COLUMN - ‘Valt u niets op? Ik heb de David van Michelangelo verbeterd, vervolmaakt.’ Beeldhouwer, kunstenaar Yne van Engelen, gevestigd in de voormalige smederij aan de Oosterzijde, heeft net een laken wegtrokken waardoor de David in zijn volle glorie voor ons staat. ‘U denkt dat ik een grapje maak, dat u naar een kopie zit te kijken. Maar er is een verschil. U kent het origineel toch? U ziet het niet? Ik zal u een eindje op weg helpen. Wie was David? Hij vocht tegen de reus Goliath en hij was Koning van Israel, we worden al warm. Dus wat was David? Ja. Koning, maar ik bedoelde dat andere, juist, jood. En wat kenmerkt joodse mannen? Ze zijn besneden. En nou is het typische dat Michelangelo zijn David niet besneden had, hij heeft een voorhuid van massief marmer. En mijn David heeft dus geen voorhuid. Je kijkt gewoon naar de eikel, daar kun je de hand op leggen. Maar daar kom ik zo meteen op. En ik heb het nieuwe geslacht van David royaal gemodelleerd naar mijn eigen, uh, deel, want Michelangelo was wel erg zuinig.’
Yne van Engelen is kunstenaar, maar ook vader van een puberdochter die een opvallende verschijning is in Dirkswoud met haar paars en roze geverfd haar. ‘Sanne is een schat met een goed geweten maar ook zo ijzerenheinig als wat. Er bestaat alleen wit of zwart voor haar, niets er tussenin. Nu heeft ze dat klimaatgedoe in haar kop, ze zit helemaal vast, haha, vast, aan haar standpunt. En ze is allergisch voor hypocrisie. Neem nou de D66 wethouder Van Ginkel. Die heeft een affiche van de Klimaatmars voor haar raam aan de Noordervaart hangen, maar ondertussen vliegt mevrouw wel doodleuk naar Florida en Japan, en weer terug natuurlijk. Ik heb Sanne met moeite kunnen weerhouden van een vastlijmactie aan de Tesla van mevrouw Van Ginkel. ‘Een Tesla heeft wel een uitlaat, die bevindt zich alleen ergens anders’, is haar argument dan. Het klimaat en de acties geven nogal wat spanningen in huis, zult u begrijpen. En daarom ben ik op mijn beurt bezig met een actie die moet leiden tot ontspanning, thuis en in de maatschappij, nou vooruit, te beginnen in Dirkswoud.’