Gastauteur

2.327 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Davide Vosti (cc)

Nederland – België 0-1?

ACHTERGROND - Iedereen weet dat het in Nederland met de economie niet zo best gaat. Maar als een zekere Nobelprijswinnaar voor de Economie beweert dat zelfs België het beter doet gaat menig nationalistisch hartje heftig bonzen. “Dat moet onzin zijn!” Krugman – de Nobelprijswinnaar in kwestie – heeft geen veldwerk gedaan, ‘handelt volstrekt in strijd met de feiten‘ en gaat ‘te kort door de bocht.’ Ik laat het twisten over de macro-economie aan hen die daar verstand van hebben, en zal mij richten op een belangrijke politieke bewering van Krugman:

And in general, it’s hard to escape the impression that Belgium has been better served by political paralysis than the Netherlands has by its unified, effective determination to do exactly the wrong thing.

Dat Krugman beweert dat in Nederland ’the whole political center [is] committed to doing the right thing,’ is simpelweg niet waar. D66, Groenlinks, CDA, Christenunie zijn nog steeds oppositie partijen en als zij zich iets gewilliger hadden opgesteld, waren sommige dossiers al een stuk verder geweest. Kortom, de bewering ‘its unified, effective determination’ is inderdaad een voorbeeld van het gebrek aan veldwerk. Maar België: is daar inderdaad sprake van politieke verlamming? Op het eerste oog wel: dankzij de 541 dagen die het duurde om de huidige regering te vormen heeft België voor een belangrijk deel van de economische crisis geen regering gehad. In 2 commentaren in het blad Governance  (link 1link 2) scheppen Belgische politicologen (Carl Devos, Dave Sinardet, Geert Brouckaert en Marleen Brans) een ander beeld:

Foto: slynkycat (cc)

Vrouwelijke schuchterheid en mannelijke overmoed in het stemhokje

ANALYSE - Er bestaat een significante, maar onderbelichte relatie tussen stemgedrag en geslacht, meent politicoloog Eelco Harteveld.

Politicologen zijn geïnteresseerd in scheidslijnen. We weten dat ouderen en jongeren op verschillende partijen stemmen, net zoals autochtonen en allochtonen, stedelingen en plattelanders, fabrieksarbeiders en CEO’s. Bij elke verkiezing is er weer opnieuw aandacht voor voor het stemgedrag van respectievelijk hoger en lager opgeleiden. Maar hoe zit het met verschillen in stemgedrag tussen mannen en vrouwen?

Om u, ondanks de komkommertijd, komend weekend van een goed kroegonderwerp te voorzien, volgt hieronder een korte speurtocht naar ‘de vrouwelijke stem’ (of, zo u wilt, de mannelijke). De conclusies zijn, om u verder (met name in de kroeg) van dienst te zijn, hier en daar kort door de bocht.

Politiek en geslacht

Verschillen tussen mannen en vrouwen in politiek gedrag worden in bijna elke studie opgemerkt, maar in de reguliere politicologie vormen ze niet echt het centrum van de aandacht. We weten van mannen dat ze in ontwikkelde landen gemiddeld iets rechtser zijn dan vrouwen, dat ze in sommige landen vaker gaan stemmen dan vrouwen (en in andere landen juist minder vaak), en dat ze vaker dan vrouwen de voorkeur geven aan non-conventionele politieke participatie (zoals demonstraties). Tot zover vermoedelijk niets wereldschokkends. Dat vrouwen vaker op GroenLinks stemmen en mannen vaker op de VVD wist u waarschijnlijk al.

Begint u echter een gesprek over de oorsprong van zulke verschillen, dan raken de gemoederen gegarandeerd verhit. De twee zijdes van de loopgraaf heten, ook hier, nature en nurture. Hoewel het laatste woord hierover ongetwijfeld nooit zal worden gezegd, wijzen veel studies uit dat politieke voorkeuren en (verwachte) gedragingen tussen jongens en meisjes minder verschillen dan tussen volwassen mannen en vrouwen.

Foto: michael loadenthal (cc)

Verhalen uit de Gaza-strook

REPORTAGE - Na een week in de Gaza-strook te hebben doorgebracht, komt Jonathan Huseman tot een pijnlijke conclusie.

Bij de Erez-toegang tot de Gaza-strook heerst de lome rust van een spaghettiwestern. Nu de zon is doorgebroken wordt het snel warm. Vogels kwetteren hun hoge tonen. Buiten klinken de lage stemmen van wachtende, Arabisch sprekende taxichauffeurs. Binnen, in het met wachttorens omgeven gebouw waarin Israëlisch veiligheidspersoneel de toegang tot Gaza regelt, weerkaatst elk geluidje van de stenen vloer.

De hal kleurt grijs en lichtblauw van het staal, de pijpen, leidingen, geblindeerde kantoorruimtes en camera’s. De officiële benaming is ‘Erez-terminal’ en zo ziet de hal er ook uit, als een vertrekhal op een vliegveld, met veel balies, waarvan slechts één in gebruik is. ‘Wat kom je doen? Wat is de naam van je vader? Wat is de naam van je vaders vader?’ De beambte doet haar werk. Als de vragen naar tevredenheid zijn beantwoord en het paspoort is gestempeld, zegt ze: ‘Have a nice experience.’

Een dag als vele andere

Na enkele tientallen meters niemandsland met daarin achtergelaten rolstoelen, opschietend onkruid en camera’s, opent een te krappe draaideur in de metershoge muur. Meteen achter de muur ligt een gang, die aan weerszijden en van boven is afgedekt met een ijzeren hekwerk. Het is een soort voetgangerssnelweg van ongeveer een kilometer lang. Aan deze zijde van de muur liggen rollen prikkeldraad en betonblokken en hangen meer camera’s. De wind ruist door het droge gras, krekels tjirpen, verder is het stil.

Foto: klokwerk (cc)

Basisinkomen van idee naar praktijk

OPINIE - Eén van de commentaren op het basisinkomen is dat niet goed duidelijk is hoe het in de praktijk ingevoerd zou moeten worden. Harro Labrujere doet daar een suggestie voor.

Als je vindt dat je moet lijden om over een inkomen te beschikken, zul je nooit een voorstander zijn van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Denk je daarentegen dat we met elkaar rijk genoeg zijn om te voorkomen dat mensen worden veroordeeld tot oneigenlijke afhankelijkheid, armoede of slechte arbeidsomstandigheden, dan is de vraag aan de orde hoe we dat zouden kunnen invoeren.

De hoogte van het basisinkomen is van invloed op de haalbaarheid. In dit artikel is het uitgangspunt een basisinkomen dat voor volwassenen uitkomt op AOW-niveau. De kosten van dit basisinkomen zijn berekend op 180 miljard per jaar, zie het artikel van Michel. In datzelfde artikel wordt de financiering gehaald uit de 180 miljard die we nu kwijt zijn aan ‘sociale bescherming’. Daarin zijn echter ook de kosten van ziekte en zorg begrepen , dus de financiering is nog niet rond. De vraag is dan: waar halen we de benodigde miljarden vandaan?

Collectieve financieringsbronnen

De invoering van een voldoende basisinkomen maakt veel andere collectieve uitgaven overbodig. Want als iedereen over een (voldoende) basisinkomen beschikt, zijn allerlei toeslagen en tegemoetkomingen niet meer aan de orde. Denk aan de bijstand, uitkeringen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid, AOW en alle toeslagen voor huur, zorgverzekering, kinderbijslag en fiscale tegemoetkomingen en loonkostensubsidies. Aan sociale zekerheid (AOW, WAO, WIA, WWB, nabestaandenuitkeringen, WW) wordt 62 miljard per jaar uitgegeven, aan oor studiefinanciering 3,7 miljard, aan zorgtoeslagen 4,2 miljard en aan kindertoeslag 3,3 miljard. Deze bedragen (samen 73,2 miljard) zijn helaas nog volstrekt onvoldoende voor de benodigde 180 miljard.

Foto: Robert de Veen (cc)

Nederlanders denken veel over EU te weten – maar dat valt tegen

ANALYSE - Onderzoek naar de publieke opinie over Europa gaat vaak over euroscepsis en vertrouwen. Maar hoe veel weten Nederlanders eigenlijk van Europa?

Het langlopende Eurobarometer-onderzoek stelt regelmatig vragen naar de kennis over de Europese Unie. Het figuur hieronder zet het begrip dat we denken te hebben over de Europese Unie uit tegen de feitelijke kennis erover. Die feitelijke kennis werd eind 2012 gemeten met drie basale stellingen waar ‘juist’ of ‘onjuist’ bij kon worden aangekruist:

  • De Europese Unie bestaat momenteel uit 27 lidstaten [juist]
  • De leden van het Europees Parlement worden direct verkozen door de inwoners van elke lidstaat [juist]
  • Zwitserland is lid van de EU [onjuist]

Wie minstens twee goede antwoorden aankruiste, heb ik in het figuur geteld als een respondent met kennis over de EU. De grote blauwe vlek is het gewogen gemiddelde in de Europese Unie. Nederland is de oranje vlek. Daarnaast heb ik enkele andere lidstaten weergegeven aan wie we ons spiegelen of die op ons blijken te lijken.

Drukwerk

Zelfbeeld en feitelijke kennis komen niet overeen

Nederlanders scoren bovengemiddeld hoog op de kennis die we onszelf toedichten over de EU: 55% van de Nederlanders denkt te snappen hoe de EU werkt, tegenover een Europees gemiddelde van 48%. We zijn dus niet bepaald bescheiden.

Foto: Erwyn van der Meer (cc)

Legitimiteit EU loopt vooral via vertrouwen in nationale instituties

ACHTERGROND - De sleutel tot de legitimiteit  van de Europese Unie ligt bij de nationale instituties, zegt Eelco Harteveld

Terwijl de rest van Nederland wachtte op een zonnige zomer, beschuldigde Geert Wilders de regering van een Griekse zonnesteek. Het besluit van de verzamelde ministers van financiën van de eurozone (en dus ook van Nederland) om Griekenland het volgende deel van de miljardenlening toe te kennen is bij de PVV-leider niet goed gevallen. Noodsteun aan noodlijdende landen is voor sommige kiezers een zoveelste teken dat ‘Europa’ (in welke vorm dan ook) de ene verkeerde beslissing na de andere maakt. Het lijkt voor de hand te liggen dat onder kiezers die vinden dat de EU er een potje van maakt het vertrouwen in de EU daalt. En dat is ook zo.

Maar het verband tussen vermeend gebrekkig functioneren van Brussel en het vertrouwen in de Unie is tamelijk zwak. Het feit dat Wilders’ beschuldiging gericht is aan de Nederlandse regering (en niet aan de gehele Eurogroep) is veelzeggend: het laat zien hoe moeilijk het is ‘Europa’ en Nederland gescheiden te zien. In de EU zijn verantwoordelijkheden gedeeld en besluiten worden vaak  genomen door lidstaten en Europese instellingen samen. Geconfronteerd met zo’n complexe constructie is het moeilijk om een duidelijk oordeel te vellen over die hele unie. Daardoor blijft voor veel Nederlanders (en andere Europeanen) hun eigen land – nog steeds – het referentiepunt. Vertrouwen in hun eigen regering en parlement is een veel betere voorspeller van vertrouwen in de EU dan het oordeel over het functioneren van de Unie. Dit suggereert dat Europeanen hun opvatting over hun eigen land op de EU projecteren – en mogelijk dat vertrouwen in politieke instituties een tamelijk diepgewortelde eigenschap (of zelfs deel van de persoonlijkheid) is.

Foto: Nikki Karam (cc)

Klassieker | Oil!

Voor je plezier hoef je Oil!, van Upton Sinclair, niet te lezen. Toch kan de geschiedenisliefhebber er nog wat van leren, zegt Krekel.

RECENSIE - Op het succes van There Will Be Blood (2007) volgde hernieuwde belangstelling voor het boek waar het losjes op gebaseerd was: Oil!(1927), van Upton Sinclair (1878-1968). Voor wie de film goed vond en beter wil leren begrijpen is het boek inderdaad goed geschikt. Van sommige scènes in de film, waaronder de ‘I am an oil man’-speech bijna aan het begin, is zelfs bijna helemaal niets te begrijpen omdat ze vrijwel zonder context zijn overgenomen uit het boek, met als gevolg dat er soms wat ruimte ontstond voor speculatie over vermeende diepzinnige bedoelingen van de filmmaker, waar dan ook ten onrechte gebruik van werd gemaakt.

Houd voor een eventueel hermeneutisch gebruik van het boek wel in gedachten dat de film slechts is gebaseerd op grofweg het eerste eenderde deel van het boek, en dan ook nog vrij losjes en met de nadruk op de setting.

Tumbleweeds

Het boek opent in 1912 met een autorit door het droge en olierijke Zuid-Californië over een net aangelegde weg. In de auto zitten J. Arnold Ross (Daniel Plainview in de film), in het boek vooral ‘Dad’ genoemd, en zijn dertienjarige zoon J. Arnold Ross Jr. (in de film H.W.), die onder zijn bijnaam ‘Bunny’ fungeert als de hoofdpersoon. ‘Dad’ is dan al opgeklommen van een eenvoudige voerman met een pakezel tot een olieman van meer dan bescheiden formaat, iemand die niet slechts gebruikmaakt van de wegen, bespiegelt Bunny vanaf de passagiersstoel, maar iemand voor wie ze worden aangelegd. Reeds tijdens dit autoritje in het eerste hoofdstuk wordt de basis gelegd voor de rest van het boek, zowel dramatisch (de vader is een man van de praktijk, zijn zoon en beoogde opvolger een romanticus) als thematisch (‘Dad’ houdt zich niet aan de snelheidsregels, maar komt ermee weg omdat hij een ‘grote man’ is).

Foto: klokwerk (cc)

Het basisinkomen en de arbeidsmarkt

OPINIE - Invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen heeft een positieve invloed op de wereldwijde arbeidsmarkt, betoogt Leon Segers.

De werking van de arbeidsmarkt op wereldschaal is “oneerlijk”, omdat ze fundamenteel ontwricht door de welvaartsverschillen in de wereld. De Chinese arbeider is voor de multinational goedkoop, maar voor de MKB-er onbereikbaar. Toch verkoopt de multinational de in China gemaakte producten op de zelfde markt als de MKB-er.

Zo is het geen wonder dat de Rotterdamse vrachtautochauffeur zich oneerlijk beconcurreerd voelt door zijn Poolse collega. Die collega woont bijvoorbeeld in Krakau met vrouw en kinderen. De kosten van levensonderhoud (de levensstandaard) zijn daar nog niet de helft van die in Rotterdam (gemiddeld inkomen per persoon €39.224,- ten opzichte van € 15.988,-). Dus ook als die Poolse chauffeur wat extra moet reizen (vaak op kosten van de baas) kan hij toch nog voor een veel lager loon werken dan zijn collega in Rotterdam.

Die oneerlijke concurrentie komt door de verschillen in welvaart.  De Rotterdamse chauffeur kan immers niet tegen Poolse prijzen in Rotterdam wonen/leven. Het gevolg is dat de Rotterdamse lonen onder druk blijven staan. Ontslag voor de Rotterdammer blijft dreigen zolang deze loonverschillen, die niets te maken hebben met de aard van de prestatie, blijven bestaan. Tot die tijd zal er overigens ook druk blijven op de Pool om in Nederland te gaan “wonen”. Dat is immers (nog) makkelijker.

Foto: Maluku Photo Club op Ambon aan het werk. Beeld van Karlijn Smit. copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Fotograferen voor vrede op Ambon

REPORTAGE - De wereld een positief beeld geven van Ambon en moslims en christenen verbinden: dat is het doel van Maluku Photo Club. Een lastige opgave na de verschrikkelijke conflicten van 1999 tot 2004, maar succes heeft de fotoclub wel.  De Facebookpagina wordt door duizenden mensen bekeken en beide geloofsgroepen zijn lid. ‘Ik heb hier veel christelijke vrienden. Ik houd echt van ze.’

Met zelfverzekerde passen dansen de jonge koppels in het rond. Ze klappen een paar keer in hun hand nadat ze met sierlijke beweging afstand nemen, om vervolgens samen verder te dansen. De vrolijke klanken van de Amboneze instrumenten verspreiden zich door de open, rechthoekige tent, terwijl honderden toeschouwers aandachtig kijken naar de traditionele Katreji-dans. Zij vieren de inwijding van het nieuwe dorpshoofd van Morella, een dorpje op Ambon.

Arie Tuanakotta (25) buigt geïnteresseerd naar voren. Hij zit op zijn hurken om een foto te maken van het schouwspel. Ook zijn vriend Buchari Musli (24) fotografeert de dansers die geconcentreerd voorbij zwieren in hun rood-witte kleding. Het is een bijzonder evenement voor beide jongens. ‘Ik vind de Ambonese cultuur erg mooi. Het is belangrijk om deze eeuwenoude tradities te fotograferen,’ vertelt Arie, die hoopt dat Ambon meer bekendheid krijgt als een toeristisch eiland.

Foto: klokwerk (cc)

Fraudegevoeligheid van een basisinkomen

OPINIE - De fraudegevoeligheid van een basisinkomen is niet hoger dan die van de AOW. Het hangt er maar net van af hoeveel regels (die overtreden kunnen worden) er opgesteld worden, zegt Harry Buyvoets.

De werking van een onvoorwaardelijk basisinkomen is goed te vergelijken met een al bestaande uitkering: de Algemene Ouderdomswet (AOW). Voor de AOW moet je namelijk Nederlander zijn, en de uitkering is net hoog genoeg om van te kunnen leven.

Op dit moment heeft een alleenstaande AOW’er een inkomen van ongeveer €1400 per maand, een uitkering van € 1100 en € 300 aan toeslagen, onder voorwaarde dat hij geen aanvullend inkomen heeft. Dat is op zich een redelijk bedrag als basisinkomen, gezien huurprijzen, premiebedragen zorg, energie- en waterprijzen en benodigd geld voor levensmiddelen en af en toe een uitje.

Een AOW’er die samenwoont met een andere AOW’er ontvangt € 755 per maand plus de toeslagen (de een ongeveer € 350, de partner ongeveer € 90).

Samenwonen

Kan een AOW’er frauderen? Ja, wanneer hij bijverdient kan er belasting- en of toeslagfraude optreden. Maar wanneer hij boodschappen of de was voor een ander doet, of samen met iemand kookt, houdt dit in dat men samenwonend is, zelfs als de twee op verschillende adressen wonen. Dit leidt vaak zelfs onbedoeld tot fraude. Het idee van de overheid is om misbruik van gelden te vermijden en stelt dan bizarre regels op om het begrip samenwonen te definiëren.

Foto: lievertjeskind (cc)

Aardgas onder Noordzee, maar hoeveel?

Een juichend bericht van staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) in De Telegraaf vandaag. Er zitten nog voor miljarden euro’s aan extra aardgas en misschien ook olie onder de Nederlandse Noordzee. Maar juich niet te vroeg, zegt Peter Polder.

Het bericht van EBN volgt op nieuws uit Engeland waar eerder melding werd gemaakt van 500 miljard dollar nog te winnen olie en aardgas onder de Engelse Noordzee. Dergelijke getallen klinken heel mooi… maar behoeven enige nuancering en context.

Op de allereerste plaats, beide krantenberichten geven geen duidelijkheid over om wat voor cijfers het gaat. Gaat het om ‘Gas In Place?’  Proven reserves? Technisch Winbare reserves? Hoeveelheden olie-  en gasreserves een getal geven is sterk afhankelijk van waar je naar kijkt. Dergelijke persberichten gebruiken graag het mooiste grootste getal. De totale hoeveelheid olie of gas die zich onder de grond bevindt. Dat is echter vaak niet wat er uiteindelijk boven de grond komt. Dat is vaak slechts een fractie daarvan. Hoeveel verschilt enorm, en je zult eerst proefboringen moeten doen om dat verder te bepalen. Het getal dat je dan krijgt zijn de technisch winbare reserves. Hoeveel van de totale hoeveelheid olie en gas kunnen we met de huidige technologie omhoog krijgen? Ook dat getal is eigenlijk te groot en niet zo relevant. Het gaat om de hoeveelheid olie en gas die niet alleen technisch, maar ook economisch winbaar is.  En ook dat getal is wederom veel kleiner. Vaak blijft er op die manier slechts 4 tot 10 procent van de totale hoeveelheid die in eerste instantie de krant haalde over.  En tot slot zijn reserves waardeloos tot dat ze in productie komen. Het getal dat uiteindelijk bepalend is gaat niet over reserves maar over de stroom. Hoeveel kan er per dag opgepompt worden? Zo zijn de reserves aan teerzanden in Canada gigantisch, maar is de productie erg lastig en dat resulteert in een kleine stroom.

Foto: klokwerk (cc)

De sociale effecten van een basisinkomen

OPINIE - Een onvoorwaardelijk basisinkomen brengt verschillende sociale effecten. Mensen zijn geen loonslaven meer, vrouwen worden zelfstandiger en vrijwilligerswerk wordt niet meer bestraft door een korting op de uitkering, betoogt Jolanda Verburg.

Onze samenleving is in transitie. De overgang van het industriële naar het digitale tijdperk is in volle gang maar gaat niet zonder slag of stoot. We zijn in verwarring door de chaos en onzekerheid die het met zich mee brengt. Zelfs de politiek heeft weinig antwoorden op de verandering, terwijl er wel instrumenten zijn.

Een groot probleem is dat gevestigde politieke partijen blijven vasthouden aan wat er is. Het roer omgooien is een groot risico, want als ze onvoldoende de relevantie van nieuwe ontwikkelingen weten over te brengen aan het electoraat dan kan het desastreuze gevolgen hebben voor de partij. Daarom is een instrument als het onvoorwaardelijk basisinkomen nog niet ingevoerd.

Toch heeft het basisinkomen zowel in de jaren ’80 als in de jaren ’90 op de politieke agenda gestaan, vooral bij de partijen aan de rechterflank van het politieke spectrum. Zij zien in dat het vrijheid biedt aan de burger en dat het de overheid kan ontlasten en waardoor overheidsuitgaven worden bespaard. De linkse partijen daarentegen beschouwen de burgers nog te vaak als onmondig, niet deskundig en hulpbehoevend, resulterend in de bevoogdende rol van de overheid “die wel weet wat goed is voor haar burgers.”

Vorige Volgende