Onbreekbare menselijkheid in de diepste duisternis

Foto: Elie Wiesel, via Wikimedia Commons en Viktor Frankl, ook via Wikimedia Commons.

In deze barre tijden is het van belang om ons niet uit het veld te laten slaan door het succes van de populistische en zelfs fascistoïde onderstroom die nu in zijn leugenachtige, perfide, tirannieke gedaante de kop opsteekt; van de tirannie in Trumpistisch Amerika tot terreurdemonstraties tegen AZC’s, van de agressie en sabotage van Putin tot in Den Haag, waar een partij met een dictatoriale structuur zonder interne democratie, maar wel met NSB-speldjes op jasjes, nog steeds wordt gedoogd.

Tegenmacht zal er altijd zijn, maar om die te behouden zijn wel veerkracht en ook inspiratie nodig. Die liggen niet zomaar voor het oprapen en dus moeten wij die zoeken.

Dan komen we snel uit bij getuigenissen van mensen die het vreselijkste hebben moeten doorstaan: het ondenkbaar wrede sadisme van de vernietigingskampen onder het naziregime. Bij stemmen die in staat zijn gebleken om in de ontmenselijking juist hun menselijke waardigheid en de hoop overeind te houden: schrijver Elie Wiesel en psychiater Viktor Frankl.

Mensen raken op diverse manieren medeplichtig aan de wreedheden: uit machtswellust, eigenbelang, ijdelheid, angst, pure hebzucht of de eigen geestelijke gestoordheid. Wat ook de drijfveren en oorzaken voor de vernietigingsdrang en aantrekkingskracht van het fascisme zijn, als het gaat om antwoorden daarop, komt Elie Wiesel uit bij ons gedrag, bij onze houding, bij wat wij doen of nalaten. Zwijgen over wat is gebeurd (en daarmee ook wat zich nu voltrekt) stelt hij gelijk aan medeplichtigheid. Het niet bespreken en het vergeten van de wreedheden en massamoord kwalificeert hij als een gevaarlijke vorm van verraad.

In De Nacht vertelt Wiesel over zijn jeugd in Auschwitz en Buchenwald. En legt hij de nadruk op het collectieve geheugen en morele verantwoordelijkheid: wij zijn verplicht te getuigen, te herinneren en te waarschuwen. Als wij zwijgen, als wij niet getuigen, zijn wij medeverantwoordelijk voor het opnieuw laten wortelen van het kwaad. Het grootste gevaar is dus niet eens zozeer de haat die we zien toenemen, maar het normaliseren en respecteren daarvan en de onverschilligheid, de collaboratie. Niet alleen herinneren, maar ook het tonen, het ontmaskeren, het aanklagen van wat wij zien gebeuren, wordt daarmee een morele opdracht. Wiesels waarschuwing en zijn oproep zijn dag na dag essentieel en urgent. De populistische fascistoïde retoriek blijft inspelen op angst en vijandbeelden, waarbij groepen mensen worden ontmenselijkt of buitengesloten. Het eenvoudigweg zichtbaar maken van oprechte menselijkheid, is, ook in ons tijdsgewricht – waarin moraliteit, de democratische rechtsstaat en cultuur, solidariteit en basisvrijheden worden bedreigd – al een vorm van verzet.

Wiesel erkent de vernietigende macht van het kamp, van het fascisme, van waar de mens toe in staat blijkt, maar laat ook zien dat wij nooit volledig kunnen worden ontmenselijkt. Gevoelens van liefde, verdriet, schuld, mededogen, empathie, die blijven bestaan. Wij blijven voelen, denken en keuzes maken. Zelfs in wanhoop kunnen wij liefde en solidariteit tonen.

Victor Frankl vroeg zich als psychiater af hoe een mens kan overleven in een situatie waarin alle zin verdwenen lijkt. In Man’s Search for Meaning beschrijft hij dat de mens altijd de vrijheid behoudt om zijn houding te kiezen. Hij toont aan dat individuele vrijheid nooit te breken is. De mens is in staat tot de innerlijke kracht om te kiezen voor het scheppen van betekenis. In Man’s Search for Meaning legt hij uit dat de mens niet primair wordt gedreven door de wil tot macht of genot of plezier, maar door het besef dat het bestaan zinvol is en dat wij dat bestaan betekenis willen geven.

Frankl ziet het begrip ‘betekenis’ dus als levensdrift: mensen kunnen extreme pijn verdragen zolang ze weten waarom ze leven of lijden. Ook al wordt alles van een mens afgenomen, hij of zij behoudt ten diepste de vrijheid een eigen innerlijke houding tegenover het lijden te bepalen. Zelfs als alles ons wordt ontnomen, dan nog zijn wij vrij om te kiezen hoe wij lijden.
De moed en de tot op het laatst ongebroken houding van Alexsej Navalny verschijnt hier onherroepelijk op het netvlies.
Frankl, en Navalny, tonen aan dat zingeving, betekenis vinden en betekenis geven geen luxe is, maar een levensnoodzaak. Juist in omstandigheden waar alle uiterlijke zekerheden wegvallen.
Elie Wiesel en Viktor Frankl hebben hun leven gewijd aan het verwoorden van lessen uit de tijd waarin de vernietigingsmachine in al zijn wreedheid over Europa kon rollen.
Wiesel geeft ons een ethisch kompas. Hij roept op tot verantwoordelijkheid door te erkennen dat de menselijke waardigheid diep in ons verankerd ligt. Victor Frankl geeft ons betekenis als levenskracht en toont aan dat zelfs in de diepste duisternis een mens betekenis kan vinden en geven en uiteindelijk ongebroken kan blijven. Samen leggen zij, die in de meest uitzichtloze omstandigheden de ergste verschrikkingen hebben doorstaan, een inspirerende en hoopvolle bodem onder wat het betekent om mens te zijn.

De werken van Elie Wiesel en Viktor Frankl zijn niet zomaar hoofdstukken uit een verleden, maar levende waarschuwingen. Zij laten zien dat het kwaad niet zomaar groeit uit haat, maar ook uit onverschilligheid en leegte. In een tijd waarin populistische en fascistoïde krachten inspelen op angst en wanhoop, helpen Wiesel en Frankl ons om te kiezen voor herinnering, hoop en verantwoordelijkheid. Zij herinneren ons eraan dat de mens altijd kan kiezen – voor betekenis, voor solidariteit, eenvoudige menselijke waardigheid en tegen de herhaling van de duisternis.

Dit artikel is overgenomen van anti-populista. Artikelen op dat blog worden geschreven als bijbaan, dus mocht je het stuk waarderen kun je dat ook financieel laten blijken via deze link.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*