ACHTERGROND - Veel ouderen zijn actief als mantelzorgers, vrijwilligers of in loondienst. Is de keuze om na het pensioen te blijven werken nu nog vrijblijvend, straks is het een maatschappelijke plicht. Maar die ommekeer veronderstelt wel een andere blik op ouder worden.
Als de pensioenleeftijd binnenkort omhoog gaat, staat het ook wettelijk vast dat iedereen langer moét doorwerken. De vraag is tot hoe lang: wanneer ben je te oud om te werken? Die vraag is niet eenvoudig beantwoorden. Ouder worden kent namelijk verschillende dimensies. De chronologische dimensie is de eenvoudigste, en verwijst naar de datum waarop iemand is geboren en de sindsdien verstreken tijd. De functionele dimensie is al wat complexer en verwijst naar iemands lichamelijk en cognitief functioneren.
In algemene zin hangen de functionele en chronologische dimensies met elkaar samen: de kans op lichamelijke beperkingen en verminderd cognitief functioneren neemt gewoonlijk toe met de jaren. Een nuancering is hier op zijn plaats want de mate waarin dat gebeurt, verschilt per individu. De een heeft bijvoorbeeld een sterker lichaam dan de ander. Iemands functioneren is bovendien mede afhankelijk van zijn zelfbeeld en gevoeligheid voor maatschappelijke stereotypering. De financiële mogelijkheden en grootte van het sociale netwerk maken hierbij een groot verschil. Wie een gering sociaal kapitaal bezit, gedraagt zich meer naar het stereotype beeld van de oude man of vrouw.
De omgeving kan ouderen zich oud laten voelen
Andere beperkingen voor ouderen om actief te blijven, liggen in de functionele leeftijdsdimensies. Voor bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld voor een brandweerman, gelden leeftijdsgrenzen vanwege de fysieke eisen die het werk stelt. Of de brandweerman na zijn pensionering een ander beroep gaat uitoefenen, is mede afhankelijk van diens kijk op de toekomst, het tijdsperspectief. Cruciaal bij die beslissing is de overtuiging dat hij in de toekomst nog iets kan verwezenlijken en persoonlijke doelen kan halen. Ouderen die het gevoel hebben dat zij de toekomst hebben, zijn veelal bereid om actief te blijven, in betaald werk of vrijwilligerswerk.
Naast de persoonlijke aspecten (fysieke en cognitieve functies, tijdsperspectief) heeft ook de sociale omgeving invloed op het al dan niet actief blijven van ouderen. De sociale omgeving geeft immers signalen over hoe zij actieve ouderen waardeert. De angst om gezien en beoordeeld te worden aan de hand van een negatief stereotype over ouderdom speelt daarbij een belangrijke rol. Het werkt als een zichzelf bevestigende voorspelling. Oftewel: iemand die zichzelf ziet of door zijn omgeving gezien wordt als oudere is vaker inactief. Het tweede belangrijke aspect van de sociale omgeving is de mate van aanwezig sociaal kapitaal.
Activiteit is een maatschappelijke plicht
Tot nu toe is het blijvend actief zijn benaderd vanuit de wens van een oudere om dat wel of niet te willen, alsof het iets vrijblijvends is. Maar men kan duurzame activiteit ook zien als een maatschappelijke ‘plicht’. Nu al legt de overheid steeds sterker de nadruk op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. In de nabije toekomst zullen mensen voor zorg nog meer afhankelijk zijn van het eigen sociale netwerk en kunnen zij zich pas in tweede instantie wenden tot de zorginstellingen. Binnen dat kader past het idee dat ouderen voor hun toekomstige zorgbehoefte kunnen sparen door nú zelf zorg te bieden aan hun leeftijdgenoten. Zorgen voor hulpbehoevende leeftijdgenoten is dan een manier voor ouderen om na de pensioenleeftijd aan het werk te blijven.
Maar ze kunnen ook betaald werk blijven verrichten. Dat kan op verschillende manieren: ze kunnen blijven werken zoals voor hun pensioen of minder uren maken. Ook kunnen ze een ander beroep gaan uitoefenen, zoals de gepensioneerde accountant die meubels gaat maken. Een laatste mogelijkheid is dat ouderen hun werk voortzetten bij een andere organisatie of via een uitzendbureau dan wel als zelfstandige. Om het mogelijk te maken dat ouderen actief blijven, zullen hoe dan ook de bestaande structuren aangepast, uitgebreid, verbeterd en vernieuwd moeten worden. En dat veronderstelt dat samenleving, managers en de oudere werknemers zelf er van doordrongen moeten raken dat doorwerken ook na het pensioen nodig is. Wanneer dat besef uitblijft, zullen alle investeringen om ouderen aan het werk te houden voor niets worden gedaan.
Te vaak is het voorgekomen dat langer doorwerken belemmerd werd in plaats van bevorderd. Om een voorbeeld te geven: een vrouw die vele jaren met veel plezier in de keuken werkte van een zorginstelling en graag daarmee door wilde gaan kreeg geen medewerking van haar werkgever omdat die bang was dat zij een grotere kans zou hebben om ziek te worden.
René Schalk is bijzonder hoogleraar ouderenbeleid bij Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor Zorg en Welzijn van de Universiteit van Tilburg. Matthijs Bal is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit, afdeling Management & Organization.
Reacties (7)
Al weer een verhaal met als trant dat je als gepensioneerde iets zou moeten doen.
Het maatschappelijk nut van ouderen.
Het idee dat die ouderen pensioenrechten hebben opgebouwd, en recht hebben op AOW, om na een werkzaam leven een rustige periode te hebben lijkt er niet meer te zijn.
Plukze, lijkt het devies, zowel van inkomen als van vermogen.
De mannen boven hebben het zelfs er over dat gepensioneerden moeten doorwerken.
Een uiterst trieste ontwikkeling.
De enige troost is dat de propageerders van dit soort ideeën bij leven en welzijn zelf ook eens oud zullen zijn.
Verder hoop ik dan dat ze al daarvóór met de gevolgen van hun gepropageerde ideeën geconfronteerd zullen zijn ?
Wie wil er nog een huis kopen en de hypotheek aflossen als het opgebouwde vermogen toch wordt ingepikt ?
Waarom zou je pensioenpremie betalen ?; als je meer hebt dan AOW wordt je extra belast.
Zorg voor een leuk leven tot de pensioenleeftijd, en wacht dan maar af wat je nog toegeworpen krijgt.
Maar men kan duurzame activiteit ook zien als een maatschappelijke ‘plicht’.
Maatschappelijke plicht?
Wat is er gebeurd met vrijheid? Vrije wereld, vrije keuze.
Nee, als het eens wat tegenzit is alles ineens een plicht.
Sociale plicht. Het gewicht van het bestaan.
En uiteindelijk is plicht gewoon slavernij.
Plicht opleggen is manipulatie, de dood van democratie en vrijheid.
Maar goed, dat was toch al een wassen neus.
(update : en verder wat Hendrikjan zegt: geld is het punt)
De “wetenschap” heeft kennelijk zijn literatuur weer eens niet bijgehouden:
Wat verandert er op mijn werk als ik wil doorwerken na mijn AOW-leeftijd?
http://tinyurl.com/8opgcze
‘Is de keuze om na het pensioen te blijven werken nu nog vrijblijvend, straks is het een maatschappelijke plicht.’
Kan ik even een linkje krijgen?
Nu al legt de overheid steeds sterker de nadruk op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid.
R.A.F:
Die zelfredzaamheid en eigenverantwoording hadden mijn opa en oma al , maar omdat Nederland een verzorgingsstaat was geworden ,is dat verdwenen , de mensen dachten de staat regeld het wel .
Je kinderen hoefde zelfs niet meer voor je te zorgen , dat deed de staat ,zelfs dans en bingo -middagen , dagjes uit met het busje het werd allemaal geregeld
Mijnheer Schalk lult maar een eind weg, tijd dat hij eens een kijkje in het normale leven gaat nemen. Leeftijdsdiscriminatie zorgt er voor dat het met veel ouderen anders afloopt dan de kattebellenfilosofie van deze (kuch) professor suggereert.
Het is een groot vooroordeel dat mensen die ouder worden opeens willen uitrusten en van hun pensioen moeten ‘genieten’. Er zijn er ook heel veel die nog steeds zich willen inzetten voor ‘de maatschappij’.