GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Bart Voorzanger, met een stuk dat eerder op zijn eigen weblog verscheen.
Het islamitisch onderwijs is weer in opspraak. Nu vanwege vermeende fraude. Er gingen (en gaan) daar dingen niet goed. Zoveel is wel duidelijk. ’t Zal sommige Nederlanders verheugen daar verontwaardigd over te kunnen doen. Maar heel veel verder komen we daarmee niet. Ik ga ervan uit dat het islamitisch onderwijs bestaansrecht heeft – ik zal zo uitleggen waarom – en dat betekent dat de problemen daar moeten worden opgelost. Maar dan moet je ze wel eerst kennen. Een schets daarom van wat naar mijn idee de belangrijkste problemen zijn.
Vooraf: het bestaansrecht van islamitisch onderwijs
Onderwijs aan kinderen betekent altijd ook het opvoeden van kinderen. Je kunt onderwijs en opvoeding niet scheiden. In ons land is opvoeding een zaak van de ouders. Er zijn landen waar dat anders ligt, waar de overheid de opvoeding dicteert, maar in elk geval ik zou daar niet willen wonen.
Je kunt niet opvoeden zonder uit te gaan van een duidelijk stelsel van normen en waarden. Dat stelsel heeft per definitie een bepaalde levensbeschouwelijke kleur. Neutraal opvoeden is een contradictie. Ons openbare onderwijs is niet neutraal, hoe hardnekkig voorstanders ervan ook doen alsof. Het biedt onderwijs en opvoeding in de geest van de min of meer seculiere, min of meer liberale, min of meer ‘verlichte’ meerderheid van het Nederlandse volk. Die meerderheid is zo groot dat het kan lijken alsof hij de norm is, de standaard, waar de minderheid van katholieke, gereformeerde, antroposofische, montessori-, dalton-, … en nu dus ook islamitische scholen, als ‘bijzonder’ bij afsteekt. Maar dat is onzin. Ons onderwijs is noodzakelijk verzuild – noodzakelijk omdat het om opvoedende instellingen gaat – en het openbaar onderwijs is daarbinnen gewoon de grootste zuil.
Tegen die achtergrond is het onvermijdelijk dat we ook islamitische ouders de mogelijkheid gunnen en geven hun kinderen naar scholen te sturen waarvan het pedagogisch klimaat aansluit bij de opvoeding thuis. En voor een orthodoxe minderheid binnen het islamitische volksdeel betekent dat een behoorlijk traditionele school. Dat vindt niet iedereen leuk. Dat is voor velen even slikken. Maar draai ’t even om: stel je voor dat je als vrijdenker woont in een land waar de meerderheid rechtleers een veeleisende religie aanhangt. Ken je jezelf in zo’n situatie het morele recht toe zelf te bepalen hoe je kinderen worden opgevoed (los van de vraag of je land zo’n recht feitelijk erkent)? Zo ja, dan zul je ook moeten accepteren dat moslimouders hier recht hebben op een school die aansluit bij hun levensbeschouwing. Zo nee, dan verspeel je daarmee het recht te klagen over landen waar het regiem de opvoeding dicteert. ’t Is een keuze …