Joël van der Weele

78 Artikelen
54 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Het levensverhaal van een illusie

COLUMN - Soms zijn er van die dagen dat alles lukt. Je projectvoorstel wordt gehonoreerd, je baas verrast je met een promotie, en onderweg naar huis vind je ook nog eens 10 euro op straat. Op zulke dagen zou je bijna, tegen beter weten in, een kraslot kopen om dit tijdelijke geluk optimaal te benutten.

Het idee dat goede uitkomsten voorkomen in clusters staat bekend als het “hot hand” effect, genoemd naar basketballers die series succesvolle schoten afleveren. In de basketbalwereld gelooft men heilig in het bestaan van dit effect en spelers proberen het zoveel mogelijk uit te buiten. De vedette LeBron James passt bijvoorbeeld extra ballen naar teamgenoten waarvan hij gelooft dat die een hot hand hebben.

Het probleem met deze strategie is dat 30 jaar gedragswetenschappelijk onderzoek heeft vastgesteld dat de hot hand een illusie is. De zogenaamde hot hand fallacy werd geboren in een studie uit 1985, met meer dan duizend academische citaties. Drie top-psychologen lieten daarin zien dat de succesreeksen in het basketbal niet te onderscheiden zijn van de reeksen die gegenereerd worden door een volledig toevallig proces.

Tientallen vervolgstudies op verschillende toepassingsgebieden bevestigden deze analyse. In zijn boek “Thinking Fast en Slow” uit 2011 noemt de Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman de hot hand een “massive and widespread cognitive illusion”. Onderzoekers begonnen zich zelfs af te vragen wat er toch mis was met die basketballers die maar niet van hun geloof in die hot hand af te brengen waren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hoeveel is uw privacy u waard?

COLUMN - Stel ik benader u met een aanbod om uw persoonlijke data te kopen voor mijn bedrijf. Geboortedatum, burgerlijke status, baan, hobby’s, dat werk. Ik beloof dat ik ze niet aan derden doorverkoop, maar verder doe ik ermee wat ik wil. Hoeveel wilt u hebben voor deze deal? Denkt u er even over na, u bent niet de eerste die moeite zou hebben met het antwoord.

Onderzoekers hebben het afgelopen jaren mensen precies deze vraag gesteld om de waarde van privacy te bestuderen. Het antwoord blijkt sterk af te hangen van hoe de vraag precies wordt gesteld. Als het gaat om surveys met hypothetische vragen, zegt een grote meerderheid dat ik met mijn bedrijf naar de maan kan lopen, en dat ik voor geen enkel bedrag hun data te zien krijg.

De zaken veranderen als er echt geld op het spel staat. Een team Duitse onderzoekers publiceerden vorige maand een onderzoek waarin ze studenten vroegen om persoonlijke data die vervolgens aan een telecombedrijf werden verkocht. Het datapakket varieerde van geanonimiseerde gegevens over hobby’s tot aan complete downloads van Facebook profielen. Voor elk pakket was minstens driekwart van de studenten bereid om hun data te verkopen. Gemiddeld wilden de studenten acht euro voor geanonimiseerde data over hun preferenties, 14 euro voor hun contactgegevens, en 20 euro voor hun Facebook timeline.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

WC-eend wetenschap

COLUMN - Zit je op Facebook, dan worden je data niet alleen aan adverteerders verkocht, maar ook aandachtig bestudeerd door de sociale wetenschappers van Facebook Data-Science (FDS). De experts zijn het eens over de revolutionaire en wetenschappelijke potentie van het gebruik van “Big Data”, maar er zit een fundamentele spanning tussen de privacy van de “datapunten” en de transparantie die de wetenschap vereist.

Vorige zomer publiceerden twee onderzoekers van Cornell University samen met een onderzoeker van FDS een geruchtmakende studie in het blad PNAS. Ze lieten zien dat een toename van positieve emoties in de nieuwsfeed leden ertoe bracht zelf ook meer positieve berichten te produceren. De studie leidde tot grote verontwaardiging, omdat de onderzoekers de nieuwsfeed van 700,000 Facebookleden manipuleerden.

Naast de ethische vragen rondom manipulatie is er een wetenschappelijke vraag, namelijk over de controleerbaarheid van de resultaten. FDS maakt onderzoeksdata niet beschikbaar, omdat dat tot identificatie van Facebookleden kan leiden. Zelfs de externe co-auteurs van de studie kregen de data nooit te zien, met het gevolg dat Cornell’s ethische commissie zich nooit over het experiment heeft uitgesproken.

Een nieuwe publicatie van FBS vorige week in het prestigieuze tijdschrift Science introduceert nog een ander ethisch probleem. In de studie onderzoekt FBS of de algoritmes achter uw nieuwsfeed leiden tot een zogenaamde “echo chamber”, een problematisch sociaal verschijnsel, waarin preferenties en informatie van politiek gelijkgestemde vrienden elkaar versterken. De conclusie van het artikel is echter geruststellend: het algoritme veroorzaakt nauwelijks echo effecten. De ontstane polarisatie komt voornamelijk voort uit de informatiekeuzes van de leden zelf.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Een ongelegen opgave

COLUMN - Schoorvoetend kwamen de EU leiders vorige week bij elkaar, nadat bijna duizend bootvluchtelingen dit jaar al zijn omgekomen op de Middellandse zee. Ondanks de wereldwijde verontwaardiging toonde die bijeenkomst vooral een hernieuwde onwil om het probleem aan te pakken. Die struisvogelpolitiek lijkt vooral bedoeld om onpopulaire vragen over interne samenwerking te vermijden.

De bootvluchtelingen vormen een psychologisch en politiek mijnenveld voor EU-politici. Ten eerste zijn de belangrijkste belanghebbenden van een oplossing vreemdelingen van een ander ras, religie en cultuur. Generaties gedragsonderzoek heeft laten zien dat mensen zich minder coöperatief opstellen tegenover “outgroup”-leden, mensen die niet tot hun onmiddellijke referentiegroep behoren. Ook in het “tolerante” Nederland is grote weerstand tegen de migranten. Zo heeft RTL Nieuws vanwege de schunnige reacties de reageerfunctie van haar website uitgezet bij het nieuws over bootvluchtelingen.

Ten tweede heeft de EU intern te maken met een sociaal dilemma: dat wil zeggen dat heel Europa van een oplossing profiteert, maar de kosten van die oplossing door individuele staten worden gedragen. In een EU waar het aan wederzijds vertrouwen en centraal gezag ontbreekt, leidt dit tot free-riding. De Noordelijke staten doen alsof hun neus bloedt, en verschuilen zich daarbij achter V.N. verdragen. Op hun beurt laten de Zuidelijke staten na de vluchtelingen op een ordelijke manier te registeren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Caveat Lector

Leest u graag de wetenschapskaternen van kranten en tijdschriften voor de laatste weetjes? Dan leest u voor een groot deel statistische ruis, ondanks een aantal recente replicatie-impulsen in de wetenschap.

2015 is de tiende verjaardag van het welluidende artikel “Why most published research findings are false” van professor Ioannides. Hij laat zien dat een combinatie van (te) kleine steekproeven en statistisch gesjoemel ertoe leidt dat veel experimentele resultaten berusten op toevalstreffers. Eén belangrijke reden is dat het vinden van een effect van een bepaald medicijn, onderwijsmethode of subsidie veel spannender en verrassender is dan de absentie ervan.

Onderzoek met positieve resultaten komt daarom in veel betere tijdschriften – en in populair wetenschappelijke bladen. Onderzoekers gebruiken daarom, soms onbewust, allerlei technieken om de effecten groter te laten lijken, of rapporteren alleen de ‘gelukte’ studies, een fenomeen genaamd publication bias. Een teken dat Ioannides het bij het rechte eind heeft, is dat replicatiestudies bijna altijd kleinere effecten vinden dan het origineel. Veel resultaten “verdwijnen” dus simpelweg na een korte initiële hype.

Na Ioannides’ artikel werden wetenschappers op allerlei vakgebieden behoorlijk nerveus over wat ze eigenlijk weten. Om daarover duidelijkheid te verschaffen is er het laatste decennium een aantal grote replicatieprojecten gestart. Het Open Science Reprodicibility Project heeft doet replicaties op het gebied van kankeronderzoek en sociale psychologie. Een andere organisatie, de Open Science Collaboration heeft 13 veel geciteerde sociaalpsychologische onderzoeken gerepliceerd. Ze vond een replicatiepercentage van 77%, hoger dus dan Ioannides voorspelde. De komende projecten zullen moeten uitwijzen of deze score overeind blijft.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Economen in het museum

COLUMN - De afgelopen maand liep ik verkleed als suppoost door het Stedelijk Museum. Als onderdeel van een kunstwerk was het mijn taak om bezoekers te vragen naar hun mening over de markteconomie. Mijn interacties bevestigden dat het publiek heel anders naar de economie kijkt dan mijn collega-economen.

Tino Seghal is een Duitse kunstenaar die “geconstrueerde situaties” ontwerpt, waarbij de bezoeker op een onverwachte en interactieve manier in het kunstwerk betrokken wordt. In het werk “This is Exchange”, bieden als suppoost aangeklede economen de bezoeker een paar Euro aan in ruil voor hun mening over “de markteconomie”. Het idee achter dit immateriële kunstwerk is dat de bezoeker een onverwachte interactie met de suppoost beleeft, waarbij zelfs een negatieve mening over de markteconomie transactiewaarde blijkt te hebben.

Mijn ervaringen na meer dan twintig uur ‘kunstwerk zijn’ en honderden interacties lenen zich niet voor drastische conclusies. Gedeeltelijk ligt dat aan het feit dat “de markteconomie” zo’n breed begrip is dat de discussie alle kanten op kan (en dat ook doet), en gedeeltelijk aan de selectie van bezoekers (kunstliefhebbers, toeristen).

Toch waren er enkele opvallende gemene delers. Ten eerste heeft een groot deel van de mensen geen idee of mening over de economie, en lijkt het te beschouwen als een technocratische zaak waar ze zich liever niet mee bezig houden. Een enigszins zorgbarende houding als je bedenkt dat de economische organisatie van onze samenleving zo ongeveer alle aspecten van ons dagelijks leven beïnvloedt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Afleiding gezocht

COLUMN - Wanneer kan je als kind het best een extra koekje pakken of je broertje slaan? Als je ouders even niet kijken natuurlijk. Deze vuistregel blijkt niet alleen kinderen, maar ook politici goede diensten te bewijzen. Een nieuwe studie laat zien dat Israëlische aanvallen op de Palestijnen soms zo zijn gepland zijn dat ze samenvallen met andere (Amerikaanse) nieuwsevenementen om minder internationale aandacht te trekken.

De studie, door onderzoekers van Sciences Po en de Paris School of Economics, onderzoekt wederzijdse aanvallen tussen Israël en de Palestijnen in de periode 2000-2011. Ze relateren de timing van die aanvallen met een index van “nieuwsdruk” in de Amerikaans media. Dit is de hoeveelheid tijd die de grootste televisiestations besteden aan de belangrijkste nieuwsitems die niet met het Palestijns-Israëlische conflict te maken hebben.

De auteurs laten zien dat als de nieuwsdruk op een bepaalde dag groter is, de kans op een Israëlische aanval op de dag ervoor toeneemt. De strategie heeft een meetbaar effect. Onder hogere nieuwsdruk is er minder aandacht voor het conflict, en dat leidt tot een lager gebruik van Google zoektermen gerelateerd aan het conflict.

Het gaat maar om een deel van de Israëlische offensieven, want zowel de aanval als de nieuwsdruk moeten zich lenen voor deze strategie. Zo bestaat het verband alleen voor aanvallen waarvoor negatieve publiciteit het waarschijnlijkst is, zoals acties in dichtbevolkte gebieden, met zware wapens, of met een hoge waarschijnlijkheid op burgerslachtoffers. Daarnaast treedt het effect alleen op bij voorspelbare nieuwsdruk zoals sport- of politieke evenementen, die, in tegenstelling tot bijvoorbeeld natuurrampen, onderdeel kunnen zijn van een geplande tactiek.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Een klasse apart

COLUMN - Bent u rijk en hoog opgeleid, dan zit uw kind met een hoge waarschijnlijkheid (44%) op het VWO. Bent u arm en laag opgeleid, dan is die kans 13% en zit uw kind waarschijnlijk (70%) op het VMBO. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de tweedeling tussen hoog en laag opgeleiden. Een nieuwe studie onderzoekt hoe die tweedeling van ouder op kind wordt doorgegeven via de ontwikkeling van karaktereigenschappen.

De studie, gedaan door Duitse onderzoekers, kijkt naar de relatie tussen de sociaal-economische-status (SES) van de ouders en de karaktereigenschappen en intelligentie van hun kinderen. Aan het onderzoek deden een kleine 800 Duitse gezinnen uit het Roergebied mee met kinderen tussen de zeven en negen jaar.

De onderzoekers maten de karaktereigenschappen van de kinderen met behulp van verschillende experimenten. In de experimenten konden de kinderen sterren verdienen, die ze konden omwisselen voor speelgoed: hoe meer sterren, hoe mooier het speelgoed.

De onderzoekers maten onder andere het rechtvaardigheidsgevoel van kinderen door ze sterren te laten verdelen tussen zichzelf en een ander kind. De bereidheid om risico te nemen testten ze door kinderen te laten kiezen tussen een zeker aantal van drie sterren, of het werpen van een munt met aan een kant nul sterren en aan de andere kant zeven sterren. Om hun geduld te testen moesten de kinderen daarnaast kiezen tussen een aantal muntjes nu, of het dubbele aantal munten een week later. Tenslotte deden alle kinderen verschillende soorten intelligentietesten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Geduld kun je kweken

COLUMN - Geduld is een schone zaak. Het is zowel een goede karaktereigenschap, als een belangrijke kracht achter duurzame economische groei en vruchtbare investeringen.

Zowel mensen als culturen verschillen sterk in de mate van geduld. Een ambitieus nieuw onderzoek biedt een verrassend perspectief op de oorsprong van deze verschillen: geduld komt uit de bodem. Mensen in gebieden die meer dan vijfhonderd jaar geleden betere oogsten opleverden, zijn vandaag gemiddeld geduldiger.

De theorie is eenvoudig: stel dat mensen kunnen kiezen tussen twee strategieën om voedsel te zoeken: een eerste die snel voedsel oplevert, zoals jagen en plukken, en een tweede waarvoor meer geduld nodig is, namelijk landbouw bedrijven. Als landbouwgewassen meer opleveren, zullen de boeren relatief succesvoller zijn en zich sneller voortplanten. Hun geduldige genen nemen daardoor toe in de populatie.

Het heroïsche deel van het onderzoek zit hem in de empirische validatie, die een goede honderd pagina’s in beslag neemt. Als maat voor geduld gebruiken de onderzoekers data over “lange-termijnoriëntatie” van de Nederlandse antropoloog Geert Hofstede. Die maatstaf is gebaseerd op een groot aantal variabelen, zoals antwoorden op enquêtevragen over het belang van de toekomst en economische variabelen zoals de spaarquote en investeringen in onroerend goed. Vooral Aziatische landen scoren hoog op deze maatstaf, terwijl Europa (en Nederland) in het midden liggen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Een contract voor de Eurozone?

COLUMN - De Griekse verkiezingen en de voortslepende Eurocrisis tonen aan hoezeer de eurozone op zoek is naar een sociaal contract: een samenwerkingsvorm met heldere regels die door iedereen worden geaccepteerd. Een economisch experiment laat zien hoe we de huidige crisis in ieder geval niet moeten aanpakken.

In het zogenaamde public good-experiment krijgt iedere deelnemer een hoeveelheid geld die hij ofwel in zijn eigen privéproject, ofwel in een groepsproject kan investeren. Het groepsproject levert winst op voor de hele groep, en de totale groepsopbrengst is maximaal als alle deelnemers samenwerken en al hun geld in het groepsproject stoppen.

Het dilemma is dat het privéproject een hogere opbrengst genereert voor de proefpersoon zelf. De hoogste winst behaalt hij dus door alleen in zijn eigen project te investeren en daarnaast te profiteren van de groepsinvesteringen van anderen. De uitkomst van dit experiment is dat na een paar spelronden met zulke free riders ook de goedwillende spelers het opgeven. De groepsinvesteringen worden steeds lager, om uiteindelijk helemaal te verdwijnen.

Het invoeren van straffen tijdens het experiment biedt een oplossing voor deze treurige uitkomst. Als deelnemers een klein bedrag kunnen inzetten om de free riders een deel van hun winst te ontnemen, ontstaat er al snel een impliciet `sociaal contract’ van hoge groepsinvesteringen, gecombineerd met straffen voor de free-riders.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Pragmatisch extremisme?

COLUMN - Na de aanslagen in Frankrijk, domineert de radicalisering van westerse moslims wederom het publieke debat. Sociale wetenschappers debatteren verwoed over de oorzaken van radicalisering en de effectieve bestrijding ervan. Onwaarschijnlijk of niet, ook economen houden zich bezig met de verspreiding van extreme politieke of religieuze denkbeelden. Of in economenjargon: hoe elastisch is de vraag naar (extremistische) ideologie?

Al in de zeventiende eeuw opperde de Franse filosoof en wiskundige Blaise Pascal een kosten-baten afweging als basis voor geloof in God. Hij argumenteerde dat de lage praktische kosten (af en toe een uurtje naar de kerk) niet opwegen tegen de mogelijke opbrengsten (een oneindig lang verblijf in de hemel). Deze logica is de inspiratie voor twee recente experimenten, die extremistische denkbeelden op de proef stellen door de kosten ervan te variëren.

In een tot nu toe ongepubliceerde studie onderzochten Amerikaanse gedragseconomen leden van de sekte “Family Radio”, die geloofden in de voorspelling dat in mei 2011 de wereld tot een eind zou komen. Een week voor de vermeende apocalyps benaderden de onderzoekers de sekteleden met de vraag of ze liever vijf dollar direct kregen, of een cheque variërend van 5 tot 500 dollar, waarbij ook de uitbetalingskans werd gevarieerd. Helaas voor de sekteleden was de cheque pas te innen nadat de wereld zou zijn vergaan, en dus waardeloos voor de echte gelovige.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Liefdadigheid: gruwel of gouden kans?

COLUMN - Zoals elk jaar zijn we de afgelopen kerstvakantie bestookt met aanvragen van goede doelen. Het glazen huis is een illustratie van de moeite die liefdadigheidsinstellingen in deze periode doen om de aandacht trekken. De ontvangers van onze donaties zijn er hopelijk bij gebaat, maar hoe zit het met de donoren zelf? Zijn we blij met de mogelijkheid iets goeds te doen, of ergeren we ons groen en geel aan de bedelarij? En welke emotie wint er over het geheel genomen?

Psychologen hebben weten al lange tijd dat iets voor anderen doen mensen een goed gevoel kunnen geven. Zo zijn bijvoorbeeld mensen die vrijwilligerswerk doen tevredener en gezonder.

Dit verband is bovendien (gedeeltelijk) causaal, zoals de auteurs van een artikel gepubliceerd in 2008 in het blad Science, laten zien. De onderzoekers gaven proefpersonen geld dat ze moesten besteden aan ofwel een cadeau voor zichzelf ofwel voor een ander. De mensen die de opdracht kregen een cadeau voor een ander te kopen rapporteerden aan het eind van de dag hogere scores voor geluk (“happiness”) dan degenen die voor zichzelf iets gekocht hadden.

Dit resultaat betekent echter nog niet dat de mogelijkheid tot doneren tot een algemene emotionele vooruitgang leidt. Een deel van de gevers doneert misschien alleen omdat ‘het moet’. En hoe zit het met degenen die niet doneren? Misschien dat hun ergernis of schuldgevoel de positieve gevoelens van de donateurs meer dan compenseren.

Vorige Volgende