President Abbas wil ook een stukje taart
Afgelopen vrijdag verliet George Mitchell, de Amerikaanse Midden-Oostengezant, Israël en de Palestijnse gebieden zonder noemenswaardig resultaat. De impasse rond het continueren van de vredesonderhandelingen blijft hiermee in stand. Premier Netanyahu blijft bij zijn punt dat er wat hem betreft zonder enige voorwaarden aan nieuwe vredesonderhandelingen begonnen kan worden, maar president Abbas wil pas aan gesprekken beginnen, als Israël volledig stopt met het bouwen aan en uitbreiden van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.
Zo bekeken lijkt het er dus op dat het vooral de Palestijnen zijn die dwarsliggen. Iets dat Netanyahu graag ook keer op keer herhaalt. “Zij stellen onredelijke eisen” en “Wij hebben geen voorwaarden.” Maar zo simpel is het natuurlijk niet. In een recent artikel van de Israëlische krant Ha’aretz, is te lezen dat Netanyahu de Palestijnen oproept om niet langer tijd te verspillen en plaats te nemen aan de onderhandelingstafel om veiligheid, vrede en welvaart voor de twee volkeren te bewerkstelligen. Echter, een dergelijke oproep is hypocriete retoriek en komt totaal niet overeen wat er in de tussentijd op de grond plaatsvindt.
Stel, ik zit samen met een collega te lunchen, maar er staat nog maar één punt appeltaart op tafel, en er is maar één vorkje. We zijn het er over eens dat we moeten onderhandelen over hoe de taart te verdelen, maar in de tussentijd begin ik al lekker te eten, want ik heb het vorkje in handen. Is mijn collega dan onredelijk als hij van mij eist dat ik stop met eten, voordat we überhaupt beginnen met een onderhandeling over de verdeling? Ja, het is wellicht een wat kinderachtige metafoor, maar de Palestijnse eis dat Israël stopt met het continu toeeigenen van de grond waarover onderhandeld moet worden, is alleszins redelijk.