Pestkoppen en slachtoffers
COLUMN, OPINIE - Voordat ik op vakantie ging, speelde er een kleine rel in medialand: de oproep aan adverteerders op de site van GeenStijl om zich daarvan terug te trekken. Ik ben even kwijt wat de directe aanleiding nu precies was, maar het had iets te maken met seksisme op de site en een aantal feministen en hun medestanders was het nu – eindelijk – zat. Ik heb geen idee wat het resultaat van hun actie is geweest en wellicht is GeenStijl al wel ter ziele, wie zal het zeggen.
Wat ik van de rel opgepikt had, bleef me tijdens mijn vakantie bezighouden en zo kwam ik op een gedachte die me nooit eerder te binnen was geschoten. Dat GeenStijl niet veel verschilt van de grootste pestkop op het schoolplein weten we allemaal. Dat wat op het schoolplein een ‘pestkop’ heet, in het volwassen leven wordt aangeduid met ‘haatzaaier’, weten we ook. Dat, als we het over groepen of volken hebben, haat zaaien enorm uit de hand kan lopen – en dan druk ik me nog eufemistisch uit – weten we ook al eeuwen. Maar één detailkwestie had ik me nog niet gerealiseerd: pestkoppen en haatzaaiers zijn niet origineel.