De Tweede Kamer ‘jokkebrokt’ mee

ANALYSE - Ook de stroom die in het Tweede Kamergebouw gebruikt wordt, is niet echt groen.

Het heeft even geduurd, maar na niet éénniet tweeniet drie, maar vier keer vragen is het hoge woord er uit: de Tweede Kamer ‘jokkebrokt’ zelf lekker mee over groene stroom, evenals de Nederlandse overheid. Daarmee voldoen de Tweede Kamer en de overheid niet aan mijn verwachtingen van duurzaam inkopen: de Nederlandse overheid zet haar inkoopvolume van 1 TeraWattuur aan stroom niet in voor meer duurzame stroom in Nederland.

Hoe zat het ook al weer?

Half mei lanceerde de Nederlandse Energie Maatschappij de campagne ‘Jokkebrokken‘. Daarin legt ze uit dat groene stroom in Nederland vaak niet is wat de consument er van verwacht. Slechts eenderde van de in Nederland als groen verkochte stroom wordt ook in Nederland opgewekt. De rest is fossiele stroom die groen gemaakt is door het kopen van zogenaamde garanties van oorsprong (GvO’s) uit het buitenland.

Voor kenners van de duurzame energiewereld geen nieuws, want Nederland bungelt al jaren in de onderste regionen van het rechterrijtje van EU-lidstaten (om in voetbaltermen te spreken) als het gaat om productie van duurzame energie en duurzame elektriciteit.

Reactie Tweede Kamer

Ondanks deze voorkennis stelde de Tweede Kamerleden Jan Vos (PvdA) en Agnes Mulder (CDA) op 24 mei schriftelijke vragen aan de minister van Economische Zaken over de import van buitenlandse GvO’s. Dat was voor mij reden om bij de Tweede Kamer en de Rijksoverheid na te vragen wat voor groene stroom ze zelf gebruiken.

De Tweede Kamer antwoordde vrij snel dat ze het zelf ook niet wisten, omdat de inkoop van groene stroom via de Rijksgebouwendienst loopt. Wel meldde de Tweede Kamer dat ze door de combinatie van zonneboiler en zonnepanelen ongeveer 40 procent energiebesparing realiseert.

Het eerste antwoord van de Rijksgebouwendienst was niet echt bevredigend, maar gisteren kreeg ik een tweede antwoord van de Rijksgebouwendienst. Dit keer wel met informatie over het type garanties van oorsprong (GvO’s) dat de Rijksoverheid en de Tweede Kamer gebruiken:

Geachte heer Beek,

Uw vraag is niet alleen door de Publieksvoorlichting van de Rijksgebouwendienst in behandeling genomen, maar zoals ik begrepen heb, ook door de Tweede Kamer.

Vanuit de Rijksgebouwendienst kan ik u het volgende melden:

De Rijksoverheid maakt voor het overgrote deel gebruik van buitenlandse GVO’s. Binnen de aanbestedingsregels kunnen we niet expliciet eisen dat de oorsprong Nederlands moet zijn. Als we naar hoogwaardiger (groenere) alternatieven gaan, is er sprake van significant hogere kosten.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Met vriendelijke groet,

[naam verwijderd]

Coördinator/Contactpersoon Publieksvoorlichting RGD

Daarmee is mijn vraag over samenhang tussen duurzaam inkopen en beleidsdoelen ook meteen beantwoord: die is er schijnbaar niet. Al wacht ik nog op antwoord van I&M op deze vraag.

Opvallend vind ik de stapeling van argumenten om geen Nederlandse groene stroom in te kopen. Aan de ene kant kan niet geëist worden dat GvO’s van Nederlandse oorsprong zijn in verband met Europese aanbestedingsregels. Bijzonder, want de NS zijn van plan het te gaan doen en ProRail is naar mijn weten al over op Nederlandse groene stroom. Nu hebben die iets meer ruimte dan het Rijk, maar nog steeds hebben ze te maken met Europese aanbestedingsregels.

Subsidie

Het tweede argument, wat niet meer nodig is als het eerste waar is, is dat hoogwaardiger (groenere) alternatieven tot significant hogere kosten voor de overheid leidt. Als dat waar is, heeft EZ haar SDE+ subsidie verkeerd ingeregeld. De SDE+ garandeert namelijk een bepaalde mimimumprijs. Bij de bepaling van het werkelijke subsidiebedrag wordt de marktprijs hierop in mindering gebracht. Oftewel: het basisbedrag voor wind op land was 8,5 Eurocent / kWh in de eerste ronde van 2013. Bij een prijs voor elektriciteit van 5 Eurocent / kWh een subsidie van 3,5 Eurocent / kWh wordt verstrekt. Stel dat de aankoop van Nederlandse GvO’s leidt tot een prijsstijging van 1 Eurocent / kWh dan stijgt de marktprijs naar 6 Eurocent / kWh en ontvangt de eigenaar van de windmolen nog maar 2,5 Eurocent / kWh. Netto effect voor de overheid: o Eurocent / kWh. Alleen heeft de RGD meer geld nodig en de SDE+ minder. Vestzak-broekzak noemde mijn opa dat vroeger.

De bijbehorende berekeningen vind je hier. Een uitgebreide toelichting op de grafiek hier.

Managen van verwachtingen

Natuurlijk heeft Jurgen Sweegers een punt als hij stelt dat sjoemelstroom en jokkebrokken verkeerde termen zijn:

Het is echte groene stroom en mensen krijgen wat ze kochten: echte groene stroom. Maar er is wel een probleem. Mensen hadden blijkbaar iets anders verwacht toen ze groene stroom kochten.

Dat geldt wat mij betreft nog veel meer voor door de overheid ingekochte groene stroom. Duurzaam inkopen van energie door de overheid leidt dus niet tot meer duurzame energie of groene stroom in Nederland en de Kamerleden die zich druk maken over de jokkebrokken campagne van NLE hebben boter op hun hoofd.

Wil je zeker weten dat het product dat je afneemt groene stroom van Hollandse bodem is dan kun je terecht bij de productvergelijker van de HIER Klimaatcampagne of de groene stroom checker van WISE. Een derde optie is de vergelijker van Greenpeace en de Consumentenbond. Leuker kunnen NGO’s het niet maken, wel onoverzichtelijker… Een vierde optie is om je aan te sluiten bij een lokaal energie-initiatief.

Ons eigen elektriciteitsverbruik

Voordat je denkt dat ik hier zelf niks aan doe: we zijn thuis al jaren actief bezig met ons energieverbruik. Sinds een jaar of drie houden we dat maandelijks bij. Ons gasverbruik hebben we teruggebracht tot ongeveer 1.000 m3 per jaar met behulp van een zonneboiler. De afgelopen jaren hebben we diverse besparingsmaatregelen genomen in huis en sinds januari wekken we ongeveer 40 procent van ons elektriciteitsverbruik zelf op via Winddelen van de Windcentrale. Binnenkort worden zonnepanelen geplaatst waarmee we nog eens 40 procent van ons elektriciteitsverbruik zelf op gaan wekken. Het resterend deel nemen we af van Greenchoice (een jaar vast), volgens zowel de groene stroom checker van WISE als de HIER Klimaatcampagne een groene keus.

Reacties (5)

#1 De eerste Rob

Ik snap de grafiek niet :(

  • Volgende discussie
#2 roland

Mooi voorbeeld van de gebruikelijke kloof tussen de papieren werkelijkheid en de praktijk. Slecht omschreven en voor verschillende uitleg vatbare normen zorgen hier wel voor.

Heel herkenbaar, een overheid met hoogdravende doelen – zorgt voor veel goed betaalde banen – maar zelf weinig doet mede om de kosten.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Krispijn Beek

@1: oeps, foutje. De legenda is weggevallen.
De lichtblauwe lijn is de basisprijs van (grijze) elektriciteit.
Om groene elektriciteit te krijgen moet je daar een Garantie van Oorsprong (GvO) bijkopen. De prijs daarvan wordt weergegeven door de rode lijn. In de basis ben ik uitgegaan van de prijs de Nederlandse Energie Maatschappij hanteert voor buitenlandse GvO’s: dat is minder dan een tiende cent per kWh.

De paarse lijn is de prijs van groene elektriciteit die gevormd wordt door de prijs van elektriciteit plus de prijs van een GvO (lichtblauw plus rood).

De groene lijn geeft de totale kosten weer van groene stroom voor de overheid. Deze wordt gevormd door de garantieprijs voor groene stroom uit de SDE+ regeling. In dit geval ben ik uitgegaan van 8,75 Eurocent. De prijs in de eerste ronde voor wind op land. De overheid subsidieert het verschil tussen de garantieprijs en de marktprijs van stroom. Bij een elektriciteitsprijs van 5 Eurocent/kWh krijg je dus 3,75 Eurocent/kWh subsidie (8,75-5). Bij een elektriciteitsprijs van 7 Eurocent/kWh krijg je nog maar 1,75 Eurocent/kWh (8,75-7).

Een producent van duurzame elektriciteit heeft 3 inkomsten bronnen: verkoop van elektriciteit, verkoop van GvO’s die hij ontvangt voor de productie van groene stroom en SDE+ subsidie.

Als de overheid het subsidiesysteem goed heeft ingeregeld houdt ze bij de bepaling van het basisbedrag rekening met de waarde van de GvO en van de elektriciteitsprijs.

Wanneer dat zo is heeft een stijgende prijs van GvO’s door meer marktvraag een dempend effect op de hoogte van de SDE+ subsidie. Als de overheid Nederlandse GvO’s inkoopt stijgt de vraag en daarmee de prijs van Nederlandse GvO’s. Daarmee stijgt het basisibedrag (stroomprijs + prijs GvO), waarmee de hoogte van de SDE+ weer daalt. De totale prijs van groene stroom blijft dan gelijk voor de overheid. Alleen verschuift het van SDE+ subsidie naar inkoopbudget. Vestzak-broekzak.

De overheid krijgt pas met een netto kostenstijging voor groene stroom te maken wanneer de kosten van elektriciteit plus Nederlandse GvO boven de garantieprijs van 8,75 Eurocent / kWh uitkomen (vandaar de knik in de groene lijn wanneer de prijs van een Nederlandse GvO boven de 3,75 Eurocent uitkomt).

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 ed

Al is de tweede kamer nog zo snel ,de waarheid achterhaald haar wel .

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Krispijn Beek

De NS heeft deze week aangekondigd dat ze een nieuwe aanbesteding voor groene stroom zijn gestart. Tot mijn verbazing kunnen zij wel een voorkeur voor Nederlandse elektriciteit en zelfs capaciteits uitbreiding formuleren op basis van EU aanbestedingsregels:


NS [wil] dat de stroomleverancier aanwijsbaar nieuwe groene stroomprojecten bouwt of contracteert. Dit om te voorkomen dat inkopen uit het beperkte huidige aanbod aan projecten tot hogere prijzen leidt en om zeker te stellen dat er sprake is van extra groene stroomproductie in onder meer Nederland. De vergroening kan geleidelijk plaatsvinden gedurende de contractperiode afhankelijk van wat realistisch is. In totaal is voor het Nederlandse treinverkeer vanaf 2015 ca. 1,4 Twh per jaar nodig, al neemt deze hoeveelheid door steeds verdere besparingsmaatregelen nog altijd af.

http://bit.ly/12S60KL

  • Vorige discussie