Dit weekend gaat het carnaval loos. Een stukje cultuur waarbij, naar verluidt, rangen en standen er niet toe doen en de spot wordt gedreven met de waan van de dag.
Voor velen bekend als een prachtig feest, waar je ongeremd jezelf kan zijn, mits verscholen achter maskers, pruiken en zotte kledij. Voor veel anderen bekend als een orgie van bierzuipen, lallen en billenknijpen. De vermeende carnavalsvierder die zich daaraan overgeeft heeft het carnaval net zo min begrepen als degenen die carnaval als louter een orgie van ongepaste zondigheid ziet.
Geen mens houdt het vol 365 dagen per jaar te hossen en te zingen, maar de wereld op vrolijke wijze op haar kop te zetten zou niet tot één week beperkt moeten zijn. De mens is te weinig nar.
Hoogtepunt van menig carnavalsfeest is de parade van carnavalswagens. Kunst of kunstig, u mag het zeggen. Zeker is dat hier veel creativiteit en ambachtelijkheid in is gaan zitten.
Het grappige is dat niet alleen humor om de humor voorbij rijdt. De essentie van carnaval indachtig, kun je ook maatschappelijk en/of politiek betrokken spot langs zien rijden. Het bespotten van staat (de politiek, de politici), kerk (of religie) en kapitaal (bedrijven, banken) hoort van oudsher bij carnaval.