van wetgeving; en niet anders dan wat dichterbij huis in Polen en Hongarije is aangevat met acties om de rechterlijke macht onder de meerderheidscontrole van de regeringspartij te brengen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

In marktwerking kun je niet wonen

ESSAY - van Naomi Woltring, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Als een partij iets wil doen aan ‘marktmacht’, is het goed om te leren van het verleden. Geïnspireerd door neoliberaal denken, poogde D66 in de paarse kabinetten ‘Nederland kartelparadijs’ in de jaren negentig open te breken met een nieuwe mededingingswet, deregulering, privatisering en betere wetgeving. Concurrentie als wapen tegen marktmacht. Inmiddels weten we dat de architecten van het marktwerkingsbeleid naïef waren over de maakbaarheid van de markt. Het debat over de woningnood kan een keerpunt zijn.

In zijn beroemde boek Capitalism and Freedom stelt Milton Friedman dat competitief kapitalisme een voorwaarde is voor politieke vrijheid. Hoe groter de sfeer van de markt, hoe groter de sfeer waar keuzes gemaakt kunnen worden zonder politieke dwang en zonder dat een minderheid in het gedrang komt. ‘Unanimiteit zonder conformiteit’ noemde hij dat. En hoewel hij erkende dat machtsconcentraties op de markt ook vrijheid konden ondermijnen, achtte hij de risico’s daarvan minder groot dan een overheid die dat soort machtsconcentraties wilde voorkomen of bestrijden.

Friedman is natuurlijk de bekendste neoliberaal van allemaal. Neoliberalisme is de ideologie die uitgaat van persoonlijke vrijheid die het beste bereikt kan worden door de markt zo groot mogelijk te maken en concurrentie te stimuleren. De overheid heeft hierbij als taak de markt mogelijk te maken. Bovendien moet de overheid zo veel mogelijk ‘marktconform’ beleid voeren. Afhankelijkheid van de verzorgingsstaat moet zo veel mogelijk worden beperkt, bijvoorbeeld door het stimuleren van eigen woningbezit.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Ook heel persoonlijk naar mijzelf kijkend

RECENSIE - Enthousiasme is misschien niet het eerste wat je verwacht van een boek over de retorische analyse van politiek taalgebruik. Maar de titel van Robbert Wigts boek over ‘de overtuigende taal van Mark Rutte’ heet Supergaaf, en het toont de premier in zijn kenmerkende schaterlach. Het is dan ook echt een boek dat het plezier laat zien in overtuigen. Dat komt door Rutte en het komt door Wigt.

Rutte is volgens Wigt “misschien wel de verbaal meest begaafde premier uit de Nederlandse geschiedenis”, maar dat komt vooral ook doordat hij er zoveel lol in heeft. Hij heeft zich zijn hele leven bekwaamd in de kneepjes van het vak: met andere mensen omgaan, proberen met ze tot een akkoord te komen, proberen ervoor te zorgen dat dit akkoord zo goed mogelijk uitkomt voor jouw partij. Rutte vindt dat gaaf. Voor hem is communicatie daarbij niet in de eerste plaats een middel om een doel te bereiken – laten we zeggen: de wereld beter te maken –, maar een doel op zich. Hij kent de retorische trucjes, en hij geniet ervan ze te gebruiken.

Robbert Wigt, behalve schrijver ook docent Nederlands in Amsterdam, geniet er dan weer van zulke trucjes op te sporen. Dat levert een heerlijk boek op: een kenner die vol liefde analyseert wat een man die houdt van zijn vak vermag.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende