ANALYSE - Aankomende januari zullen we ongetwijfeld weer horen voor hoeveel miljoenen er schade is aangericht en hoeveel mensen er gewond zijn geraakt tijdens deze vuurwerkperiode. Oogartsen en hulpverleners zullen opnieuw hun bezwaren uiten tegen de verkrijgbaarheid van consumentenvuurwerk. Huisdiereigenaren plaatsen berichten op Facebook over hun bange honden, katten en paarden. Elk jaar opnieuw.
Maar hoe erg is het nou werkelijk en wat heeft Nederland er voor over om deze traditie voort te zetten?
Vuurwerkschade
De hoeveelheid schade wisselt nogal. Volgens het Verbond van Verzekeraars lag voor de coronapandemie de jaarlijkse particuliere schade zo tussen de 10 en 15 miljoen euro, met uitschieters tot wel 20 miljoen. Afgelopen jaarwisseling is die op 8 miljoen uitgekomen, het betreft vooral schade aan woningen en auto’s. Volgens het Verbond hebben de vuurwerkverboden en vuurwerkvrije zones een positief effect op de schade. Ook slecht weer ‘helpt’. Verder verspreiden de verzekeraars tips om zelf één en ander te doen. Overigens wordt vuurwerkschade aan je auto vaak niet vergoed.
Daar komt de schade aan gemeentelijke eigendommen natuurlijk nog bovenop: kapotte vuilnisbakken, verkeersborden, rioolputten en wat al niet meer. Terwijl de gemeente Baarn voor 2022-2023 een schadepost had van 400 euro, werd er maar liefst 122.000 euro schade veroorzaakt in Utrecht. Als we het schadebedrag van de 10 grootste steden optellen, komen we makkelijk boven de miljoen euro [1]. De overige 332 gemeenten tikken natuurlijk ook aardig aan: vele kleintjes maken groot. En het geld dat besteed wordt aan het voorkomen van schade komt daar nog bovenop.