De hernieuwbare kans van de energiecrisis

Sinds de hernieuwde inval van Rusland in Oekraïne begin dit jaar is de sluimerende Europese energiecrisis voor iedereen volop zichtbaar geworden. De prijzen voor olie, gas, elektriciteit en warmte liggen veel hoger dan we gewend zijn. Inmiddels heeft Rusland de gasleveringen naar grote delen van de EU gestaakt, is er een importverbod op Russische kolen van kracht en wordt het importverbod op olie op 5 december van kracht. Dat laatste zorgt dat ook de kosten voor diesel naar verwachting hoog blijven. Aanbodcrisis Het dichtdraaien van de gaskraan naar West-Europa en het importverbod op kolen en olie uit Rusland heeft een groot effect op de Europese energiemarkt, omdat de EU voor de meer dan de helft van z'n energievoorziening afhankelijk is van import. Volgens Eurostat importeerde de EU in 2020 29% van zijn ruwe olie uit Rusland, 43% van het aardgas en 54% van de steenkolen. Er zijn grote verschillen tussen lidstaten van de EU, maar bijna allemaal hebben ze op een manier last van het stilvallen van de import uit Rusland. Een situatie die naar het er uit ziet voorlopig ook nog niet voorbij is. Zelfs als de oorlog in Oekraïne snel voorbij is is het de vraag of Europese beleidsmakers terug willen naar een situatie waarin ze zo afhankelijk zijn van Rusland voor de Europese energievoorziening. Dat heeft gevolgen voor huishoudens, maar ook voor het bedrijfsleven. Het effect van het dichtdraaien van de gaskraan naar West-Europa en het importverbod op kolen en olie uit Rusland wordt versterkt doordat in Frankrijk nog steeds een groot deel van de kerncentrales stil ligt voor onderhoud. Deels door regulier onderhoud, deels vanwege reparaties. De verwachting is dat de volle capaciteit eind februari 2023 weer beschikbaar is. Op dit moment ligt bijna de helft van de capaciteit aan Franse kerncentrales stil. Rusland doet er momenteel nog een schepje bovenop door het vernietigen van de Oekraïense energiecentrales, waardoor Oekraïne zelf onvoldoende stroom heeft laat staan kan exporteren. Deze factoren maken de pijn van de door de inval in Oekraïne veroorzaakte aanbodcrisis nog een tandje erger, want het zorgt voor nog sterker stijgende prijzen. Amerikaans protectionisme De Verenigde Staten doen stevig hun best om in het gat te springen dat het wegvallen van Russisch aanbod van olie en gas veroorzaakt. Voor aardgas gaat het dan LNG gemaakt van schaliegas. Een welkom, maar zeker niet milieuvriendelijk alternatief voor de korte termijn. Europa werkt ook aan het opkopen van LNG in andere landen. Alhoewel de hoofdprijs uit Qatar naar China gaat: 4 miljoen ton LNG voor 27 jaar. Europese energiebedrijven (en overheden) hebben vooralsnog het nakijken. Amerika zet naast het verhogen van de export van aardgas naar de EU in op het versterken van de eigen economie. Bijvoorbeeld door de Buy American voorzieningen in de Inflation Reduction Act (IRA). Daarin is steun opgenomen voor onder andere elektrische auto’s, mits deze in een toenemend aandeel van Amerikaanse makelij zijn. Daarmee zet Biden de lijn van Trump door. Doel is om minder afhankelijk te worden van China, maar de voorwaarden zijn ook een drukmiddel op de EU om zich verder los te koppelen van China. Steunpakketten voor bedrijfsleven en huishoudens Veel overheden, waaronder de Nederlandse, hebben een noodpakket in elkaar gezet met steun voor huishoudens en (een deel van) het bedrijfsleven om te helpen bij de fors hogere prijzen. Ondanks die tijdelijke maatregelen is de verwachting dat het voor Europese huishoudens, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties een kostbare winter wordt. De prijsniveaus van het Nederlandse prijsplafond liggen namelijk behoorlijk boven de prijzen van de afgelopen jaren en 40 jaar loonmatiging helpt niet mee om de rekening betaalbaar te houden. Concurrentiepositie Europese industrie Voor het bedrijfsleven, zeker voor grootverbruikers van energie, vormt combinatie van hoge energieprijzen in de EU met het ‘buy American’ deel van de Amerikaanse Inflation Reduction Act een reden om hun locatiekeuze te (her)overwegen. Komt die nieuwe fabriek (en de bijbehorende werkgelegenheid en kennisontwikkeling) in de EU of in de VS? Zelfs de Europese troefkaart op gebied van energieoplag, Northvolt, kijkt naar de VS voor nieuwe batterijfabrieken. Dat maakt het voor beleidsmakers in de EU, en in Nederland, des te prangender om na te denken over welke bedrijfstakken we hier willen krijgen, hebben en houden. En moet die fabriek dan in Nederland gevestigd zijn, of zijn er locaties binnen de EU die beter voldoet vanuit beschikbare energie? Willen we bijvoorbeeld een kunstmestfabriek, die zich richt op export, houden in Nederland? Momenteel verbruikt een kunstmestfabriek veel aardgas, dat is te vervangen door waterstof. Waterstof vergt echter veel extra wind- en zonne-energie. Accepteren we die in onze achtertuin of op de Noordzee omwille van de productie van kunstmest? Of heeft kunstmest geen (of een kleinere) rol in het landbouwsysteem waar we naartoe willen? Willen we datacenters die veel elektriciteit vragen, maar zich deels op Afrika richten? Zetten we in op fietsen, wandelen en ov, wat volgens het ontwerp klimaatplan nodig is om de klimaatdoelen op langere termijn te halen, of blijven we geld steken in elektrische auto’s? Bouwers van elektrische auto’s hebben we niet in Nederland, bedrijven die elektrische bussen en (elektrische) fietsen maken wel. Energieproductie opschroeven De huidige energiecrisis is een aanbodcrisis. Deels is dit op te vangen door vraagvermindering en gedragsverandering. Deels door het vinden van nieuw buitenlands aanbod van olie, kolen en gas. Dat gaat echter niet genoeg zijn en het vinden van alternatieve fossiele bronnen past echter niet in de klimaatdoelen van Nederland en de EU. Dat extra gaswinning in Groningen lastiger ligt dan vaak wordt gedacht heb ik al eerder toegelicht. Voor de lange termijn werkt het kabinet aan twee extra kerncentrales. Volgens RTL Nieuws komen deze in Zeeland. De verwachting is dat deze rond 2035-2036 operationeel zijn. Dat is te laat om een bijdrage te leveren aan het oplossen van de huidige aanbodcrisis. Als ze al rond die tijd operationeel zijn, want kostenoverschrijdingen en vertragingen zijn schering en inslag bij de bouw van nieuwe kerncentrales, zie ook deze eerdere berichten. En ja, dat geld ook bij de nieuwe troetelcentrales van het type small modular reactors, zoals het Institute for Energy Economics and Financial Analysis in februari 2022 al schreef en NuScale deze maand bevestigde met een prijsstijging van 58 naar 100 dollar/MWh. De eerste module wordt opgeleverd in 2029 (was oorspronkelijk 2024). Mocht u wel vertrouwen hebben in nieuwe kerncentrales dan kunt u zich aansluiten bij de atoomcoöperatie (al zijn we daar eigenlijk allemaal lid van). Voor de korte en middellange termijn biedt het versnellen van de bouw van hernieuwbare energie mogelijk wel een oplossing. De NVDE heeft daar vorig jaar al voorstellen voor gedaan en heeft deze recent aangevuld met een oproep om energietransitie prioriteit te geven bij de reductie van stikstof. Ook in Europees verband zijn er voor de komende 18 maanden afspraken gemaakt over het versnellen van procedures voor vergunningverlening aan duurzame energieprojecten. Meer betaalbare groene stroom Het vergroten van het aanbod aan elektriciteit van wind- en zonne-energie kan meer betaalbare groene stroom beschikbaar maken. De kostprijzen voor nieuwe wind- en zonne-energie op land lagen in 2022 namelijk onder de 6 Eurocent per kilowattuur voor wind op land en onder de 8 Eurocent per kilowattuur voor zonne-energie. Zelfs met de huidige stijgende prijzen voor grondstoffen en arbeid liggen deze kostprijzen ruim lager dan de prijzen van elektriciteit die geproduceerd wordt met kolen- en gascentrales. Het is alleen wel zaak om te zorgen dat de groene stroom niet voor de huidige marktprijs beschikbaar komt voor huishoudens en bedrijven, maar voor een betaalbaar tarief en liefst ook stabiel tarief. Gelukkig zijn er voorbeelden van initiatieven in Nederland en in het buitenland die daar al aan werken. Zo werken energiecoöperaties aan overeenkomsten tussen producent en afnemer, buiten de elektriciteitsbeurs om. Voor investeerders (lokale energiecoöperaties, maar ook commerciële investeerders) levert dit meer zekerheid op over de lange termijn opbrengsten van de elektriciteit die ze produceren. Voor afnemers van elektriciteit is het prettig als ze niet de huidige hoofdprijs hoeven te betalen. Een belangrijke term om dat te bereiken is gelijktijdigheid: kan je zorgen dat leden of afnemers de groene stroom afnemen op het moment dat deze geproduceerd wordt. Hoe beter dat lukt, hoe minder elektriciteit ingekocht hoeft te worden van andere energiebronnen (bv gas- en kolencentrales) en hoe lager de energierekening blijft. Voor het deel dat gelijktijdig wordt geproduceerd en afgenomen kan je namelijk langjarige afspraken maken tussen producent en afnemer buiten de elektriciteitsbeurs om. Praktijkvoorbeelden aanbod groene stroom tegen goedkoper tarief Er zijn ook nu al Nederlandse praktijkvoorbeelden van bestaande exploitanten die hun groene stroom voor een veel schappelijker tarief aanbieden dan commerciële aanbiedingen. Een voorbeeld is energiecoöperatie Betuwewind. Zij bieden leden die stroom afnemen via de coöperatie elektriciteit aan voor maximaal 15 Eurocent per kilowattuur, ver onder het prijsplafond en inmiddels uitverkocht. Het is voor andere leden wachten op het opleveren van nieuwe windturbines, zonnedaken en zonneparken voordat ze gebruik kunnen maken van het voordeel van stroom afnemen van de eigen lokale energiecoöperatie. Een ander Nederlands model is De Windcentrale, waarbij leden van de energiecoöperatie jaarlijks uitbetaald worden in kilowatturen. Deze worden gesaldeerd met het elektriciteitsverbruik tegen het kale leveringstarief. Wel zijn leden een bijdrage verschuldigd voor onbalanskosten en onderhoud van de windturbine. De kostprijs van elektriciteit van Windcentrales ligt bij mij persoonlijk de afgelopen jaren tussen de 8 en 14 Eurocent per kilowattuur (kaal leveringstarief, inclusief afschrijving, onderhoud, onbalans en btw, exclusief opslag duurzame energie en energiebelasting). Soms is dat duurder, maar nu is dat veel goedkoper dan het inkopen van stroom bij mijn energieleverancier. Ook in andere landen zijn er voorbeelden van modellen die inwoners en bedrijven kunnen beschermen tegen forse prijsstijgingen. Een mooi voorbeeld is de Australische staat ACT (Australian Capital Territory). Deze staat heeft de afgelopen jaren 100% van het elektriciteitsverbruik voor de komende 20 jaar ingekocht bij wind- en zonneparken. Daarbij is gebruik gemaakt van Contracts for a Difference (CfD). Bij deze contractvorm wordt er bij elektriciteitsprijzen die lager liggen dan de afgesproken prijs door ACT bijbetaald. Bij elektriciteitsprijzen die hoger liggen dan de afgesproken prijs betalen de exploitanten van wind- en zonneparken (een deel van) de extra opbrengst terug aan ACT. Met dat geld kan ACT de elektriciteitsprijzen voor inwoners en bedrijven verlagen. Een mooie combinatie van lange termijn garanties voor exploitanten van windturbines en zonneparken met het instant houden van de korte termijn prijsprikkels van de elektriciteitsbeurs. Het effect is dat veel van deze gecontracteerde wind- en zonneparken op dit moment geld betalen aan ACT. Conclusie Behalve het inperken van de vraag is het belangrijk voor huishoudens en bedrijfsleven dat het aanbod aan energie snel stijgt. Bij elektriciteit kan dit bereikt worden door in te zetten op het versnellen van de ontwikkeling van wind- en zonne-energie. Waarbij het zaak is dat niet de (lokale) investeerder profiteert, maar vooral de (lokale) afnemers. Dat kan door langjarige prijsafspraken te maken. Voordeel voor de investeerder: zekerheid over de opbrengsten. Voordeel voor de afnemer: zekerheid over de hoogte van de energierekening. Het initiatief daartoe kan zowel komen van lokale energiecoöperaties of energiebedrijven, als van de lokale of landelijke overheid.

Foto: Doelstelling klimaatakkoord en doelstellingen van 20 RES-regio copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Groene stroom in 2030: regio’s ambitieuzer dan landelijk Klimaatakkoord

ANALYSE - In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot 45% CO2-reductie in 2030. Onderdeel van de afspraken is dat in 2030 70% van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komt. Daarbij wordt ingezet op 49 miljard kilowattuur (49 terrawattuur) per jaar in 2030, 7 TWh kleinschalige zonne-energie en 35 TWh hernieuwbare elektriciteit op land. Gemeenten, waterschappen en provincies hebben zich in 30 regio’s georganiseerd om een regionale energiestrategie op te stellen, waarin ze bepalen welk deel van de 35 TWh ze op willen en kunnen wekken in 2030. Op basis van een analyse van de 20 gepubliceerde concept RESsen komt Sargasso er op uit dat dit landelijk doel op papier ruimschoots gehaald lijkt te worden. De 20 RES-regio’s die hun concept RES gepubliceerd hebben of die in persberichten terug te vinden zijn willen samen uitkomen op 43 TWh. Van 10 RES-regio’s heeft Sargasso de concept RES niet weten te vinden.

Landelijk

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er 35 TWh grootschalige duurzame elektriciteit op land moet worden opgewekt. In oktober 2019 heeft het nationaal programma regionale energiestrategie de factsheet zon-pv en wind op land gepubliceerd. Daaruit blijkt dat er eind 2018 ongeveer 8 TWh werd opgewekt en dat er voor 2030 nog 18 TWh in de pijplijn zit, in totaal 26 TWh. Dat is lager dan de 42 TWh die Holland Solar en NWEA verwachtten.

Foto: Bayview Home (2007) - MJMonty (cc)

NWEA en Holland Solar: 42 TWh zon- en windenergie op land in zicht

ANALYSE - In het concept nationaal klimaatakkoord is een doelstelling opgenomen van 42 TWh voor hernieuwbare elektriciteitsproductie (groene stroom) in 2030. Deze bestaat uit 7 TWh zonne-energie op woonhuizen en 35 TWh grootschalige opwekking (bv. zon op bedrijfsdaken, zonneparken en windenergie). Tijdens de nationale Windenergy Days 2019 hebben de branchorganisaties voor windenergie (NWEA) en zonne-energie (Holland Solar) gisteren prognoses vrijgegeven voor de ontwikkeling van zonne-energie en windenergie. In totaal komen ze uit op een prognose van 73 TWh groene stroom uit zon en wind in 2030.

Opbouw prognose

Voor windenergie is de prognose van NWEA dat er 23 TWh opgewekt wordt in 2030 op basis van wat er nu staat (inclusief deel repowering) en alles wat in de pijplijn zit en waarmee de provincies al hebben ingestemd.

Voor zonne-energie is de verwachting van Holland Solar dat er in 2030 30TWh opgewekt wordt m.b.v. zakelijke dakopstellingen en 10 TWh met veldopstellingen. Wat in totaal 30 TWh aan groene stroom uit grootschalige zonne-energieprojecten betekent. Met de opbrengst van windenergie erbij zou dat 63 TWh grootschalige opwekking van groene stroom op land betekenen. Voor huishoudens gaat Holland Solar uit van 10 TWh zonnestroom in 2030. Wat het totaal hernieuwbaar op land op 73 TWh brengt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Stopt de overheid met jokkebrokstroom?

In 2013 legde Sargasso bloot dat de Tweede Kamer zogenaamde jokkebrok stroom inkoopt. Met de marktconsultatie die op 18 augustus is gepubliceerd lijkt verandering op handen.

Hoe werkt inkoop van groene stroom

Consumptie van duurzame elektriciteit bestaat uit een combinatie van fysieke consumptie van elektriteit en het afboeken van zogenaamde Garanties van Oorsprong. Met deze garanties van oorsprong wordt de elektriciteit vergroend. Er zijn 2 manieren om duurzame elektriciteit in te kopen:

  • Fysieke elektriciteit en garanties van oorsprong bij dezelfde leverancier kopen. Bij voorkeur bij een leverancier die ook elektriciteit uit hernieuwbare bronnen produceert. De afnemer koopt in dat geval de duurzame elektriciteit; de leverancier zorgt voor de levering van elektriciteit en voor het afboeken van de garanties van oorsprong.
  • Het is ook mogelijk om als afnemer de garanties van oorsprong apart van de elektriciteit in te kopen. Een afnemer moet dan zelf een garantie van oorsprong rekening openen bij de uitgevende instantie (of dit door een derde partij laten doen) en vervolgens zelf garanties van oorsprong kopen bij de ingekochte elektriciteit. Deze garanties laten bijboeken op de eigen garanties van oorsprong rekening en afboeken.
  • Wat is jokkebrok stroom?

    In 2013 legde de Nederlandse Energiemaatschappij (NME) in een reclamespotje uit wat ‘jokkebrok stroom’ is. Voor een habbekrats per klant kochten zij garanties van oorsprong van Scandinavische waterkrachtcentrales. Scandinavische landen trekken deze verkochte GvO’s niet van hun eigen groene stroomproductie af, Scandinavische energiebedrijven melden hun klanten ook nauwelijks dat ze de GvO’s van de waterkrachtcentrale hebben doorverkocht. Milieuorganisaties, zoals Greenpeace, WISE en HIER hebben dan ook al jaren kritiek op deze wijze van vergroenen van elektriciteit en spreken van sjoemelstroom.

    Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

    In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

    Betuweroute gaat over op groene stroom (zonder te sjoemelen)

    De treinen op de Betuweroute rijden sinds gisteren met groene stroom. De spoorvervoerders die gebruikmaken van de Betuweroute hebben gezamenlijk windenergie ingekocht. Zij doen dit via de Coöperatieve Inkoopvereniging Elektriciteit Betuweroute (CIEBR). Het totale energieverbruik op de Betuweroute wordt voor 2014 ingeschat op zo’n 60.000 MWh, ongeveer net zoveel als het jaarlijkse energieverbruik van circa 17.000 huishoudens.

    Met de keuze voor windenergie kiezen de spoorvervoerders op de Betuweroute, net als de NS, voor kwalitatief hoogwaardigere garanties van oorsprong voor hun groene stroom dan de Nederlandse rijksoverheid. De Volkskrant berichtte vorige maand dat het rijk voor 2014 en 2015 wederom voor Noorse waterkracht heeft gekozen, ondanks de commotie vorig jaar in de Tweede Kamer over de jokkebrokken campagne van NLE.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Rijksoverheid jokkebrokt verder met inkoop groene stroom

    Onderzoek van WISE laat zien dat de Nederlandse rijksoverheid nog steeds voornamelijk buitenlandse waterkkracht gebruikt om haar elektriciteitsverbruik te vergroenen. Een methode die door de Nederlandse Energie Maatschappij in 2013 als jokkebrok stroom werd bestempeld, wat tot ophef in de Tweede Kamer leidde. Waarna Sargasso in 2013 na herhaaldelijk navragen aantoonde dat de rijksoverheid, inclusief de Tweede Kamer, zelf ook grotendeels jokkebrok stroom gebruikt. Berichtgeving in december over de inkoop van jokkebrok stroom door gemeenten leidde tot Kamervragen van SP, PvdA en Groenlinks.

    Hoe werkt inkoop van groene stroom

    Consumptie van duurzame elektriciteit bestaat uit een combinatie van fysieke consumptie van elektriteit en het afboeken van zogenaamde Garanties van Oorsprong. Met deze garanties van oorsprong wordt de elektriciteit vergroend. Er zijn 2 manieren om duurzame elektriciteit in te kopen:

  • Fysieke elektriciteit en garanties van oorsprong bij dezelfde leverancier kopen. Bij voorkeur bij een leverancier die ook elektriciteit uit hernieuwbare bronnen produceert. De afnemer koopt in dat geval de duurzame elektriciteit; de leverancier zorgt voor de levering van elektriciteit en voor het afboeken van de garanties van oorsprong.
  • Het is ook mogelijk om als afnemer de garanties van oorsprong apart van de elektriciteit in te kopen. Een afnemer moet dan zelf een garantie van oorsprong rekening openen bij de uitgevende instantie (of dit door een derde partij laten doen) en vervolgens zelf garanties van oorsprong kopen bij de ingekochte elektriciteit. Deze garanties laten bijboeken op de eigen garanties van oorsprong rekening en afboeken.
  • Foto: Michaela (cc)

    Duitse export van elektriciteit waardevoller dan import

    ANALYSE - De elektriciteit die Duitsland in 2013 exporteerde was 6,3% duurder per MWh dan de elektriciteit die het land importeerde. De realiteit is dus precies tegenovergesteld aan het veelgehoorde verhaal dat Duitsland haar overschot aan duurzame elektriciteit tegen dumpprijzen verkoopt in omliggende landen.

    Vooral voor Frankrijk is de situatie ongunstig; de Duitse elektriciteit die wordt geïmporteerd is 24,4% duurder dan de elektriciteit die Frankrijk naar Duitsland exporteert.

    Trek dus maar 2,8 miljard Euro af van de kosten van de Energiewende in 2013. Dit bedrag verdiende Duitsland dat jaar met de export van energie.

    De algemene aanname is dat Duitsland haar overtollig geproduceerde duurzame elektriciteit (een gevolg van ‘onberekenbare’ wind- en zonne-energie) dumpt in omliggende landen. Dit zou dan betekenen dat de elektriciteit die Duitsland exporteert minder waard moet zijn dan de waarde van de elektriciteit die Duitsland – naar wordt aangenomen op zon- of windloze dagen – importeert.

    Dat lijkt een logische conclusie, maar als we naar de data kijken, ontstaat een heel ander verhaal.

    Zo zijn in Frankrijk de stroomprijzen vaak flink negatiever dan in Duitsland. (Negatieve stroomprijzen worden berekend wanneer, met name in daluren, veel overtollige energie op het elektriciteitsnet wordt gedumpt – bijvoorbeeld door een teveel aan wind of zon, maar ook door de relatief hoge kosten van het naar beneden schakelen van conventionele kern- of kolencentrales.)

    Groene stroom die Rijk inkoopt is ‘sjoemelstroom’ (maar dat wisten we al)

    De Volkskrant meldt vandaag dat de rijksoverheid haar stroomverbruik komend jaar voornamelijk ‘vergroent’ met de aankoop van goedkope certificaten uit Noorwegen die geen enkel effect hebben op de totale productie van groene stroom.

    De groene stroom die het Rijk eind vorige maand heeft ingekocht, leidt echter amper tot reductie van CO2. De vooral Noorse certificaten zijn wettelijk toegestaan, maar worden alom gezien als ‘sjoemelstroom’. Ze zijn omstreden omdat er geen watt extra duurzame energie voor wordt opgewekt.

    Ambtenaren, gebouwen en apparaten van het Rijk verbruiken jaarlijks één terawattuur elektriciteit: een miljard kilowattuur (kWh), evenveel als 300 duizend huishoudens. Vergelijkbare grote verbruikers zoals de Nederlandse Spoorwegen en KPN hebben de afgelopen jaren wel gekozen voor hernieuwbare energie uit Nederland.

    Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

    Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

    Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

    Foto: University of Nottingham (cc)

    Kunst op Zondag | Groen

    Groene stroom is niet groen en groene auto’s zijn niet zo zuinig als men denkt. Ach wat, vandaag in Kunst op Zondag: er is meer te doen met groen.

    Je kunt elkaar een spiegel voorhouden en vragen ‘hoe groen ben jij eigenlijk?’. Een goede waarnemer ziet dan dat we nooit zo groen zullen worden als de natuur zelf.

    Anish Kapoor – Sky Mirror, Kensington Gardens.
    cc Flickr duncan c  photostream Anish Kapoor Sky Mirror Kensington Gardens

    Het duo Ackroyd & Harvey gebruikt gras als fotografisch middel. Als het gras groeit, worden de portretten scherper.

    Ackroyd and Harvey – grass portrait.
    cc Flickr Amy Youngs  photostream Heather Ackroyd and Dan Harvey

    Waarmee maar gezegd wordt: wij werken niet voor groen, groen werkt voor ons. Dat moet ook Tim Knowles gedacht hebben. Hij laat bomen zijn tekeningen maken.

    Tim Knowles – Tree drawing.
    cc Flickr angs school  photostream Tim Knowles Tree drawing

    We hebben groen nodig en toch laten we de natuur niet haar gang gaan. Uit angst er door overwoekert te raken. Als Stefaan de Croock mos verwijderd ontstaan er fraaie kunstwerken (reversed graffiti). Anna Garforth laat mos heel gecontroleerd groeien.

    Anna Garforth – Moss graffiti.
    cc Flickr faseextra photostream Moss graffiti AnnaGray Garforth

    In ‘The Lost Gardens of Heligan’, een gerestaureerd landgoed, liggen een paar keien die door de natuur woren overwoekerd.

    Heligan Gardens- Mud Maid on Woodland Walk.
    cc Flickr Cross Duck  photostream Green lady asleep in the woods at Heligan

    Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

    Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

    Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

    Volgende