Twee manieren van overleven als Joden
Ik wil beginnen met een verwijzing naar een collega blogger, de Magnes Zionist, alias Jerry Haber (wat op zijn beurt weer een alias is van een Amerikaans/Israelische professor in de filosofie en Joodse medievalistiek). Ik heb Haber vaker geciteerd op dit blog. Dit keer ga ik hem zelfs twee keer aanhalen. Op de dood van Osama bin Laden reageerde hij met een citaat uit het bijbelboek Spreuken:
Verheug je niet over de val van je vijand, juich niet als hij ten onder gaat.Want de HEER ziet het en keurt het af, en laat zijn woede op je vijand varen. Wind je niet op over kwaadaardige mensen, wees niet jaloers op goddelozen.Want wie kwaad doet, heeft geen toekomst,het licht van goddelozen wordt gedoofd. (Spreuken 24:17-20).
Ik sluit me daar graag bij aan (en zie tot mijn verrassing dat Anja Meulenbelt op haar blog ook Haber’s bijbelcitaat aanhaalt).
Een tweede aanhaling van Haber betreft een stukje van hem waarin hij verwijst naar de Joodse filosoof Emil Fackenheim. Die schreef destijds dat na de Holocaust als aanvulling op de 613 ge- en verboden in de Tora eigenlijk een soort 614e gebod kwam, dat inhield dat Joden als Joden moesten overleven om Hitler die hen had willen uitroeien, niet alsnog postuum de overwinning te gunnen.