Erdogan mengt zich in de Zweedse politiek

Serie:

Het Zweedse onafhankelijke parlementslid Amineh Kakabaveh (foto) heeft de sociaaldemocratische minderheidsregering van premier Magdalena Andersson deze week opnieuw gered. Ze onthield zich van stemming over een motie van wantrouwen tegen de minister van Justitie Morgan Johansson. Daardoor was er net geen meerderheid voor deze poging van de rechtse partijen om de regering ten val te brengen. Kakabaveh hielp Andersson eind vorig jaar aan de macht in ruil voor meer Zweedse steun voor de Syrisch-Koerdische strijdgroep YPG. Die steun is nu de reden voor de Turkse regering om een Zweeds NAVO-lidmaatschap te blokkeren. Ook voor Finland geldt een Turks veto als het land geen maatregelen neemt tegen de Koerdische ’terroristen’.

Terroristen of vrijheidsstrijders?

De Koerdische Kakabaveh noemt de YPG, die ook nog steeds de steun van de VS heeft, „vrijheidsstrijders”. Maar volgens de Turkse president Erdogan gaat het om het Syrische filiaal van de Turks-Koerdische terreurbeweging PKK. En hij heeft zijn lot verbonden aan succes in de strijd tegen de Koerden, de belangrijkste tegenstanders van zijn regime. Daarom heeft hij aangekondigd zich te zullen verzetten tegen het lidmaatschap van Zweden en Finland totdat aan zijn eisen is voldaan. Naast het verbreken van de banden met de YPG zouden beide landen het wapenembargo tegen Turkije moeten opheffen. Daartoe lijkt Zweden wel bereid, Finland was daar in elk geval vorige week nog niet aan toe. Beide landen worden door Turkije uitgedaagd om af te zien van het tot nu toe geldende beleid dat wapenexport naar conflictregio’s verbood. De Zweedse wapenindustrie zal er geen moeite mee hebben, parlementslid Kakabaveh des te meer. En zij kan, zoals nu al tweemaal gebleken is, in de Riksdag de doorslag geven voor de zittende regering.  Daarnaast zullen de sociaaldemocraten  de steun van de grote Koerdische gemeenschap in Zweden bij de verkiezingen komend najaar niet willen missen. Zo moet het Atlantisch Bondgenootschap eind deze maand op de NAVO-conferentie in Madrid een oplossing zien te vinden voor gevoelige binnenlandspolitieke kwesties van de (kandidaat)partners. Terwijl het juist nu van het grootste belang is eenheid en kracht te laten zien tegenover het oorlogszuchtige Rusland.

Erdogan draait

Finland zal er in Madrid vermoedelijk op gaan wijzen dat Erdogan eerder tweemaal geen enkele voorwaarden heeft verbonden aan het NATO-lidmaatschap van het land. De Finse president Niinistö verklaarde deze week in een interview dat zijn Turkse collega de afgelopen maanden tot tweemaal toe bevestigd heeft dat er geen belemmeringen zijn. Hij heeft zelf op 4 april gesproken met Erdogan en zijn minister van Buitenlandse Zaken Haavisto had nog contact met de Turkse regering op 5 mei. Bij beide gelegenheden leek er nog geen enkele probleem te zijn. Half mei ging Erdogan ineens om. Hij verwees aanvankelijk naar de ‘fout’ die gemaakt was bij het lidmaatschap van Griekenland in 1952. Vervolgens naar de steun van Zweden en Finland voor de beweging van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, een andere ‘aartsbijand’ van de Turkse regering. En daarna kwam de beschuldiging van steun aan de Koerden. Mogelijk wil Erdogan bereiken dat hij meer steun krijgt van de VS. Turkije wacht nog op goedkeuring van de aankoop van F16 vliegtuigen.

Binnenlands wapengeweld

Verwacht mag worden dat er in NAVO-kringen wel een list kan worden bedacht om het conflict uit de wereld te helpen. Maar voor de Zweedse regering blijft Erdogan een uitermate hinderlijke ‘bondgenoot’. In eigen land zijn de problemen voor Anderssons minderheidsregering een half jaar na haar aantreden nog geenszins voorbij. De motie van wantrouwen tegen de minister van Justitie kwam ook niet zomaar uit de lucht vallen. De extreemrechtse Zweden Democraten (SD) die de motie indiende kreeg steun van andere rechtse partijen die in het verleden niets wilden weten van samenwerking met de SD. Nu zijn ze buitengewoon boos over al het geweld waar Zweden in april mee werd geconfronteerd in rellen tegen de provocerende rondtour van de Deens-Zweedse extremist Rasmus Paludan. Hij trok door wijken met een overwegend islamitische bevolking en verbrandde daar korans. De oppositie neemt het minister van Justitie Johansson kwalijk dat hij niet in staat is het geweld te keren. Terwijl in andere Europese landen het wapengeweld afneemt is het in Zweden sinds de jaren negentig vertienvoudigd. In de polls is het nog niet te zien, maar de rechtse oppositie zal er komend najaar bij de parlementsverkiezingen ongetwijfeld op terugkomen. Premier Andersson mag dan hopen dat ze met goede berichten uit Madrid voldoende tegengas kan geven.

Reacties zijn uitgeschakeld