Gerard Kemkers was een groot schaatser. Na zijn actieve carrière werd hij coach. Ook daarin was hij succesvol: hij loodste menige sporter naar de top, onder wie Sven Kramer, die goud won op de vijf kilometer tijdens de afgelopen winterspelen. Maar één black out tijdens Svens tien kilometer heeft zijn reputatie zwaar geschaad.
Gerrit Zalm was een succesvol minister van financiën. Ook hij maakte daarna een grote inschattingsfout, namelijk dat hij Dirk Scheringa zou kunnen beteugelen wanneer hij orde op zake ging stellen bij DSB. Hij kwam best een eind, maar DSB viel toch om. Dat wordt hem nagedragen, begrijpelijk en terecht.
Maar betekent het ook dat Gerrit Zalm een slecht bankier is aan wie ABN-Amro niet toevertrouwd kan worden? Daar ontstond onenigheid over tussen de twee toezichthouders AFM en DNB. De eerste vond dat Zalm onvoldoende zijn best gedaan had bij DSB, de laatste vond van wel. Het is zo’n subjectieve beoordeling dat de waarheid onmogelijk vast te stellen valt. Inmiddels heeft de AFM ingebonden: ze vindt Zalm ook geschikt om ABN-Amro te leiden.
Ook dat is terecht. Zowel AFM als DNB slaan namelijk volkomen de plank mis door Zalms geschiktheid voor ABN-Amro regelrecht te verbinden aan zijn prestaties in de korte tijd dat hij aan Scheringa verbonden was. Gerrit Zalm heeft immers het recht om beoordeeld te worden op zijn complete loopbaan. Die wijst op meer dan genoeg competentie. Als Zalm nou een greep in de kas had gedaan bij DSB, dan was er reden om hem te wantrouwen. Maar hij heeft enkel een keer een wedstrijd verloren en dat zegt bij hem even weinig als bij Kemkers (en Louis van Gaal, die wegens wanprestatie in het najaar bijna weggestuurd was bij Bayern München, maar nu met zijn club fier de ranglijst aanvoert).
Er zullen heus wel mensen zijn die hetzelfde kunnen als Zalm, misschien wel beter. Maar als je voor zware klussen alleen maar mensen geschikt vindt die nooit een fout gemaakt hebben, blijven er weinig over.