Pascal Cuijpers

47 Artikelen
1 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Goed, beter, cum laude!

COLUMN - Staatssecretaris Dekker van Onderwijs beschikt over een goed gevulde trukendoos. Hij wil het onderwijsveld in ons land aanpakken, verbeteren en vooral naar een hoger niveau tillen. Tot nu toe hebben een aantal plannen die hij op papier heeft gezet – waaronder het ‘passend onderwijs’ en het ‘excellente onderwijs’ – voor beroering en discussie in het land gezorgd. Met zijn typische VVD-gedachtegoed vraagt hij veel van zichzelf, maar misschien nog meer van alle docenten én leerlingen.

Zijn nieuwste plan is echter nog niet eens zo gek van opzet. Waarschijnlijk zal het binnen een aantal jaren de gewoonste zaak zijn, dat alle leerlingen gepersonaliseerd onderwijs kunnen gaan volgen. Leren op maat, met daarbij de mogelijkheid om sommige vakken op een hoger niveau aangeboden te krijgen én af te sluiten.

Een prima deal, waar veel docenten, leerlingen en ouders zich nu al in kunnen vinden. Daarnaast oppert Dekker echter ook dat het mogelijk moet worden om de excellente leerling in het voortgezet onderwijs, een diploma te geven met het predikaat ‘cum laude’. Hiermee wil hij de slimste slimmeriken proberen te motiveren en te stimuleren om voor deze prestigieuze titel te werken. Misschien ook nog wel in een verkort VWO-programma, als het even kan. Op deze manier zullen ‘we’ namelijk definitief naam gaan maken bij de concurrerende Europese onderwijslanden om ons heen en aansluiting gaan vinden in de onderwijstop!

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Het Wonder dat Bliksem en Shit heet

COLUMN - ‘Volgende week donderdag zal Bliksem zijn verjaardag vieren. Je bent van harte uitgenodigd! Zo zal ongeveer een uitnodiging voor het feestje van de jongeman, genaamd Bliksem, eruit (gaan) zien. Ik bedoel hiermee te zeggen: deze naam komt voor in de databank der vreemde en opmerkelijke namen in Nederland. Deze naam bestaat dus écht. ‘Shit, vijf jaar oud, wil graag opgehaald worden uit Smaland…’ Zo zal het waarschijnlijk ooit door de speakers van een willekeurige Ikea gaan klinken, wanneer de ouders van Shit even op jacht zijn naar een nieuw theeservies met bijpassende tafelaccessoires. Ouders zijn in Nederland namelijk vrij om een kind een naam te geven die ze zelf willen.

Mijn naam is Pascal. Op zich niets vreemds aan. Het betekent: geboren op Paasdag. En dat terwijl ik nog niet eens in de buurt van het paasfeest geboren ben! Behoorlijk vooruitstrevend en gedurfd, zo half jaren zeventig. De populariteit van deze naam is echter terug aan het lopen. In 2006 werden nog achtenzeventig jongens in Nederland zo genoemd, in 2011 bijvoorbeeld nog maar vierentwintig. En in 2013 is deze, met uitsterven bedreigde, naamsoort nog maar zeventien keer te vinden in de lijst van jongensnamen uit dat betreffende jaar. Daarvoor in de plaats is er een grote diversiteit aan (jongens)namen gekomen. Met dank aan alle creatieve ouders in het kwadraat. Dat geeft kleur en verscheidenheid aan de maatschappij. En net als met alles, geldt ook hier: over smaak valt (niet) te twisten én we leven in een vrij land.

Bijna tegelijkertijd met het artikel over de moderne kindernamen, kwam ik een bericht tegen dat ging over een onderzoek, waarbij naar voren was gekomen dat Nederlanders te simpele wachtwoorden bedenken voor hun accounts op Internet. Te vaak worden er makkelijke namen (meestal van de kinderen) gebruikt. Handig om te onthouden, absoluut niet waterdicht. Voor hackers is het namelijk geen enkele moeite om toe te slaan en uw harde schijf vol baby- en kinderfoto’s te hacken. Kwestie van de lijst der populairste kindernamen erbij te pakken en bijvoorbeeld Tess of Sem in te typen. Want dat zijn de meest gekozen kindernamen van het afgelopen jaar. Grote kans om meteen beet te hebben! Dat probleem lijkt nu makkelijk oplosbaar. Want Devainchéliënne of Juëquinaisheley als wachtwoord kiezen voor uw Hotmail-account, eventueel nog voorzien van een teken of cijferreeks, zal geen enkele hacker traceren!

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | ‘No Blame’-methode zorgt voor erkenning

COLUMN - Op 19 april is het de nationale ‘Dag Tegen Het Pesten.’ Op diverse plaatsen in het land zullen er activiteiten worden georganiseerd om de bewustwording rondom dit negatieve fenomeen te vergroten en mensen te laten inzien wat voor gevolgen pesten kan hebben. Dat dit hard nodig is, is helaas een feit. Want pesten is een bijzonder lastig uit te bannen negatief menselijk trekje, dat voor veel schade kan zorgen bij de slachtoffers. Maar er is hoop!

Klinisch psycholoog Abraham Maslow ontwikkelde in 1943 de zogeheten ‘behoeftenpyramide’. Hiermee toonde hij destijds al aan dat een mens in zijn of haar leven naast eten, drinken en huisvesting ook behoefte heeft aan erkenning en waardering om tot een goede ontwikkeling en ontplooiing te komen. Iemand die langdurig wordt gepest, heeft vanzelfsprekend hier de grootste moeite mee en wordt in feite belemmerd in zijn of haar ontwikkeling. Iets wat een pester ten zeerste kan worden aangerekend. Vaak pleit men op scholen dan ook voor de harde aanpak en zal er bestraffend tegen de pestkop(pen) worden opgetreden. Met als achterliggende gedachte dat het pesten daarna afgelopen zal zijn.

De hoop dat door een bestraffende aanpak het pestgedrag zal worden uitgeroeid, blijkt maar al te vaak ijdel te zijn. Hierdoor zal de pester zijn of haar menselijke behoefte aan waardering en erkenning immers tot een minimum zien dalen. Iets wat later weer gecompenseerd zal moeten gaan worden. Vaak door het pesten weer voort te zetten. Want pesten levert zowel aandacht als een machtsgevoel op. En dit zorgt voor herhaling. Keer op keer. Met alle gevolgen van dien voor de gepeste. Straffen is dan ook absoluut geen optie om herhaling te voorkomen en tot een definitieve oplossing te komen.

Foto: Intel Free Press (cc)

Anders nog iets? | You Only Live Online

COLUMN - ‘Maak even een foto man, voor op Facebook…’ Routinematig en zonder enige vorm van toeristische bescheidenheid maken twee mannen van een jaar of vijfentwintig met hun smartphones kiekjes van elkaar bij een zwarte Ferrari. De auto staat ‘zomaar’ in een druk uitgaansgebied in het centrum van Amsterdam. Enkele seconden later bekijken ze samen de gemaakte foto’s. Eentje is zó enthousiast, dat hij ter plekke besluit dat dit zijn nieuwe profielfoto op Facebook zal gaan worden! Waarschijnlijk heeft hij de foto meteen in zijn FB-profiel gezet, inclusief begeleidende tekst: ‘Ik voor Ferrari!!’ #wtf #lol. Voordat ze honderd meter verder zijn gelopen, zal hij al een tiental ‘likes’ te pakken hebben.

Op een terrasje zitten enkele meisjes gezellig in de het zonnetje met elkaar te kletsen… Via WhatsApp. Giechelend ‘praten’ ze met elkaar via het mobiele smartkastje dat ze als vanzelfsprekend met twee handen stevig vastklemmen voor hun gezicht. ‘…OMG! Hij is egt wel knap! *bloost*’ De jongeman, type hipster in een beige chino met omgeslagen broekspijpen en Birkenstocks dragend, kijkt af en toe op zijn eigen iPhone. Hij lijkt geen rust te hebben om te kunnen genieten van z’n Coca-Cola Zero. ‘Kijk, hij lijkt zenuwachtig te worden van je… *lief*’ Waarschijnlijk verwacht hij een app’je van iemand. Weet hij wat er zich naast hem afspeelt, aan de tafel met de gierende hormoontjes? Waarschijnlijk wel.

Terwijl mijn vriendin een jurkje past bij de H&M, kijk ik vanuit m’n ooghoek naar twee opvallende dames van rond de vijftig. Type: vrijgevochten, prosecco als ontbijt. Ze kunnen het niet laten om een idioot felgeel bontmutsje op te zetten, dat als accessoire te koop wordt aangeboden in deze Zweedse modetempel. Wat ik verwachtte gebeurde ook. Uit de donkerbruine (nep)lederen tas, waarop repeterend het logo van de ontwerper staat, komt een bling bling hoesje tevoorschijn. Terwijl dame één met het gele mutsje op het hoofd poseert en een guitig ‘duckface’ mondje opzet, maakt de ander enkele pics. ‘Waaahh… Deze zet ik meteen in een tweetje op mijn timeline!’ schreeuwt ze ongegeneerd met rauwe stem door de winkel. ‘Nee joh, gek…! App ‘m me ff door!’ Vanavond zullen minimaal drieduizend van haar vierduizend achthonderdzeventien volgers, haar BFF, inclusief kek bontmutsje, via Twitter hebben kunnen aanschouwen.

Foto: Pepijn Schmitz (cc)

Passend onderwijs hopelijk geen zorgenkindje

COLUMN - Na de zomervakantie staat er iets ingrijpends in het onderwijs te gebeuren. Vanaf 1 augustus 2014 zullen alle scholen in Nederland, zowel in het primaire als in het voortgezet onderwijs, te maken krijgen met de wet ‘Passend Onderwijs’.

Wederom een rigoureuze maatregel, die tot dusver zijn voor- en tegenstanders heeft opgebouwd en die op korte termijn het onderwijsveld zal gaan bezighouden. In elke aanstaande klas zullen er (meer) leerlingen komen te zitten, die een specifieke zorgbehoefte hebben. De ‘zorgkranen’, die voorheen open stonden voor alle leerlingen met een bepaalde indicatie, worden langzaam door de regering dichtgedraaid. In Den Haag zien ze, theoretisch gezien, uiteraard alleen maar de voordelen van de nieuwe wet.

Maar is dat op de werkvloer en in de dagelijkse praktijk ook het geval?

Het is een feit dat elk kind recht heeft op goed onderwijs om een stabiele cognitieve basis te ontwikkelen voor het verdere leven. Een omschrijving van de term ‘Passend Onderwijs’ is dan ook, dat alle leerlingen, ongeacht hun achtergronden, in heterogene groepen scholen zullen gaan bezoeken om onderwijs te volgen. Deze omschrijving geeft dus ook aan, dat ieder kind zal deelnemen aan het reguliere onderwijs na de zomervakantie. Ongeacht zijn of haar mogelijke persoonlijke beperking(en).

Foto: LexnGer (cc)

Instagramdieet

COLUMN - Naast ons zit een jong koppel van begin twintig. Beiden type ‘hipster’. Inclusief grote bril met dik, zwart montuur en gebreide kriebeltrui met daarop ondefinieerbare motieven. Ze zijn duidelijk ‘smoorverliefd 2.0’. Waar ze enkele jaren geleden nog half vrijend en verstrengeld in elkaars ledematen samen een voorgerecht als hoofdmaaltijd zouden hebben uitgezocht – want: verliefd, dus: weinig honger – zitten ze nu innig geanimeerd en vooral liefdeloos lijkend met hun smartphone te stoeien. Nadat hun carpaccio met rucola sla en pijnboompitjes nauwkeurig in fasen op de foto staat en direct op Instagram kan worden geplaatst, laten ze elkaar de resultaten zien. Er wordt besloten enkele filtertjes over de gemaakte pics te zetten, zodat de carpaccio nóg roder lijkt en de sla nóg groener. Dan volgt het hoofdgerecht. De digitale rituelen herhalen zich. Het koppel geniet van elkaar(s) (foto’s).

Ik heb er een hekel aan. Niet aan eten, maar aan de enorme hoeveelheid van de, meestal letterlijk, smakeloze foto’s die via de social media worden verspreid waarop een bord met eten te zien is. Al dan niet half aangevreten of voorzien van één van de vele filtermogelijkheden waar men desgewenst de ‘smakelijke foodfoto’ mee kan bewerken. Geregeld kom ik in mijn timeline op Facebook of Twitter, foto’s van voedsel tegen dat zogenaamd bereid lijkt te zijn in de jaren zestig (retrofilter, lekker hoor…) waardoor het meer lijkt op braaksel dan op een smakelijk maaltje, geserveerd in een goed restaurant. Of foodfoto’s waarvan de kleuren zó fel zijn, dat de culinaire hoogstandjes uit een radioactief driesterrenrestaurant lijken te komen. Oja, vergeet niet een pakkende tekst erbij te plaatsen. ‘Nomnomnom…’ bijvoorbeeld, dat is ‘Instagrams’ voor: lekker.

Foto: Alberto G. (cc)

SlimmerIQen gevraagd/gewenst!

COLUMN - Binnenkort kunnen we ons gaan verwonderen over hoe geweldig het is om als kind een IQ te hebben van meer dan 130. We kunnen gaan zien hoe jonge slimmeriken de meest ingewikkelde sommen en getallenreeksen weten op te lossen en de meest complexe vraagstukken tot een goed einde weten te brengen. Zo’n vijftien geselecteerde ‘Einsteintjes in de dop’ mogen namelijk met elkaar de strijd aangaan om de prestigieuze titel van ‘Slimste Kind Van Nederland.’ Na het zien van het promotie-optreden van presentator Peter van der Vorst in het programma ‘RTL Late Night’, plaats ik echter mijn vraagtekens bij het pedagogische aspect en de invloed van het programma ‘SlimmerIQen’ op de kinderen die deze kijkcijferhit zullen (moeten) ondergaan.

Zo is in een promofilmpje van de Amerikaanse versie van het slimmerikenprogramma te zien, dat de deelnemertjes op een onverantwoorde en haast slaafse manier worden klaargestoomd voor de ‘battles’ op tv. Alles wordt eraan gedaan om zo slim mogelijk voor de dag te komen, met het oog op de winst van het programma. Zo zien we rennende, schreeuwende en nog net niet schuimbekkende ouders in beeld die, gewapend met stopwatches, hun kind ‘aanmoedigen’ om zo snel mogelijk antwoord te geven op vragen en kwesties die ‘onkinds’ zijn. Worden scheikundige periodieke elementen er bijna letterlijk ingeramd en moeten ze zo snel mogelijk schaken, onder luid gejoel van pa en/of ma. Het heeft iets weg van een bootcamp, waarin ouders in hun gedrevenheid de ouderlijke taak verwisselen voor die van ‘drill instructor.’ Er zal immers gepresteerd moeten worden, totdat ze er, vaak letterlijk, bij neervallen. Opgeven is geen optie. Want is het niet zo dat hoogbegaafde kinderen barsten van de energie, extreme vastbijtertjes zijn en in hun perfectionisme niet van opgeven weten?

Foto: Maryland GovPics (cc)

Niet retweeten a.u.b.!

COLUMN - Het is te belachelijk voor woorden! Niet van deze tijd en ethisch onverantwoord. Wederom wordt er bewezen dat het hebben van een eigen mening helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Dat je het niet zomaar ergens niet mee eens mag of kan zijn. Dat je niet in het openbaar mag ventileren hoe jij dan wél over een bepaald onderwerp of standpunt denkt en maar gewoonweg je (social media)mond moet houden. Gelukkig is het in ons land (nog) niet zo ver. En mag ik dus ook (nog) gretig gebruik maken van het recht om mijn eigen mening en eventuele bijbehorende emoties te delen met iedereen die het maar lezen of horen wil.

Voor een jongen in China was het onlangs echter einde oefening, nadat hij zijn mening had gedeeld met de wereld. Hij had het blijkbaar in zijn hoofd gehaald om een bericht via social media te verspreiden, waarin hij vond dat de politie nalatig was geweest bij de verdachte dood van een man. Dat bericht had nogal wat retweets en muiskliks gegenereerd. De Chinese tiener werd acuut opgepakt voor ‘het verstoren van de openbare orde’, waardoor hij achter slot en grendel moest. Hij had de twijfelachtige eer om de eerste persoon te zijn die slachtoffer werd van deze bizarre Chinese anti-vrijheid-van-meningsuiting-dwangbuis-politiek. En de straffen zijn niet misselijk. Een onschuldig geplaatst berichtje, vol netjes geformuleerde emotie en oprecht onbegrip, kan je een flinke boete opleveren en in het meest ongunstige geval mag je zomaar drie jaar van je leven achter de tralies zitten!

Mijn verbijstering omtrent dit bericht is groot. Social media is de laatste jaren uitgegroeid tot een machtig (mooi) medium. Ik probeer de mogelijkheden en het gemak er van te zien en te ontdekken hoe één simpel geplaatste tweet, zo’n enorme impact kan (gaan) hebben, dat het de gehele wereldbevolking kan bereiken. Dat is een ongelooflijk mooi gegeven en bijna onvoorstelbaar. Als gemiddeld bedreven Twitteraar plaats ik ook dagelijks updates in mijn profiel. Vaak is dit een reactie op een nieuwsfeit, een mening over iets of een column. Dat is een vanzelfsprekendheid. Ik hoef hier (bijna) niet na te denken over de eventuele gevolgen of sancties die mijn tweet kan gaan opleveren. Dat is de vorm van vrijheid van meningsuiting die wij gelukkig in ons land nog steeds kennen. Een enorme vorm van luxe, waar men eigenlijk nooit bij stil lijkt te staan.

Foto: Esparta Palma (cc)

De ‘phub’-factor

COLUMN - Nadat ik de titel van deze column heb getikt, ontvang ik een WhatsApp’je. Of ik zin heb om vanavond nog ergens iets te gaan drinken in de stad met enkele vrienden? Het brengt me aan het twijfelen. Ik stuur dit keer een ‘Vanavond even niet meer’-app’je terug aan de afzender, afgesloten met een welgemeend: ‘Maar bedankt voor het aanbod.’ Heb ik nu, helemaal aan het begin van deze column, zitten ‘phubben?’, vraag ik me af.

Enfin. ‘phubben’ staat voor de op-de-irritatiegrens-werkende combinatie van ‘phone’ en ‘snubbing’ (iemand negeren). Dus, in een sociale setting geregeld afgeleid zijn, doordat je op je smartphone kijkt of er nog nieuwtjes zijn, app’jes zijn binnengekomen, je een Facebook-like hebt gemist óf dat wellicht iemand je heeft gebeld. De zogenaamde ‘sociale setting’ wordt dan langzaam omgetoverd tot een ‘setting’, waar weinig sociaals meer aan is. Het is zelfs een steeds groter wordende bron van ergernis aan het worden onder de hedendaagse bevolking.

En ik kan het begrijpen. Ik stoor me ook al enige spreekwoordelijke eeuwen aan het gebruik van mobieltjes in het openbare leven. En dan bedoel ik dus het ongepaste gebruik ervan. Waar men jaren geleden alleen nog maar de mogelijkheid had tot luidruchtig bellen en alles negerend sms’en in het openbaar, is daar tegenwoordig het ‘social media-monster’ bijgekomen. Sinds deze allesvernietigende, digitale en (a-)sociale opmars, is het leven er niet empathischer op geworden. Of denken we dat maar?

Foto: ArcheoNet Vlaanderen (cc)

De docent als wegwijzer

COLUMN - De puberteit is eigenlijk de ontgroeningsperiode van je verdere leven. Gedurende een aantal jaren ben je als jongvolwassene veroordeeld tot een minder stabiele levensfase. Niet alleen maakt het lichaam een transformatie door, maar vooral het brein krijgt het in deze periode zwaar te verduren. Er worden stofjes aangemaakt die ervoor zorgen dat er impulsieve en risicovolle acties worden ondernomen. Bijkomende gevolgen hiervan zijn onder meer dat pubers het moeilijk vinden in te schatten wat de mogelijke gevolgen zijn van hun acties. Neem daarbij nog eens de verlammend werkende groepsdruk en het plaatje is compleet.

Als docent heb je, naast de ouders, de taak om deze pre-volwassenen op het juiste pad te houden of te krijgen. Dat is een uitdaging die bij succes veel voldoening kan opleveren. Het is voor een docent dan ook een oprechte beloning wanneer een (oud)-leerling je alsnog bedankt voor die ‘wegwijzer’ die je hem of haar in het verleden hebt aangeboden. Soms heeft deze wegwijzer eerst jarenlang in de schaduw gestaan voordat deze op een bepaald moment alsnog werd gezien en erkend.

De afgelopen weken heb ik op school regelmatig gebruik gemaakt van wegwijzers, die allemaal hadden te maken met het thema drank en bijbehorende groepsdruk. Daarbij ging het voornamelijk over de nieuwste drankhype op Facebook, de zogenaamde ‘neknomination’. Dit houdt in dat je iemand via Facebook nomineert om op een zo origineel mogelijke wijze een glas alcohol in één teug leeg te drinken. Dit moet worden gefilmd en binnen vierentwintig uur plaatsvinden. Lukt dit de betreffende persoon niet, dan moet hij of zij een krat bier geven aan degene die hem of haar heeft genomineerd. Vaak gaat het hier om kinderen die zelfs nog ver van oude alcoholgrens vandaan zitten.

Foto: Desiree Catani (cc)

Van de werkvloer – onderwijs | Heldenstatus door dood vogeltje

COLUMN - Woensdag 5 februari, eerste lesuur. Een hele horde leerlingen van een brugklas HAVO/VWO komt enthousiast en bijna struikelend over elkaar én elkaars woorden het tekenlokaal binnen. Met hun smartphones in de aanslag staan ze voor me. Er wordt opgewonden door elkaar heen geschreeuwd. Voor mij is er geen touw aan vast te knopen. Enkele kreten die ik tijdens deze onverwachte overval kan ontcijferen, zijn ‘fleppie’, ‘record’, ‘spelen’ en ‘kent u..?’ Langzaam krijg ik het vermoeden van een nieuwe hype, een digitale rage. Terwijl ik de druktemakers enigszins probeer te kalmeren, vraag ik of er één iemand mij rustig kan uitleggen wat er aan de hand is.

De leerling met het record van de klas in zijn bezit, inmiddels een status van jewelste, laat mij uiteindelijk zien waar het allemaal om gaat. Op het schermpje van zijn smartphone zie ik een soort van geel bolletje voor een blauwe achtergrond bewegen. Het blijkt een vogeltje te moeten voorstellen. Het vogeltje moet tussen buizen door vliegen, iets wat enkel lukt door als een dolle op het schermpje te tikken. Vliegt het vogeltje tegen een buis aan, dan ben je af. Niet meer en niet minder. Het spelletje blijkt Flappy Bird te heten. De enige Flappie die ik tot voor het begin van deze les ken, is die van Youp van ’t Hek en mijn eigen Flappie. Het konijn dat ik kreeg toen ik naar groep 3 ging.

Vorige