Rekenvoorbeeldje bepaalt studieresultaat
COLUMN - De toegankelijkheid van universiteiten moet vergroot, en tegelijkertijd moet de toestroom van studenten omlaag, schreef Meindert Flikkema twee dagen geleden in het NRC. Oftewel, de keuze voor een opleiding wordt nu vaak niet doordacht genoeg gemaakt; er zijn studenten die afhaken tijdens hun studie, en er zijn mensen die onterecht niet gaan studeren.
Dat beslissingen rond studiekeuzes inderdaad vaak door toevallige omstandigheden worden bepaald, is nu vastgesteld door twee onderzoekers uit Amerika. Daar worden de opties voor een studielening vaak aangeboden met een willekeurig rekenvoorbeeld. Als dat voorbeeldbedrag hoog was, werden er 30% meer leningen aangevraagd. Bovendien bleken die leningen de studieresultaten te beïnvloeden.
De onderzoekers werkten samen met een grote onderwijsinstelling, waarin ongeveer 10.000 ‘proefpersonen’, dus studenten of aankomend studenten, het afgelopen jaar een brief zouden ontvangen met daarin een rekenvoorbeeld. De maximale hoogte van de lening (31.000 – 57.000 dollar – studeren is duur in de VS) was voor beide groepen gelijk; het enige wat de onderzoekers aanpasten was de hoogte van het rekenvoorbeeld, 0 of 3500 dollar.
Studenten die het hoge rekenvoorbeeld hadden ontvangen, vroegen 30 % vaker een lening aan dan de anderen. Dat is geen kattenpis: het totaalbedrag dat extra geleend werd en toegeschreven kon worden aan de voorbeeldbedragen was 3.6 miljoen dollar. Maar het belangrijkste effect van de aanpassing van de brieven was dat met elke 1000 dollar extra die een student leende, hij of zij gemiddeld bijna een studiepunt extra haalde. Het bedrag dat studenten aanvroegen lag vaak in de buurt van het voorbeeldbedrag, dus gemiddeld ging het om 4 studiepunten per persoon die op basis van de brief besloot om geld te lenen.