Arabische Lente?
Hoe zit het nu met die zo bejubelde Arabische Lente, is een win-win situatie wel mogelijk? Die vraag van een van mijn trouwe reageerders laat zich goed beantwoorden door een gerenommeerd politiek commentator uit het Midden-Oosten: Rami Khouri. Over het belang van historische analogieën om de ontwikkelingen in het Midden-Oosten op waarde te kunnen schatten. En waarom de westerse term ‘Arabische Lente’ de lading niet dekt.
Toen ik vorige week oude tijdschriften aan het opruimen was, kwam ik het Winter 2009/2010 nummer van Maarten! tegen. Daarin stond een interview met Jan Marijnissen, die zei:
“…in sociaal opzicht is Nederland nog altijd een van de meest sophisticated landen ter wereld. Dat is niet louter onze eigen verdienste; je wordt nu eenmaal geboren op een bepaalde plaats in een bepaalde omgeving – je bent het product van gebeurtenissen en omstandigheden waarop je geen enkele invloed hebt gehad. Het is belangrijk om van dat historisch besef doordrongen te zijn…”
Marijnissen’s woorden sloten perfect aan bij twee recente opiniestukken van Rami Khouri, directeur van het Issam Fares Institute for Public Policy and International Affairs aan de Amerikaanse Universiteit in Beiroet. Khouri was hoofdredacteur van de Jordan Times en de Libanese Daily Star, hij schreef voor de Financial Times en de Washington Post. In het Midden-Oosten, maar ook daarbuiten, is hij een commentator met aanzien.
Khouri stelt een aantal historische analogieën aan de orde die volgens hem zinvol zijn voor een goed begrip van de huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten en het beoordelen van de implicaties ervan.