De Saoedis, onze ongemakkelijke vrienden
COLUMN - In dezelfde week dat Ahmed Marcouch (PvdA) pleitte voor een verbod op salafistische organisaties, bezocht zijn partijgenoot Ahmed Aboutaleb namens de gemeente Rotterdam Saoedi-Arabië om er geld te verdienen. Een omstreden bezoek. Niet alleen omdat in Saoedi-Arabië de mensenrechten op grote schaal worden geschonden, maar ook omdat vanuit dat land het wahabisme wordt geëxporteerd en terrorisme wordt gefinancierd.
Saoedi-Arabië kondigde twee weken geleden aan met 33 andere soennitische islamitische landen een militaire alliantie’ te hebben gevormd die terrorisme wil bestrijden. De alliantie zal worden geleid vanuit de Saoedische hoofdstad Riyad. Met de oproep lijken de Saoedis te voldoen aan een eerdere oproep van de Verenigde Staten om de militaire actie tegen IS op te schroeven.
Op het initiatief werd met scepsis en zorg gereageerd. Niet alleen omdat het kan leiden tot spanningen tussen soennieten en sjiieten (Iran), maar ook omdat het een middel kan worden om in verschillende landen politieke tegenstanders aan te pakken.
Zo heeft de leider van de coalitie, Saoedi-Arabië de neiging iedere opvatting die het bewind niet bevalt als ‘terroristisch’ te betitelen. Volgens Human Right Watch wordt terrorisme in artikel 1 van de in 2014 uitgebreide terrorismewetten onder andere gedefinieerd als het oproepen tot atheïsme of het bekritiseren van de islamitische fundamenten waarop het land is gebaseerd.