P.J. Cokema

1.374 Artikelen
181 Waanlinks
2.658 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
P.J. Cokema is het pseudoniem van Peter de Jonge. Hoewel geen fervent voorstander van pseudoniemen, toch deze internet-identiteit aangenomen, omdat er erg veel Peter de Jonges op het world wide web te vinden zijn.

Tot juli 2018 werkzaam geweest in de dak- en thuislozenopvang. Blogt sinds 9 januari 2006 op zijn eigen website Peterspagina (voorheen Codes, keuzes en maakbaarheid). Onder het pseudoniem P.J. Cokema voegde hij zich in 2008 als gastlogger bij GeenCommentaar, waar hij in mei 2011 toetrad tot de vaste groep redacteurs.

Na de fusie met Sargasso verzorgde hij sinds oktober 2011 de wekelijkse rubriek Kunst op Zondag, nu nog 1 tot 2 keer per maand. Daarnaast zijn binnenlands bestuur en de gezondheidszorg de belangrijkste aandachtsgebieden voor zijn artikelen.

Tevens initiatiefnemer van de Blogparel (tot 2014), de blogprijs voor stukjes die lezers eerst doen lachen en vervolgens tot nadenken stemmen.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Junioren

COLUMN - Laten we de week eens beginnen met oud nieuws op te halen. Voordat het voorgoed in de duistere krochten der vergetelheid verdwijnt.

Wellicht heeft u het ergens gelezen of op televisie ergens gezien, maar we krijgen een paar junioren bewindslieden. Staatsecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) gaat twee junior ministers installeren en één junior staatsecretaris, die zo rond de 16 jaar moet zijn.

Een symbolische functie? Welnee….

Needless to say we must take our special advisors seriously. They cannot be treated as some form of ’token representation’. At the same time, I am confident they will speak up for themselves if they ever feel treated as such. I hope we will soon be able to welcome the ‘mini-ministers’ and ‘mini-me’.

Volgens de woorden van de staatssecretaris bij de uitreiking van de Children’s Peace Prize, 4 december jongstleden.

U had er niet van gehoord? Misschien hoort u er ook nooit meer over, want het is nog maar een voorstel. De junioren worden dus ‘special adviseur’. Zou het wat zijn ook junioren te benoemen op de overige departementen?

Foto: Joop Reuvecamp (cc)

Kunst op Zondag | Onder de brug

Hoe het werk er uit zag ben ik vergeten, maar de naam van de kunstenaar raakt nooit versleten. Zomaar een zondag rijmpje dat opborrelde na lezing van bruggen (of wat daar voor door moet gaan) die naar bekende schrijvers zijn genoemd.
We gaan er hier gemakshalve even vanuit dat schrijvers ook kunstenaars zijn, om het bruggetje te maken naar wat ik eigenlijk wil zeggen.

Kijk, kunst in de publieke ruimte is doorgaans redelijk zichtbaar. Op gevels. Soms moet je reikhalzen omdat het bovenop gebouwen staat. Verder lenen bushaltes, trafohuisjes, tunnels en bruggen zich uitstekend voor openbare galerie.

De zichtbaarheid van tunnelkunst is wat duister. Je moet er de diepte voor in en het is niet altijd ongevaarlijk om bij het kunstwerk stil te blijven staan. Dat geldt ook enigszins voor bruggen. Daar ga je over voort. Er op blijven staan leidt in veel gevallen tot verkeershinder.

In sommige plaatsen heeft men wegverkeershinder tot attractie, pardon, beleving verheven. De onderkant van ophaalbruggen als museummuur. Voor andere kunst onder de brug moet je eerst het water op. Da’s dus vrij elitiare kunst (want niet voor iedereen toegankelijk).

In veel gevallen is kunst onder de brug vooral tekst. One liners uit gedichten, hier en daar een volledig vers. Zelden beeldende kunst. Daar doe ik graffiti ernstig tekort mee. Nu behoeft dat segment amper meer publiciteit want, ook al is het veel van hetzelfde, vrijwel wekelijks is er wel ergens nieuw werk te zien.

Foto: Andrew Dubber (cc)

Kunst op Zondag | Aantrekkelijke beleving

Zet een speel-, klim-, sluip-door-kruip-door attractie in een museum en het heet geen pretpark maar een beleving. Dat is natuurlijk veel beter geformuleerd. ‘Attractie’ suggereert toch dat het om iets aantrekkelijks gaat. Er zijn ongetwijfeld sujets die aangetrokken worden door de angst, misselijkheid en kots van het publiek dat een Sledge Hammer of een Python verlaat. Maar omdat daar ook anders over gedacht kan worden is het beter kiezen voor ‘beleving’. Daar kun je alle kanten mee op.

Dat een museum de allure van een pretpark kan hebben ontdekken we als er reusachtige interactieve installaties zien waar het publiek aan mag zitten. Wat heet ‘aan mag zitten’: er op klimmen, er af springen, er door rennen, er tegen gaan leunen.

Je zou denken dat een dergelijk kunstwerk van uiterst robuust materiaal moet zijn. Dat gaan we zien bij twee kunstenaars wiens werk je moet ‘beleven’. De één gebruikt robuust textiel, de ander juist heel tere lappen. Uiteraard ga je bij dat laatste kalm en voorzichtig er doorheen.

Eerst de Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto, wiens werk je wellicht in Nederland al eens hebt gezien tijdens Den Haag Sculptuur 2016 of in 2004 en 2009 in museum Boijmans van Beuningen, waar ´Célula nave´ (losjes vertaald: cel schip) werd geïnstalleerd.

Closing Time | Bounce

Gisteren vroeg we ‘Herinnert u zich deze nog?’ En we zetten het laatst genoemde hier weg. Leuk om ook de rest van de hekkensluiters eens langs te gaan. Zoals onder het filmpje staat geschreven: 9 minuten funk, kunt u dat aan? Zapp & Roger – More Bounce To The Ounce

Foto: World Economic Forum (cc)

Klimaatdebat is een straatgevecht

OPINIE - Via ons zusterblog Studium Generale Utrecht ontvingen we deze Engelstalige bijdrage over de verwording van het klimaatdebat en wat we daar mogelijk tegen kunnen doen.

Why the climate debate is a street fight

Groups of industry-connected scientists and PR people mislead the public. The campaigns they run deny well-established scientific knowledge and are very effective. What can we do about it?

It’s not often that I share a personal opinion on this blog, but today I make an exception. In the series Movies & Science, we screened Merchants of Doubt. It is an exposé of rightwing scientists and pundits whose sole purpose is obscuring the scientific truth on issues from tobacco smoke to global warming. Statistician dr. Daniel Oberski (UU), who gave an introductory talk, is optimistic about the future of science and therefore optimistic about the future of the earth and mankind. In that regard both he and the filmmakers are on the same page. The documentary ends on a note of hope, with the strong belief that reason and facts can defeat propaganda and falsehoods. I am more of a pessimist. Although they may be right in the end, I fear the amount of harm that can be done in the meantime. The consequences are dauntingly real. So even if science will eventually triumph, having the last laugh does not mean it will be a fun time.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Zelfafbeelding

Hoe kun je een massa kunstenaars van alle tijden en stromingen in één tentoonstelling bij elkaar zetten? Da’s makkelijk want één thema hebben ze bijna allemaal gelijk: zichzelf. En omdat er dus een schat aan zelfportretten is, pimpen musea, curatoren en recensenten de zelfafbeelding op door het van deze tijd te maken. Jawel, dankzij de ‘selfie’ zou het zelfportret razend populair zijn. Hoe je een trend met smoel maakt.

Ook de kunstenaars die in de vorige twee afleveringen (hier en hier) aan bod kwamen deden (en doen) aan zelfafbeelding.

Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 – 1660) – Zelfportret, 1645.
cc commons.wikimedia.org Self-portrait by Diego Velázquez

Het traditionele zelfportret, de ‘oerselfie’, kunnen we zowel bij Velázquez als bij Charlotte Salomon (1917 – 1943) zien als veredelde pasfoto.
Charlotte Salomon, Zelfportret, 1940. Collection Jewish Historical Museum, Amsterdam, © Charlotte Salomon Foundation, Charlotte Salomon®

Francis Bacon trekt zijn eigenaardige stijl door in zijn zelfafbeelding.

Francis Bacon (1909 – 1992) – Drie studies voor een zelfportret, 1967.
cc Flickr cea+ [ B ] Francis Bacon - Three Studies for a Self-Portrait (1967)

Keith Haring overdrijft het stileren dermate dat zijn zelfportret wel iedereen zou kunnen zijn. Maar stijl en kunstenaar zijn natuurlijk een en hetzelfde.

Keith Haring (1958 – 1990) – Zelfportret, 1989.
cc Flickr Ron Cogswell photostream Keith Haring's 'Self-Portrait' -- Astor Place Greenwich Village (NY) April 2016

Caspar Berger (1965 – heden) vraagt zich af of niet elk kunstwerk per definitie een zelfportret van de maker is. We vroegen hem of dan elk kunstwerk als een gehele of gedeeltelijke replica van de kunstenaar zelf gezien moet worden. Ja, antwoordde Caspar Berger, het kunstwerk is een uiting van de “the back story” van de kunstenaar.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Tentegenovertoonstelling III

Ook deze Kunst op Zondag is geïnspireerd door een van de reacties op ‘Tentegenovertentoonstelling’, dat handelde over het naast of tegenover elkaar geëxposeerde werk van verschillende kunstenaars, uit verschillende tijden en/of stromingen.

Vorige week namen we drie keer een paus naar aanleiding van deze reactie. Nu maken we dankbaar gebruik van de de andere reactie:

Het zou misschien wel interessant zijn om het werk van Charlotte Salomon te zien naast de schilderijen van Keith Haring. Beiden leefden voor hun schilderwerk, en bij beiden kon je op hun werk zien wat hen bezig hield, allebei figuratief. En beiden stierven tragisch jong. En ze waren allebei, als ik dat woord mag gebruiken, gepassioneerd bezig met hun schilderwerk.

Tja, welke kunstenaar leeft niet voor zijn/haar werk. Bij Salomon en Haring kun je ook stellen dat hun werk een middel was de aldoor aanwezige dood te trotseren.

Charlotte Salomon kwam uit een familie waar zelfmoord erfelijk leek te zijn (haar moeder, een tante, haar oma en drie andere familieleden doodden zichzelf), ze vermoordde haar grootvader met een omelet, leefde onder de continue dreiging van de Holocaust en werd zelf op 26-jarige leeftijd in Auschwitz vergast. Ze had nu 100 kunnen zijn.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Tentegenovertoonstelling II

De inspiratie voor deze Kunst op Zondag komt uit de reacties op ‘Tentegenovertentoonstelling’, het artikel van vorige week over werken van verschillende kunstenaars, uit verschillende tijden en/of stromingen, tegenover elkaar geëxposeerd.

Neem deze reactie:

Voor mij zou het een droom zijn om het werk van Francis Bacon uit 1953: Study after Velázquez’s Portrait of Pope Innocent X naast het bronzen werk Innocenzo X van de Nederlandse beeldhouwer Caspar Berger te plaatsen. Liefst nog met de vroegste bron erbij uit 1650: Portrait of Pope Innocent X van Diego Velázquez. Super!

Maar natuurlijk geachte reaguurder! Doen we. Van links naar rechts: Velázques, Bacon, Berger.
Sargasso Drieluik Innocent Velazques Bacon Berger

Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 – 1660) was een Spanjaard, op 61-jarige leeftijd in Madrid aan een fatale koorts overleden. Bij leven en welzijn verdiende hij de kost als hofschilder, hetgeen hem onder andere in staat stelde af en toe in Italië te wonen en te werken, geïnspireerd als hij was door Italiaanse kunstenaars als Titiaan. Tijdens zijn tweede reis naar Italië ontmoette hij paus Innocent X, die graag door Velázquez geportretteerd wilde worden.

Velázquez schilderde de paus niet mooier dan hij was, hetgeen voor die tijd opmerkelijk genoemd mag worden. De hofhouding van Innocent X dacht dat de eigenzinnige, narcistische paus Velázquez wel zijn tempel uit zou smijten, maar de paus bleek erg in zijn nopjes over het meesterwerk.

Closing Time | Sequenza VII

Het jaar schiet al lekker op. Al ruim 10 maanden zitten er op en had u al die tijd in de gaten wat het instrument van het jaar is?

De ‘Landesmusikrat Berlin’ zet sinds 2010 een muziekinstrument in de spotlights om met name onder jongeren de waardering voor een bepaald instrument op te vijzelen in de hoop meer jong talent op zo’n instrument te krijgen.

Na de contrabas, de trombone, de fagot, de saz, de altviool, de hoorn en de harp is dit jaar de hobo uw aandacht waard. Deutsche Welle, de Duitse internationale omroep, kwam met tien stukjes popmuziek waarin de hobo een rol(letje) speelt.

Vorige Volgende