Bijzonder moment gisteren in de Amerikaanse Senaat: tijdens een hoorzitting spraken zowel Defensieminister Gates als de hoogste Amerikaanse militair admiraal Mullen zich uit tegen de Don’t Ask, Don’t Tell policy, die homo’s toestaat in het leger te dienen als ze maar hun mond houden over hun seksuele geaardheid. Dit beleid is van kracht sinds 1993, toen Clinton afwilde van het totaalverbod op homo’s in het leger. Hij kreeg het niet voor elkaar dat homo’s open mochten zijn over hun seksuele voorkeur, maar er mocht in ieder geval niet meer door superieuren naar gevraagd worden of onderzoek worden gedaan naar vermeende seksuele activiteiten. Tijdens zijn verkiezingscampagne was Clinton voorstander geweest van een beleid waarin homo’s voor hun geaardheid mochten uitkomen, dus voor veel progressieven was dit compromis nogal onverteerbaar.
Een belangrijk punt in het debat destijds was het standpunt van het leger zelf. Militairen waren in hoge mate geen voorstander van openlijke homo’s in het leger omdat ze dachten dat dat de cohesie van eenheden zou ondermijnen, ondanks diverse onderzoeken die dat effect niet konden vinden. Langzaam maar zeker is het standpunt van militairen veranderd. Diverse hoge militairen spraken zich na hun pensionering uit tegen het beleid en ook ‘gewone’ militairen zijn in steeds toenemende mate (.pdf) voorstander van openheid op dit front.
Nu echter ook de nog dienende militaire top zich uitspreekt voor openheid lijkt het einde van DADT in zicht te komen. President Obama was in zijn campagne ook voorstander van openheid dus daar zal de weerstand niet vandaan komen. De vraag is alleen wat de Republikeinen gaan doen. Een prominente Senator bleek in ieder geval alweer last te hebben van selectief geheugenverlies.