P.J. Cokema

1.332 Artikelen
178 Waanlinks
2.627 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
P.J. Cokema is het pseudoniem van Peter de Jonge. Hoewel geen fervent voorstander van pseudoniemen, toch deze internet-identiteit aangenomen, omdat er erg veel Peter de Jonges op het world wide web te vinden zijn.

Tot juli 2018 werkzaam geweest in de dak- en thuislozenopvang. Blogt sinds 9 januari 2006 op zijn eigen website Peterspagina (voorheen Codes, keuzes en maakbaarheid). Onder het pseudoniem P.J. Cokema voegde hij zich in 2008 als gastlogger bij GeenCommentaar, waar hij in mei 2011 toetrad tot de vaste groep redacteurs.

Na de fusie met Sargasso verzorgde hij sinds oktober 2011 de wekelijkse rubriek Kunst op Zondag, nu nog 1 tot 2 keer per maand. Daarnaast zijn binnenlands bestuur en de gezondheidszorg de belangrijkste aandachtsgebieden voor zijn artikelen.

Tevens initiatiefnemer van de Blogparel (tot 2014), de blogprijs voor stukjes die lezers eerst doen lachen en vervolgens tot nadenken stemmen.
Foto: james (cc)

Kunst op Zondag | Tijd (2)

Voor kunst moet je tijd maken. Schilderijen komen er wat betreft de tijd die de toeschouwer er aan spendeert erg bekaaid af, schreven we vorige week. Nu is schilderen misschien een techniek die zijn beste tijd wel heeft gehad. Niet alleen omdat hedendaags publiek “plaatjes” scant alsof het internet doorbladert, ook omdat het publiek vanzelf langer stil staat bij kunst die een tijdje duurt.

“Time based arts”, ofwel op tijd gebaseerde kunst, is het label dat men heeft gehangen aan performance-, video- en bepaalde vormen van digitale kunst. Allemaal kunst die een paar minuten tot soms uren tijd kost om het helemaal te zien.

Evengoed zou je ballet,toneel en muziek ook “time based art” kunnen noemen. Het label geldt echter alleen voor de beeldende kunst. De opkomst van nieuwe technologie heeft ook beeldende kunstenaars geïnspireerd. En beeldend kunstenaars die aan toneelstukjes doen, de performance, zijn niet meer weg te denken uit het kunstcircuit.

Voor musea is het een opgave die vormen van kunst te conserveren voor de toekomst. Het Guggenheim Museum, het Museum of Modern Arts in New York en het Tate Museum in Londen hebben hiervoor gespecialiseerde afdelingen en conservatoren. Nederland had tot 2013 nog een instituut voor video- en mediakunst, dat echter is wegbezuinigd en de collectie heft overgedragen aan LIMA (Living Media Art).

Foto: Bernard Polet (cc)

Kunst op Zondag | Tijd

Hoe lang kijk je naar een schilderij? Meestal een minimale fractie van de tijd die je kijkt naar andere kunstvormen. Er zijn initiatieven die proberen de toeschouwer wat langer aan een schilderij te binden.

Dit stukje lees je in een paar minuten. Klik je alle links aan duurt het niet veel langer, omdat je zeer waarschijnlijk niet meer dan een blik werpt op de inhoud. Ik schat dat slechts een paar lezers nog eens terug keren naar dit artikel en de links wat langer bestuderen.

Met schilderijen gaat het niet anders. Waar men bij toneel, dans en ’time based art’ als performance en videokunst doorgaans de duur van de voorstelling uitzit, keurt men schilderijen tien tot twintig seconden een blik waardig.

Bij de opening van een tentoonstelling van schilderijen van Jan Baas vroeg kunstenaar Rob van Doeselaar zich af: Hoe lang duurt een schilderij? In vergelijking met een boek, een film of een muziekstuk mist een schilderij de spanningsopbouw in het verloop van de tijd. Maar, zo stelt Rob van Doeselaar: “Het spannende van een schilderij is dat je een creatie die dagen, weken en soms wel maanden kan duren en waar lang en veel over is nagedacht, in een oogopslag kunt ondergaan”.

Foto: Libby (cc)

Kunst op Zondag | Participatie

In de vorige twee afleveringen waren verschillende voorbeelden te zien van kunstparticipatie in kunst. In Brazilië zagen we hoe kunstenaars samen met bewoners van sloppenwijken aan de slag gingen. Tik in je zoekvenster “kunstparticipatie” in en je zult ontelbare projecten vinden waar kunstenaars wijken en buurten intrekken om met bewoners artistiek sociale kunst maken.

De aflevering over Marina Abramoviç eindigde met een performance en publieksparticipatie. De toeschouwer wordt onderdeel van het kunstwerk. Vandaag een aantal voorbeelden waar het publiek een min of meer actieve rol heeft.

Publieksparticipatie is een veelzijdig en soms vreemd concept. Waarom zou het niet voldoende zijn als het publiek gewoon kijkt of luistert? Wil het publiek wel “meedoen”? Is het nodig de consumptieve houding van het publiek te veranderen een meer actieve bijdrage?

De ultieme participatie is natuurlijk kunst waarbij het publiek zelf meewerkt aan de totstandkoming van een kunstwerk. Zelf meedenken over het idee en de uitvoering. Zelf kwast en verf ter hand nemen. Zelf meespelen in een orkest. Zover gaat het bij de meeste publieksparticiperende kunstwerken niet. Meestal is het niet meer dan wat interactiviteit. Elektronica die op de aanwezigheid van het publiek reageert. Of kunstenaars zetten een installatie in elkaar waar het publiek in rond kan dollen. Kunst als pretparkje.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Marina Abramović

In de wekelijkse zoektocht naar een onderwerp voor Kunst op Zondag stuitte ik op een filmpje van Marina Abramović. De moeder van de performance, of moeten we zeggen: de diva der performance?

Ik heb geen idee waarom haar werk me wat doet. Misschien beïnvloed door de impact van het icoon dat ze is geworden? Of is het de rauwheid die zeker haar vroegere performances tekenden? Is het be- of bewondering voor de fysieke uitputting?

Ik kan niet goed zeggen waarom bijna elke performance van Abramović  me boeit. Ik kan het wel met u delen, dus vandaag een ode aan Marina Abramović.

In één filmpje vier performances uit 1975 – 1978.

1. Art must be beuatiful, artist must beautiful, 2. Freeing the voice, 3. Freeing the memory en 4. Freeing the body.

Tussen 1976 en 1988 werkte ze samen met Ulay. De relatie eindigde in 1988 met het bewandelen van de Chinese Muur. Abramović  en Ulay begonnen elk aan een andere kant en liepen naar elkaar toe, alwaar ze afscheid van elkaar namen.

Light/ Dark -1977

Relation in Time – 1977

Imponderabilia -1977

Breathing In Breathing Out Death Itself –  1977

AAA AAA -1978

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Politiek Kwartier | Superruil: Provincie versus grondwet

OPINIE - In ruil voor toezeggingen om tot een superprovincie te komen, zouden D66 en GroenLinks snelle afhandeling van een tweetal grondwetswijzigingen moeten afdwingen: de gekozen lokale bestuurders en de constitutionele toetsing van wetten.

Het lag erg voor de hand dat het kabinet in D66 en GL de ideale collaborateurs ziet om de beoogde superprovincie (fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) snel in de steigers te zetten. D66 is ronduit voor het vormen van landsdelen (lees: fusie van provincies). GL is kritisch over de huidige inrichting van provincies, maar zou het liefst een staatscommissie eerst onderzoek laten doen naar mogelijke alternatieven.

D66 wil wel onderhandelen over vervoer, GL over natuur. Dat wil zeggen: meer geld voor deze onderwerpen. Maar waarom ook niet twee zaken in de strijd gegooid die D66 en GL toch zeer na aan het hart liggen?

De gekozen burgemeester en gekozen commissaris van de koning staan al jaren te boek als de kroonjuwelen van D66. Het juweeltje kostte in 2005 nog een D66-minister zijn kop. In april 2012 diende D66-Kamerlid Gerard Schouw het initiatiefvoorstel in tot ‘deconstitutionalisering van de aanstelling van de burgemeester en commissaris van de Koning’ (CvdK). Het voorstel kwam in het Regeerakkoord terecht en op 19 september stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor. Tot zover liep het op rolletjes.

Foto: dany13 (cc)

Kunst op Zondag | WK Favela

In de marge van de wereldkampioenschappen voetbal zul je de komende weken het woordje ‘favela’ af en toe tegenkomen. Mooi woord. Het is de wat exotische benaming voor sloppenwijk.

Er wordt beweerd dat zo’n WK goed is voor Brazilië en dus ook goed voor de favelas. Het is maar gedeeltelijk waar en de bewoners van de sloppenwijken vrezen dat die waarheid niet langer duurt dan het WK zelf.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft een negatief reisasdvies voor de favela’s, maar wie naar het WK reist moet zeker eens een Favela Tour doen en het Favela Museum bezoeken. De Braziliaanse sloppenwijken zijn immers meer dan geweld tussen drugsondernemers en politie en demonsterende favelabewoners.

Zeker, het is nog lang geen ‘Living together in paradise’. De Vietnamese kunstenaar Nguyen Manh Hung ziet een urbane toekomst in van sloppenhuisjes opgetrokken torens.

Dat doet denken aan Torre David in de Venezuelaaanse hoofdstad Caracas.

Een mislukt ontwikkelaarsproject dat door krakers werd bezet en nu te boek staat als een verticale favela.

Dat ging anders met de Abraham Lincoln toren in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia. De toren is nooit afgemaakt. Krakers uit een naburige favela werden er na een paar maanden uitgezet en verder gebeurde er niets. Met het project ‘Paraiso Ocupado’ willen de Nederlandse kunstenaars Wouter Osterholt en Elke Uitentuis geld inzamelen om de toren af te bouwen en appartementen op te kopen die aan de krakers kunnen worden teruggegeven.

Foto: Horia Varlan (cc)

Kunst op Zondag | In C

Bent u uiterst goed gestemd vandaag? Mooi, dan staat u in C majeur. Dat wil zeggen: als u in de romantische opvatting gelooft dat aan toonsoorten karaktereigenschappen of gemoedstoestanden kunnen symboliseren.

C majeur, of C groot, staat meestal voor kracht, vreugde, overwinning. C majeur is de lolbroek onder de toonsoorten. Waarschijnlijk ook de meest gespeelde toonsoort, al was dat alleen maar omdat iedereen die muzieklessen neemt als eerste die toonsoort voor zijn kiezen krijgt.

Een misvatting die de wereld niet uit te krijgen is. Iemand die pianoles krijgt zou eerst eens vrij en onbevangen alleen de zwarte toetsen moeten beroeren. Klinkt altijd goed, wat je ook doet. Maar vijf tonen in plaats van de acht die in C majeur zitten. Muziektheoretisch gedacht zit je dan wel in ingewikkelde toonsoorten te vingeren.

Gitaristen zouden in E mineur moeten beginnen. De eerste en laagste snaar is een E en een E mineur akkoord pak je makkelijker dan een C akkoord. Beginnende violisten beginnen het best in A majeur. En sommige blazers worden geleerd misleidend bezig te zijn. Op papier mag er dan een C majeur toonladers staan, in werkelijkheid hoor je een Bes- of een Es toonladder.

Dat is allemaal technische praat. Waarom sfeer, karakter of folkloristisch-psychologische symboliek aan een toonsoort hangen?

Vorige Volgende