Nepnieuws als wapen

RECENSIE - Het boek Spoken van Pien van der Hoeven gaat over misleiding van de publieke opinie in oorlogen van de Verenigde Staten en de rol van de media daarbij. Het kwam begin dit jaar uit, vlak voordat Poetins troepen Oekraïne binnenvielen. Niet bepaald een gunstig moment om aandacht te vragen voor Amerikaans nepnieuws uit het verleden. Toch verdient het die aandacht wel, niet in de laatste plaats omdat alle oorlogen aan hetzelfde euvel lijden: het eerste slachtoffer is altijd de waarheid. Hoe goed sommige media ook hun best doen om het nieuws over de huidige oorlog in Oekraïne te checken, leugens ter beïnvloeding van de publieke opinie blijven een belangrijk wapen in de strijd.

Vietnam en Irak

Het nepnieuws dat mediahistoricus Van der Hoeven tot in detail heeft uitgeplozen betreft drie Amerikaanse oorlogen, in Vietnam (1964-1975), de Golfregio (1990-1991) en Irak (2003-2011). De ‘spoken’ die zij beschrijft betreffen verzonnen gevaren die gewapend ingrijpen tegenover de publieke opinie moeten rechtvaardigen. Uit de oorlog in Vietnam kennen we het Tonkin-incident. De Amerikaanse marine zou door Vietnamese patrouilleboten zijn aangevallen. Het was voor toenmalig president Johnson het sein om te starten met bombardementen op Noord-Vietnam. Aan het begin van de Golfoorlog in 1990 deed het verhaal de ronde dat Irakese soldaten in Koeweitse ziekenhuizen baby’s uit couveuses haalden en op de ziekenhuisvloer achterlieten met de dood als gevolg. Het had een enorme impact op de Amerikaanse publieke opinie die volledig achter de Amerikaanse inval in Irak ging staan. Uit de laatste oorlog van de VS in Irak kennen we het later vals gebleken verhaal van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell over de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein.

Minder bekend is het nepnieuws over de dappere krijgsgevangene Jessica Lynch die door haar collega’s uit een Iraaks ziekenhuis gered zou zijn. Lynch heeft later twijfels opgeroepen over de spectaculair gebrachte reddingsactie. Ze voelde zich misbruikt, schreef ze in haar autobiografie, voor propagandadoeleinden. Ze was géén held, had helemaal niet gevochten en ze was goed verzorgd door de Irakezen. Maar de Amerikaanse regering had een verhaal nodig dat de patriottische gevoelens van de Amerikanen stimuleerde. Het ging niet zo goed in die eerste dagen van de oorlog. Toen journalisten ter plekke op onderzoek uitgingen bleek haar ‘redding’ in scène gezet en moesten de autoriteiten op vele vragen het antwoord schuldig blijven (meer hierover in de bespreking  van het boek in de NRC).

Het Militair-Industriëel Complex

Op basis van uitvoerig bronnenonderzoek beschrijft Van der Hoeven deze drie gevallen als voorbeelden hoe propaganda en nepnieuws in oorlogssituaties werken.  Ze laat ook zien welke belangen op de achtergrond spelen. Het boek toont de invloed van het Militair-Industriële Complex met al zijn personele banden tussen wapenindustrie en politiek en media. Voor de oorlog in Irak werd een jaar na 9/11 gelobbyd door een groep neoconservatieven die banden hadden met grote bedrijven als Lockheed Martin en Halliburton. Vicepresident Cheney was bestuursvoorzitter geweest bij Halliburton. Het bedrijf zou met orders ter waarde van 18 miljard van de Irakoorlog profiteren.

Ook het pr-bureau Hills & Knowlton profiteerde van de oorlog, en wel direct van de propaganda waarmee leger en regering de Amerikaanse burgers hebben misleid. Het bureau coachte bijvoorbeeld de dochter van de ambassadeur van Koeweit bij haar valse getuigenis over de babyroof door Irakese soldaten in 1990. In 2003 promootte de coach van het meisje het boek van een Irakese advocaat die het leger zou hebben geholpen met de redding van Jessica Lynch. Zijn verhalen zijn later als leugens en ‘Hollywoodachtige flauwekul’ ontkracht door de Washinton Post. De man kreeg politiek asiel in de VS en een baan kreeg bij het lobbykantoor van een Republikeins politicus.

935 keer vals

Het pijnlijke van al het nepnieuws is dat de media er in eerste instantie wel erg gemakkelijk in meegaan, op een enkele uitzondering na. Later komt de waarheid vaak alsnog aan het licht, al dan niet dankzij klokkenluiders zoals Daniel Ellsberg (die de Pentagon Papers over de Vietnamoorlog onthulde) of vasthoudende onderzoeksjournalisten. ‘Vijf jaar na de invasie in Irak rapporteerde het onafhankelijke Amerikaanse Center for Public Integrity dat Bush en andere vertegenwoordigers van zijn regering in de campagne om de bevolking achter de Irakoorlog te krijgen 935 valse verklaringen hadden afgelegd.’

Spoken gaat over drie oorlogen waarin sociale media niet of, in het geval van de Irakoorlog nauwelijks, een rol speelden. De media in dit boek zijn nog steeds de oude vertrouwde media: de schrijvende pers, radio en televisie. Van der Hoeven laat in haar inleiding zien dat de inzet van deze media in oorlogssituaties bepaald niet nieuw is. Er was altijd al nepnieuws. De vraag is of oorlogsnieuws door het intensieve gebruik van internet en sociale media nu een kwalitatieve sprong maakt. Worden leugens nu sneller ontdekt, wordt propaganda eerder doorgeprikt? Onderzoekers die het spoor van Van der Hoeven gaan volgen zullen ons dat misschien kunnen laten zien. Ik raad ze wel aan eerst haar uitstekend gedocumenteerde boek grondig door te nemen. Het is een zeer gedegen en vlot geschreven analyse van de misleiding waaraan we als eenvoudige nieuwsconsumenten worden blootgesteld als de kongsi van politici en wapenfabrikanten op oorlogspad gaat.

Pien van der Hoeven, Spoken: Hoe het Kapitalisme Ons tot Oorlog Drijft. Nepnieuws en de Amerikaanse Oorlogen in Vietnam en de Golf. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2022, 272 pagina’s, €22,50

Reacties (13)

#1 Hans Custers

De vraag is of oorlogsnieuws door het intensieve gebruik van internet en sociale media nu een kwalitatieve sprong maakt. Worden leugens nu sneller ontdekt, wordt propaganda eerder doorgeprikt?

Is dat de vraag? Ik dacht dat het antwoord daarop inmiddels wel duidelijk was. Desinformatie-campagnes die op sociale media worden gevoerd zijn bedoeld om verwarring te creëren. Door die campagnes lukt het (een deel van) het publiek steeds minder om echt nieuws te onderscheiden van propaganda. Volgen van goede journalistieke media is nog steeds veruit de beste manier om dat onderscheid te kunnen maken. Absolute garanties heb je nooit. Ook de New York Times, of het NRC, of de NOS laten zich wel eens voor de gek houden. Of ze maken zelf een fout. Maar daar zijn het de uitzonderingen. En belangrijke missers worden gerectificeerd. Als je alleen afgaat op sociale media heb je al snel helemaal geen benul meer van wat er in de echte wereld wel of niet gebeurt.

  • Volgende discussie
#1.1 lmgikke - Reactie op #1

Beste Hans.

[Mode dit] beledigende tekst verwijderde [/mode dit] Het artikel en boek tonen juist aan dat het de NYT, NRC of de NOS waren die mee deden met de propaganda. In de huidige tijd van oorlog, is er propaganda in alle media.

Kijk naar het Azov battalion. Momenteel de helden van de Oekraine. 180 graden gedraaid t.o.v. 2019:

https://www.ad.nl/binnenland/zeker-acht-nederlanders-vechten-mee-in-burgeroorlog-oekraine-aan-beide-kanten-van-het-front~a12c74ce/

Dus wat is waarheid? Niet wat we in de media horen. Ook niet de ‘sociale’ media.

Check nu zelf de verhalen over de huidige oorlog, de bron? het Oekrainse leger, onze veiligheidsdiensten, of organisaties zoals Bellingcat (gefinancieerd door de veiligheidsdiensten). Niet bepaald betrouwbare bronnen in een oorlog.

Maar dat maakt niet uit. We geloven toch wat we willen geloven. En zoals gewoonlijk zijn er genoeg useful idiots (zoals jij) die het frame versterken en de propaganda kracht geven.

Ondertussen doet de EU aan censuur, want buitenlandse media worden actief geweerd. RT.com is propaganda kanaal, dat weet ik ook. Echter vinden onze politici dat ik dat niet zelf meer kan bepalen, dus wordt het verboden.

En zodra politici bepalen wat wel en wat niet doorgelaten wordt is het censuur. En dus vertrouw ik daarna niets meer wat wel doorgelaten (goedgekeurd door de politici) wordt.

  • Volgende reactie op #1
#1.2 Hans Custers - Reactie op #1.1

Het artikel en boek tonen juist aan dat het de NYT, NRC of de NOS waren die mee deden met de propaganda

Nee, het artikel en boek tonen aan dat NYT, NRC of NOS niet alwetend en onfeilbaar zijn. Wat je overigens ook best zelf zou kunnen bedenken. En wat journalisten zelf ook wel weten en erkennen. De NYT is bijvoorbeeld heel diep door het stof gegaan toen ze ontdekten dat ze te makkelijk oorlogspropaganda hadden overgenomen.

Overal worden fouten gemaakt. En zeker in een oorlogstijd is het ook voor professionele journalisten vaak lastig om feiten van propaganda te onderscheiden. Ik heb dan ook nergens beweerd dat je elk bericht van NYT, NRC of NOS kritiekloos voor waar aan moet nemen. Dat je mij een useful idiot noemt slaat dan ook helemaal nergens op.

Weet je wie useful idiots zijn? Mensen die simplistische retoriek napraten van demagogen die roepen dat je niemand kunt vertrouwen. En die dus geen onderscheid meer maken tussen kanalen die alleen maar propaganda verspreiden en nieuwsmedia die wel eens een fout maken. Met die houding zit je precies in de hoek waar Trump, of Baudet, of Poetin, je willen hebben. Want dan is niets meer zeker en kun je dus zelf je eigen waarheid creëren. Geloven wat we willen geloven, precies zoals jij het zegt.

Kijk eens in de spiegel, in plaats van een ander zo makkelijk uit te maken voor useful idiot.

#1.3 lmgikke - Reactie op #1.2

Als men keer op keer, jaar na jaar dezelfde fouten maakt, dan zijn het geen fouten meer.

Men is bewust onbekwaam. Al jaren. Vanaf Vietnam tot en met de Golf oorlogen. Ik heb niet de illusie dat het momenteel anders is.

Sterker nog, als je ziet dat de media meer in meer in handen komen van een kleinere groep. Beter zal het er dus niet op geworden zijn.

#1.4 Hans Verbeek - Reactie op #1

Ja, er wordt tegenwoordig desinformatie verspreid via sociale media. Maar de wikileaks-informatie, naar buiten gebracht door Bradley Manning & Edward Snowden kun je moeilijk afdoen als desinformatie. Waarschijnlijk wordt er nog altijd belangrijke informatie gekwalificeerd als desinformatie.
De klassieke gevestigde media hebben de afgelopen decennia gefaald in het ontmaskeren van de propaganda. Ze hebben het vertrouwen van miljoenen lezers en kijkers verloren.
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.

  • Vorige reactie op #1
#1.5 Hans Custers - Reactie op #1.4

[Mod edit] verwijderd. Was geen inhoudelijke reactie maar een persoonlijke aanval [/ mod edit]

#2 Frank789

De NRC heeft een betere titel:
Waarom media vaak nepnieuws brengen aan het begin van een oorlog.

Aan het begin van een oorlog.
Want later, soms pas jaren, komen diezelfde journalisten door onderzoek achter de waarheid. Dat ze de eerste dagen meegaan met de hype komt omdat het ook maar mensen zijn, hun collega’s roepen ook hetzelfde en ze waren niet bij het incident ter plekke, wat nu eenmaal vrijwel standaard is in oorlogen.

Dus Imgikke kan wel lopen foeteren over propaganda, maar in de eerste dagen is de regering e.d. gewoon de enige bron. Dan kun je niet zeggen dat de media aan de propaganda doen. En als er spectaculair nieuws komt over een couveuseroof dan kun je moeilijk als enige krant besluiten dat je het nieuws nog een tijdje achterhoudt totdat je alle details hebt kunnen bevestigen via andere bronnen.

Zelf kan ik me herinneren dat in de aanloop naar de oorlog in Irak er in Nederlandse media volop werd gesproken over Hans Blix, hoofd van de United Nations Monitoring, Verification and Inspection Commission, die alsmaar geen WMD kon vinden in Irak. Niks propaganda.
https://www.groene.nl/artikel/de-sleutel-tot-de-irak-oorlog

Verder moet je niet verwachten dat de westerse spionagediensten, die volop over de toestand van het Russische leger rapporteren, ook maar iets over het Oekraïnse leger zullen zeggen of over Russische successen. We zien niet voor niets vooral video’s van Oekraïense successen. Informatie is immers propaganda en strategie.
Daar komt bovenop dat mensen met gezond verstand hier allemaal pro-Oekraïne zijn en geen zin hebben video’s e.d. te plaatsen die Russische successen laten zien. Dat voelt gewoon niet lekker, daar is niet eens censuur voor nodig.

In het NRC artikel staat terecht:
“De centrale boodschap is alarmerend, niet in de laatste plaats voor journalisten: ‘We moeten constateren dat de journalistiek in alle drie de oorlogen min of meer dezelfde fouten maakte. De media hebben dan ook geen collectief geheugen voor oorlogsverslaggeving. Ministeries van Defensie daarentegen verwerken de ervaringen met media na elke oorlog in een nieuwe versie van een handboek.’

https://12ft.io/proxy?q=http://www.nrc.nl/nieuws/2022/02/17/mediamissers-in-de-aanloop-naar-oorlog-a4090582

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 Co Stuifbergen - Reactie op #2

Juist bij zo’n couveuse-roof zouden journalisten extra alert moeten zijn, want goed beschouwd hadden Irakezen geen enkel belang bij het vermoorden van baby’s.
En Koeweit had wel belang bij het beïnvloeden van de publieke opinie.

Het lijkt een beetje op de beweringen (in de middeleeuwen) dat Joden kinderen ontvoerden om hun bloed te drinken.
Dat geloofden destijds ook veel mensen.

#2.2 Frank789 - Reactie op #2.1

Ik geloof dan ook niet dat de Russen winkelcentra bombarderen.
Daar hebben ze toch geen enkel belang bij?
Oekraïne heeft wel belang bij het beïnvloeden van de publieke opinie door de underdog te spelen.
.
.
.
.
.
voor alle zekerheid: /s

  • Volgende reactie op #2.1
#2.3 Hans Custers - Reactie op #2.1

Maar hoe had het dan wel gemoeten?

Het verhaal werd verteld tijdens een getuigenis in het Amerikaanse congres. En over de achtergrond was niks bekend. Ik neem aan dat het zo ook is gebracht door journalistieke media: een vijftienjarig meisje legde die verklaring af, waar verder geen bevestiging voor te vinden is. Het helemaal negeren was ook geen optie. Want stel dat het wel waar was geweest?

En het is ook wel goed om nog even na te kijken door wie het hele verhaal uiteindelijk bekend is geworden. Door journalisten van die verfoeide main stream media.

  • Vorige reactie op #2.1
#2.4 Co Stuifbergen - Reactie op #2.3

Het is inderdaad lastig.

Ook als de tv zegt “we konden dit verhaal niet controleren” houdt de kijker er rekening mee dat het wel waar zou zijn.

Het lijkt op de situatie waarin een onderzoeker op tv de klimaatverandering uitlegt, en daarna, voor het evenwicht, een klimaat-ontkenner wat mag roeptoeteren.

Dan denkt de tv-kijker ook dat de waarheid in het midden ligt, en is de misleiding geslaagd.
(of erger: dan beslist de tv-kijker dat hij geen maatregelen accepteert, want op tv is gezegd dat het niet nodig is).

#2.5 Hans Custers - Reactie op #2.4

Ik begrijp je vergelijking, maar er is wel een belangrijk verschil. Propagandisten proberen journalisten te slim af te zijn en soms lukt dat. Dan bedenken ze een meesterzet waar de journalistiek geen antwoord op heeft. Die getuigenis van dat meisje was er zo een.

Want het is hoe dan ook actueel nieuws als iemand zo’n verhaal vertelt in het centrum van de Amerikaanse democratie. Het negeren is dan simpelweg geen optie. Journalisten hadden dus geen andere keus dan het vertellen zoals het ging.

De roep om ‘false balance’ over een onderwerp als klimaatverandering is daarentegen een bekende propagandatruc. Net als het trucje van provoceren en daarna Calimero spelen van extreemrechts. Daar zouden journalisten ondertussen wel alert op mogen zijn. Al kan het altijd een keertje gebeuren dat iemand er toch weer intrapt.

#3 Co Stuifbergen

Ik kan het boek “het zijn net mensen” van Joris Luyendijk van harte aanbevelen.

Hij was correspondent in het midden-oosten, onder andere voor de NOS, en beschrijft dat hij vaak het precieze verhaal niet goed overbrengen kon.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie