ACHTERGROND - Nederland kende ooit een grote vredesbeweging. Ondanks de oorlog op ons continent, kunnen we daar tegenwoordig slechts enkele publieke personen toe rekenen. Zij vinden de oorlog van Rusland tegen Oekraïne maar niets en pleiten voor onderhandelingen, want die oorlog leidt toch alleen maar tot meer doden. Daarover schrijven ze af en toe een opiniestuk in een krant. Je hoort ze op de radio, in een interview in De Groene Amsterdammer, aan de tafel van De nieuwe wereld, of in een debat georganiseerd door The Hague Peace Projects. Ze luisteren naar namen als Ewald Engelen, Martijntje Smits, Ad Verbrugge, Henk Overbeek, Jakob de Jonge.
Vredesbeweging of niet, veel mensen willen vrede. Natuurlijk vooral in Oekraïne, waar de Russen dagelijks burgers vermoorden. Maar vermoedelijk wordt de wens voor vrede op het hele Europese continent gedeeld, ook aan de Russische kant van de grens. Al lijken deze pacifisten dat te betwijfelen. In hun ogen zijn wapenleveringen, waar in Nederland en Europa veel steun voor is, niet te rijmen met de wens voor vrede.
Ze vinden dat er een ander gesprek over de oorlog nodig is, willen dat de wapenleveringen stoppen en dat er onderhandeld gaat worden. Niet omdat Oekraïne dat wil, maar omdat zij dat willen. Scenario’s die de vrede dichterbij brengen hebben ze echter niet en met concrete alternatieven komen ze niet. Wel beklagen ze zich over hoe weinig ruimte ze in de media krijgen. Dat dat te maken zou kunnen hebben met de kwaliteit van hun argumenten, lijken ze niet in overweging te nemen. Ze voelen zich vaak weggezet als Putinversteher. Dat dat te maken zou kunnen hebben met de door hen verkondigde denkbeelden en hoe die zo mooi passen in de Kremlinpropaganda lijken ze niet te zien. Ze zouden bovendien aan geloofwaardigheid winnen als ze hun eigen argumenten serieuzer zouden nemen.