Arbeidsmigratie vraagt assertieve overheid
ANALYSE - Open grenzen in Europa hebben geleid tot flexmigratie en concentratie van arbeidsmobiliteit aan de onderkant van de arbeidsmarkt en een relatief kleine groep hogeropgeleide migranten. Het wordt tijd dat de overheid de arbeidsmigratie in betere banen gaat leiden.
We leven in een economische recessie. Toch melden de kranten grote arbeidsmarkttekorten, met name in technische sectoren. Voor de toekomst zit de pijn vooral in de zorg, waar in 2030 nood zal zijn aan 250.000 mensen (Eggink et al. 2010). Hoewel het de vraag is of die tekorten werkelijk zo groot zullen zijn – veel hangt af van of Nederland zich staande weten te houden in een sterk competitieve wereldeconomie – wordt voor het opvangen van de vergrijzing vaak meteen gewezen op de noodzaak van arbeidsmigratie. Kunnen arbeidsmigranten inderdaad onze vergrijzing opvangen en onze economie uit het slop halen? Is ons migratiebeleid up to date om de arbeidsmarktuitdagingen van de komende decennia aan te kunnen?
Arbeidsmigratie wordt, zeker in de Europese Unie, overgelaten aan ad-hoc beslissingen van werkgevers. Het was nog nooit zo simpel voor werkgevers om aan te stellen wie ze maar willen, mits diegene uit een lidstaat komt. Migranten werven buiten de EU is wel een stuk ingewikkelder. Maar een werkgever die voor een EU-burger een baan in de aanbieding heeft die meer dan 35.000 of 50.000 euro uitbetaalt (voor mensen onder of boven de 30 jaar) mag verwachten dat de IND, die vooral bekend stond om het weren van migranten, zelf met het koffertje met benodigde papieren bij de werkgever langskomt. Nederland heeft daarmee inmiddels een van de meest liberale toelatingssystemen voor hoger opgeleiden in de wereld.