Eva van den Broek

44 Artikelen
10 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Benut je hersenkronkels

COLUMN - Rationeel zijn we niet, dat is nu wel bekend. Zo kopen we meer groente als er een speciaal vakje daarvoor bestaat in het supermarktwagentje. Het verontrustende is dat er steeds meer rare hersenkronkels van ons aan het licht komen, waarmee marketeers hun voordeel kunnen doen. Onlangs werd er een nieuwe inschattingsfout ontdekt: de groepsgrootte-afwijking.

We schatten de kansen op een gebeurtenis groter in als die in een grote categorie valt dan wanneer hij in een kleine categorie valt. Denk aan een kaartspel: het voelt alsof de kans dat je een specifieke hartenkaart trekt, zeg harten acht, groter is dan de kans op die ene joker in het spel. Het slechte nieuws is dat we deze overschatting van de kans dat iets gebeurt ook maken als er echt geld mee gemoeid is.

In een studie van twee Amerikaanse marketingonderzoekers werden aan een groep van 90 deelnemers lootjes uitgedeeld. Eén van de 90 loten zou een prijs winnen. 81 loten waren blauw, 9 waren geel. Iedere deelnemer mocht een bod uitbrengen op het lot dat voor hem of haar lag; wie het winnende lot had, kreeg honderd keer zijn bod uitbetaald. Alle 90 nummers hadden natuurlijk evenveel kans om te winnen. Toch werd er gemiddeld 24% meer geboden op een blauw lot dan op een geel lot.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Effectief altruïsme

COLUMN - Geld weggeven functioneert vaak als statussymbool. Als je geld weggeeft, kun je je dat blijkbaar veroorloven. Als je echt rijk bent, kun je heel veel geld weggeven- of iets wat nog kostbaarder is: tijd. Dat is aantrekkelijk, blijkt uit een Amerikaans onderzoek naar een cohort van 6000 man dat zestig jaar gevolgd werd. Mannen die vrijwilligerswerk doen, krijgen gemiddeld meer kinderen.

Soms leidt de zoektocht naar status tot aparte taferelen: er zijn gevallen bekend van miljonairs die soep opscheppen voor daklozen. Voor de miljonair is tijd schaarser dan geld, en dus ‘duurder’ voor hemzelf om weg te geven. En kostbare giften leveren meer brownie points op, in zijn eigen ogen en die van anderen. Terwijl de daklozen voor het equivalent van het uurloon van de oliemagnaat waarschijnlijk best zelf hun soep willen opscheppen. In zo’n geval zit het verkrijgen van status voor de vrijwilliger dus het goede doel in de weg.

Vrijwilligerswerk verrichten we niet altijd om iets nuttigs voor een ander te doen, maar soms onbewust om iets te doen wat van ons een zo groot mogelijk offer vergt. Naast die statusbeluste vrijgevigheid kun je de tegenovergestelde variant zetten, ‘effectief altruïsme’, waarbij elke euro zo nuttig mogelijk wordt ingezet. Dat zou in principe de meest lovenswaardige vorm van hulp zijn, en daarmee de meest aantrekkelijke.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Luie beslissers

COLUMN - De Nederlandse overheid heeft haar goede intenties en harde beloftes rond onze CO2-uitstoot nog lang niet waargemaakt. De rechtszaak daarover die Urgenda aangespannen en gewonnen heeft maakte dat wereldnieuws. Waarom lukt het ons toch niet om maatregelen te nemen, terwijl de Duitsers al een hele Energiewende hebben ingezet?

Deels ligt dat aan onze luiheid, laat een Duitse studie zien. De keuze voor groene energie is meestal geen weloverwogen beslissing. Via de website van een grote energieleverancier konden potentiële klanten een contract aanvragen. De klant vult eerst zijn postcode en geschatte jaarlijkse energieverbruik in. Met één vinkje kan hij zijn eventuele voorkeur voor groene energie aangeven. Dan volgt een pagina met een uitgewerkt contract. Groene energie is gemiddeld 1.3% duurder, wat neerkomt op 9 euro verschil per jaar. Dat verschil is zo klein omdat een gemiddelde Duitse energierekening al voor de helft uit belasting en subsidies voor duurzame energie bestaat.

Dat ene vinkje bleek een enorm obstakel in de Duitse Energiewende naar groene energie. Wat de Duitse consumenten die via deze website een contract afsloten niet wisten, was dat ze deelnamen aan een experiment. In de helft van de gevallen stond er al een vinkje bij ‘groene energie’ toen de klanten op de pagina kwamen. In de vier weken dat het experiment liep, vroegen 46.000 mensen een offerte aan via de website. 4720 van hen sloten daadwerkelijk een contract af. Bij degenen bij wie het hokje niet vantevoren was aangekruist, was 7% van die afgesloten contracten groen. Dat is minder dan het huidige percentage huishoudens met groene stroom in Duitsland (23%). Als het hokje ‘groene energie’ vantevoren was aangevinkt, was 69% van de contracten groen. Dat kwam niet doordat de extra kosten ervoor zorgden dat minder mensen een contract afsloten, want dat aantal was gelijk in beide condities. Het was echt de standaard die zoveel invloed had op het koopgedrag.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Borstklopperij werkt niet

COLUMN - Maatschappelijk verantwoord ondernemen, dat doe je niet om er rijk van te worden. Twee Amerikaanse marketingwetenschappers laten zien dat ‘fatsoenlijke’ ondernemingen wel degelijk meer producten verkopen doordat consumenten denken dat fatsoenlijke producten beter zijn– vooral als het bedrijf daar zelf niet te hard over opschept.

Neem een fles wijn. Als het etiket in kleine lettertjes vermeldt ’10 procent van de opbrengst wordt aan een goed doel gegeven’, smaakt diezelfde wijn ineens beter. Dit verschijnsel wordt het ‘halo-effect’ genoemd: de goedheid van het bedrijf straalt af op zijn producten. Zelfs als een groep proefpersonen de producten daadwerkelijk konden proeven, waren ze alsnog gevoelig zijn voor die halo van maatschappelijke verantwoordelijkheid. (Echte wijnkenners proefden de kwaliteit- of het gebrek daaraan- door het goede doel heen, en waren dus niet bevattelijk voor de tekst op het etiket.)

Om te zien of het halo-effect ook bij een goed geïnformeerde Sargassolezer zou optreden, gingen de onderzoekers nog een stap verder. Ze lieten proefpersonen een shampoo tegen haaruitval zien waarvan het moederbedrijf geld schonk aan een goed doel. De helft van de proefpersonen werd erop gewezen dat bedrijven zoiets vaak uit berekening doen. De proefpersonen die zich daarvan bewust waren, zoals u na het lezen van dit stuk, vonden niet meer dat de shampoo beter werkte als er extra tekst op stond.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Meer dan goede intenties

COLUMN - Hoe kunnen we de armste mensen ter wereld helpen? Dat is niet alleen een morele kwestie, maar vooral een praktische: geld, scholing, kippen of krediet, waar doe je de miljard mensen die minder dan 1,25 dollar per dag hebben een plezier mee? Een driejarige studie met 11000 huishoudens, de grootste tot nu toe, toont aan dat hulp werkt en zelfs kosteneffectief is. Tegengas voor alle sceptische verhalen over ontwikkelingshulp van de afgelopen jaren.

Het overtuigende aan dit MIT-onderzoek is dat het zo systematisch en grootschalig is opgezet: in zes verschillende landen, van Peru tot Ethiopië, werden 10495 van de armste huishoudens van een dorp ingeloot om deel te nemen aan het hulpprogramma. Het programma bestond uit een combinatie van kleinvee, training om dat te beheren, geld om te zorgen dat in noodsituaties niet alles verkocht hoefde te worden, coaching, gezondheidsinformatie en toegang tot een spaarrekening. Een flink schot hagel dus, maar uit eerder onderzoek was gebleken dat zo’n integrale aanpak veel meer kans van slagen heeft dan één losse interventie. Dat maakt het wel een dure aanpak: de kosten per huishouden varieerden tussen 1400 en 6000 dollar per huishouden.

De resultaten van deze aanpak zijn hoopgevend. Een jaar na afloop van het programma verdienden de deelnemers meer en waren gezonder en minder gestrest dan degenen die niet voor dit programma geselecteerd waren. Vooral de inkomsten uit de levende have (geiten, cavia’s, bijen – men mocht zelf kiezen wat) stegen: gemiddeld met 37%, behalve in Honduras, waar een besmettelijke kippenziekte uitbrak ten tijde van het programma.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Verliezers zetten hoger in

COLUMN - Met een vriend van mij ga ik vaak uit eten. De wijn die daarmee vaak gepaard gaat maakt het lastig om te onthouden wie de vorige keer de rekening betaald heeft. Daarom hebben we een systeem bedacht dat in principe eerlijk is: ik gooi een muntje op, bij kop betaal ik, bij munt betaalt hij. Maar sinds de introductie van dit systeem ben ik nu zeven achtereenvolgende keren de sjaak geweest, tot groot leedvermaak van de vriend. Daarom heb ik voorgesteld om de volgende keer naar een duurder restaurant te gaan. Een oude casinotruc: steeds minstens dubbel inleggen, dan speel je op enig moment wel weer quitte.

Nu blijkt uit onderzoek dat ik niet de enige loser ben die na verlies zijn inzet verhoogt. Het was al bekend dat boosheid leidt tot het nemen van grotere risico’s – ik ben inderdaad not amused dat mijn restaurantvriend zo’n plezier heeft in mijn pech. Nieuws is dat ook het verliezen van een wedstrijd aan kan zetten tot het verhogen van je inzet, zelfs zonder dat die inzet je verlies weer kan compenseren. Na een wedstrijdje sommen maken werd aan een derde van deelnemers eerlijk verteld dat ze gewonnen hadden, aan een derde dat ze verloren hadden, en aan een derde helemaal niets. Puur het verliezen zette mannen ertoe aan om in een volgend spel grotere risico’s te nemen. De Zwitsers/Nederlandse econoom die dit aantoont, Thomas Buser, laat zien ik als vrouw dus een uitzondering daarin ben.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Vrouwen presteren slechter door ranglijsten

COLUMN - Hoe krijg je meer vrouwen in de boardroom? Niet door ranglijsten te maken, suggereert een nog niet gepubliceerd artikel.

Vrouwen kiezen minder vaak dan mannen voor competitieve spelletjes en carrières. Zo is maar 11% van de leden van raden van commissarissen vrouw. Deels komt dat doordat mannen zichzelf nog meer overschatten dan vrouwen, en daarom verwachten het beter te doen dan anderen. Maar zolang er geen prijzen of bonussen te winnen vallen, bestaan er weinig systematische verschillen tussen de prestaties van mannen en vrouwen. Stimuleer die vrouwen dus flink om wél de competitie aan te gaan, zou je zeggen.

Maar nu blijkt dat alleen al de dreiging van vergelijking met anderen vrouwen slechter laat presteren.

De onderzoekers lieten 147 Spaanse proefpersonen flink zweten. Een deel van hen moest sommen oplossen, met een beloning voor iedere juist opgeloste som. Daaruit bleek geen verschil in prestatie tussen mannen en vrouwen- vrouwen deden het zelfs (verwaarloosbaar) beter dan mannen. De tweede groep moest na afloop hun score en hun positie op de ranglijst hardop voorlezen aan een andere proefpersoon. In de derde groep moest elke deelnemer zijn score, maar niet zijn positie op de ranglijst, aan een aparte persoon voorlezen. Die luisteraar kon dus niet vergelijken wie het beste gepresteerd had.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Succes imiteren loont niet

COLUMN - Er zijn veel verschillende manieren om een nieuwe vaardigheid te leren. Zelf uitproberen, en in allerlei al gemaakte valkuilen vallen, is er één van. Maar de menselijke hersenen zijn groot geworden met ‘sociaal leren’: afkijken wat anderen in dezelfde situatie doen. Uit een pas gepubliceerd onderzoek blijkt dat het nogal wat uitmaakt hoe we precies afkijken: bij iedereen, of bij de meest succesvolle mensen?

Drie Nederlandse onderzoekers lieten 200 proefpersonen in groepen van vijf een serie spellen spelen, waarmee ze gemiddeld zo’n 70 euro konden verdienen. Een van die spellen was een sociaal dilemma. Daarin kun je ofwel samenwerken, waardoor de groepsverdiensten omhoog gaan; of ‘freeriden’, waardoor je eigen inkomsten stijgen ten koste van de groep. Na iedere ronde konden de spelers kiezen welke informatie ze wilden opvragen: wat hun groepsgenoten gedaan hadden, of wat ze verdiend hadden (en wat ze gedaan hadden om dat te verdienen). Afkijken mocht, maar kostte geld, dus de proefpersonen dachten wel even na voordat ze die informatie opvroegen.

Er bleken duidelijke verschillen te bestaan in hoe mensen het spel leerden. Zo’n 40 procent van de mensen vroeg voornamelijk informatie op over wat hun groepsgenoten deden, zonder dat ze wilden weten hoeveel hun acties hadden opgeleverd (de conformeerders). 20 procent keek systematisch naar wat wat anderen verdienden, en deden de beste daarvan na (de succes-imiteerders). Dat klinkt vergezocht, maar wie weet vragen bankiers ook wel naar elkaars bonus. Welke van die twee leerstrategieën de deelnemers toepasten bleek onveranderlijk. Ook een maand later, toen dezelfde deelnemers werd gevraagd om aan een ander experiment mee te doen, vroegen ze om dezelfde soort informatie als eerst. Maar welke informatie leverde het meeste op?

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hongerig? Ga niet winkelen

COLUMN - Ga niet naar de supermarkt terwijl je honger hebt. Die geldbesparende vuistregel werkt niet alleen in supermarkten, maar ook in het algemeen, blijkt uit vijf net gepubliceerde studies.

Een lege maag maakt ons hebberig. Het zorgt ervoor dat we meer moeite doen en meer geld overhebben voor voedsel. Bij mannen leidt dat er zelfs toe dat ze op dikkere vrouwen vallen. Daarbij is een verband met voedsel nog niet zo vergezocht, maar kan de hebberigheid ook tot algemene kooplust aanzetten, dus zowel M&Ms als paperclips? Dat was zo’n rare gedachte dat het tot nu toe niet onderzocht is.

De onderzoekers keken eerst naar algemene hebberigheid. Hoe hongeriger mensen waren, des te sneller herkenden ze een woorden die iets met kopen te maken hadden, zoals krijgen, aanschaffen, en willen. Dat betekent dat honger ons dus hebberiger in het algemeen maakt. Om te zien of dat evenzeer voor voedselprodukten als voor andere zaken gold, lieten de onderzoekers sommige cafégangers een vragenlijst invullen vóór ze naar binnen gingen, en anderen erna. Spaghetti en tosti’s werden als veel aantrekkelijker beoordeeld door de hongerige bezoekers dan door de verzadigde caféverlaters, maar dat gold niet voor usb-sticks en spa-bezoekjes.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Ontwikkel je mensenkennis

COLUMN - Of iemand te vertrouwen is, staat niet op het voorhoofd geschreven. Toch kunnen we op basis van een momentopname van een gezicht al de betrouwbaarheid van iemand inschatten. Die belangrijke sociale vaardigheid ontwikkelen we als pubers. Pas als er expliciet naar onze mening wordt gevraagd, gaan we fouten maken.

Op een basisschool in België speelden 540 middelbare scholieren een vertrouwensspel. Elke scholier kreeg 4 euro, die hij of zij kon investeren in een onbekende, van wie alleen vijf seconden lang een foto te zien was. Die onbekende persoon kreeg dan van de onderzoekers het drievoudige (12 euro), waarvan hij er ofwel 0 (niet erg aardig), ofwel 4 euro (dan speelde de scholier quitte) of 6 (dan werd de winst dus eerlijk gedeeld) naar de scholier kon terugsturen. Dat wisten de scholieren van tevoren; hun taak was dus om in te schatten of de ontvangers te vertrouwen waren of niet. De ontvangers hadden hun keuzes al eerder gemaakt, dus de onderzoekers wisten al of ze betrouwbaar waren of niet.

Er waren evenveel ‘oplichters’ en ‘betrouwbaren’ onder de ontvangers. Uit de geïnvesteerde bedragen blijkt dat dertienjarigen die twee groepen al op basis van de foto uit elkaar kunnen houden, zij het met moeite. Ze sturen oplichters in 42% van de vertrouwensspellen hun 4 euro, en de onbekenden die wel te vertrouwen waren in 48%. De achttienjarigen deden het in het spel aanzienlijk beter: zij stuurden maar 36% van de oplichters iets toe, tegenover 56% van de betrouwbare types. Werd hen daarentegen alleen gevraagd om in te schatten of ze de gezichten betrouwbaar vonden, dan scoorden ze aanzienlijk slechter.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Cultureel spraakgebrek

COLUMN - Kinderen met een moedertaal zonder aparte toekomende tijd, zoals Duits en Nederlands, zijn geduldiger. Dat is groot nieuws, want geduld, verwant aan zelfcontrole, veroorzaakt indirect een hoger salaris, betere schoolresultaten en minder gezondheidsklachten.

Het verband tussen de taal die iemand spreekt en zijn zelfcontrole is eerder gesuggereerd, maar nooit eerder onderzocht met een experiment. Het ideale experiment, waarbij een groep kinderen willekeurig verdeeld zou worden over twee taalregio’s, is niet uitvoerbaar, dus zochten de vier Duits-Italiaans-Oostenrijkse economen een regio uit waarin gezinnen van huis uit verschillende talen spreken, maar door elkaar wonen en op dezelfde scholen zitten: de stad Merano in Noord-Italië. De helft van de inwoners is Duitstalig, de andere helft Italiaanstalig; een taal waarin toekomstige gebeurtenissen in een aparte vorm worden uitgedrukt.

Het experiment dat met de kinderen gedaan werd, is een vervolg op de beroemde marshmellowtest. Daarbij gaven psychologen jonge kinderen een marshmellow. Ze beloofden dat als de marshmellow twee minuten later nog op tafel lag, er nog één bij zou komen; daarna liepen ze de kamer uit. Kinderen die het snoepgoed twee minuten onaangeroerd op tafel lieten liggen, bleken twintig jaar later aanzienlijk meer te verdienen dan de kinderen die zichzelf niet konden bedwingen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Kiezen en Delen | De evolutie van de lefgozer

COLUMN - Iedereen heeft er last van, hoewel sommigen meer dan anderen: de neiging om het zekere voor het onzekere te nemen, ook al ben je gemiddeld gezien beter af als je zo nu en dan een gokje neemt. Andere mensen zoeken juist extreme risico’s op en beklimmen de K2 of investeren in startups.

Die persoonlijkheidsverschillen in risicovoorkeur zijn niet alleen menselijk. Ze liggen diep verankerd in onze hersenen. Zo diep, dat hetzelfde neuronale systeem ook bij vogels (koolmezen en spreeuwen) tot uiting komt in zowel risicozoekers als risicomijders, die bijvoorbeeld te lang op een bekende voederplaats blijven hangen.

Hoewel je zou verwachten dat natuurlijke selectie afrekent met individuen die systematisch de verwachte fitnesswinst van zo’n keuze verkeerd inschatten, bestaat die spreiding in persoonlijkheden nog steeds.

Een groep Amerikaanse biologen en computerwetenschappers heeft een verklaring daarvoor geopperd en die met behulp van een simulatiemodel getest. Het resultaat is een zeer toegepast partnerkeuzeadvies voor singles: stop met zoeken naar de ware en kies, lekker risicomijdend, voor een partner die goed genoeg is.

De onderzoekers programmeerden een gesimuleerde omgeving waarin ze, als God tijdens de schepping, verschillende risicopersoonlijkheden aan hun gesimuleerde individuen uitdeelden. Alle individuen maakten in hun leven één belangrijke beslissing: de keuze voor een partner. Sommigen namen genoegen met een ‘goed genoege’ optie – een partner die weinig positieve of negatieve invloed had op hun overlevingskansen – terwijl anderen liever doorzochten naar de perfecte match, met het risico om te eindigen met een erg slechte partner.

Vorige Volgende