VERSLAG - Journalisten blijven in de toekomst de voornaamste producenten van nieuws, vinden ze zelf. Maar dan zullen ze wel ondernemender moeten worden, vindt Jeroen Smit.
‘Het beeld van de kikker in een pan met water dat langzaam naar een kookpunt wordt gebracht, dringt zich op. Wie nu niet springt, doet straks niet meer mee,’ zei hoogleraar journalistiek Jeroen Smit gistermiddag in de aula van het Academiegebouw in Groningen, waar hij zijn oratie (pdf) hield. Om er vervolgens aan toe te voegen: ‘Gelukkig is het nog niet te laat.’
Dat het slecht gaat in krantenland, mag voor niemand een verrassing meer heten. Hoewel er nog dagelijks drie miljoen kranten door brievenbussen geschoven worden en de krant als ‘moeder van het nieuws’ nog ruim zeven miljoen Nederlanders dagelijks bereikt, staat het water veel krantenredacties aan de lippen. Adverteerders trekken zich massaal terug en het verdienmodel dat 170 jaar uitstekend werkte, is met de komst van het internet in één klap onderuit geveegd. En dus wordt het tijd voor een nieuw verdienmodel, zou je zeggen.
Maar Smit beargumenteerde in zijn oratie dat er een andere omslag nodig is.
Ik denk dat de ontwrichting dieper gaat, dat het de hoogste tijd is dat de makers, journalisten, zich over de snel veranderende behoeftes gaan ontfermen. Dat zij zich gaan verbinden aan de mensen waarvoor ze werken en die ze willen verheffen. Daarvoor zullen journalisten nieuwe maakmodellen moeten bedenken, nieuwe manieren om journalistiek te bedrijven. Als ze daarin slagen, komen de verdienmodellen vanzelf.
Kop in het zand
Afgelopen maand hield Smit samen met Rosalind Franklin Fellow aan de RUG Tamara Witschge en (full disclosure) de auteur van dit stukje een enquête onder Nederlandse dagbladjournalisten. Bijna 600 van hen (de NVJ schat het totale aantal journalisten op krantenredacties in Nederland op zo’n 2700 man) vulde de enquête in. Het leverde een bijzonder beeld op. Aan de ene kant werden ideeën die iedereen heeft over de journalistiek in Nederland bevestigd, aan de andere kant werd duidelijk dat journalisten nogal dissociatief lijken te denken over de toekomst van hun vak.
Zo denkt het merendeel (68 procent) dat de papieren krant in haar huidige vorm nog meer dan tien jaar zal bestaan, maar tegelijkertijd denkt 63 procent dat het aantal journalisten op hun redactie over vijf jaar fors zal zijn afgenomen. Dat zullen ze zelf niet zijn: 93 procent vindt dat ze zelf een duidelijke toegevoegde waarde voor de krant hebben. Steken de dagbladjournalisten hier de kop niet een beetje in het zand?
Weinig vernieuwingsdrang
Op de vraag wat het grootste probleem is waar de dagbladjournalistiek op dit moment mee geconfronteerd wordt, steekt slechts 5 procent de hand in eigen boezem en noemt het gebrek aan innovatie en de wil te vernieuwen. Veel vaker wordt geklaagd over het ontbreken van een verdienmodel, hebzuchtige eigenaren en incompetente managers. Maar, zo pleitte Smit in zijn oratie gepassioneerd, de eigenaren en managers zijn niet degene die moeten zorgen voor nieuwe vormen van journalistiek. Dat zijn de journalisten zelf. Zij zijn de vakmannen en -vrouwen die na moeten denken over hoe hun vak in nieuwe vormen gegoten kan worden. ‘De talloze nieuwe mogelijkheden om goede journalistiek te bedrijven zouden journalisten moeten opwinden in plaats van intimideren. En als die nieuwe manieren van verhalen vertellen er zijn, komen de verdienmodellen waar vooral uitgevers zich nu zoveel zorgen over maken, vanzelf. Er is nu vooral een grote behoefte aan reflectie, creativiteit en initiatief,’ aldus Smit.
Reacties (12)
Wakker worden om het verdienmodel te redden. Tsja, dat toont dus het failliet van de media aan. Natuurlijk moeten journalisten ook eten maar door te hameren op een verdienmodel kiest het journaille impliciet voor de neoliberale ideologie waarbij oneindige groei noodzakelijk is. Zolang dat het geval is kan er van een waakhond geen sprake zijn.
Laten we eens kijken wat de waakhond van de democratie er van terecht brengt:
http://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/15/als-we-chocoladegeweren-hadden-vicepresident-amerika-schrijft-naar-7-jarige/
Uitgever Wegener en Media Groep Limburg willen voor eind 2014 525 tot 545 arbeidsplaatsen schrappen. Dat is ongeveer 20 procent van het totale personeelsbestand.
Als gevolg van de reorganisatie verdwijnen mogelijk 125 arbeidsplaatsen op de redacties van de kranten, huis-aan-huis-bladen, De Persdienst (DPD) en regionale marketing.
Mijn bekrompen mening , het zijn meer verslaggevers dan journalisten.
Ik vind kranten in het algemeen weinig boeiend. Ik moet vaak door 4 verschillende kranten heen wil ik wat interessants vinden. Het is toch vaak meer van hetzelfde dat je ook op Nu.nl kunt lezen.
Daarbij mis ik in de krant ook de commentaren van de lezers. Vaak voegen die ook het nodige toe.
Luister of kijk voor de lol ook eens naar het radio- of tv-nieuws: voor het overgrote deel zijn het boodschappen van de overheid, nagekauwde persberichten. De rest komt van buitenlandse bronnen waar ook niet veel voor gedaan hoeft te worden. De pers als verlengstuk van de overheid lijkt er meer op: dus zo hard hoeven ze niet te werken voor hun verdienmodel. En de kranten? NRC is achteruitgevlogen, maar de Volkskrant heeft het laatste half jaar of zo wel weer lange en iets diepgravendere artikelen. (Ook die communis opinio over kranten en hun kwaliteit loopt vaak maanden en jaren achter op de werkelijkheid.) Sargasso had vroeger een handig lijstje met lees-verder linkjes naar andere blogs en periodieken. Die zou ik graag terugzien. Verder: wat Petra @1 zegt, met een diepediepe zucht. Onze vriend Jeroen Smit van het onderzoekje doet me nog het meest aan Emile Ratelband denken, blik op oneindig en positief blijven.
Alweer een nieuwe wetenschap.
Waar de professor het over had kunnen hebben is het verstrekken van echt nieuws, in plaats van alleen westerse propaganda.
Voor in elk geval afwijkend nieuws ben ik aangewezen op Russia Today, en soms Youtube.
@1 Nee dat is dus helemaal niet wat Smit beargumenteert. Het huidige verdienmodel is failliet. Journalisten moeten wakker worden, risico’s durven nemen, nieuwe maakmodellen verzinnen. Een nieuw verdienmodel komt daarna wel. Maar ze moeten allereerst erkennen dat het zo niet lang door kan gaan.
Ik kan me vinden in de opmerkingen van Jeroen Smit dat journalisten ondernemender moeten worden. Als eigenaar van een kleine uitgeverij van vakbladen krijg ik vrijwel dagelijks telefoontjes van freelancers die vragen naar werk. Vooral in de ict-journalistiek – met name vak- en publieksbladen over it – vallen flinke klappen. De houding die deze freelancers innemen is een afwachtende: “Heeft u alstublieft werk voor me?” Nee, dat heb ik niet omdat ook ik te maken heb met een dalende omzet. De betreffende freelancers zitten dus zonder opdrachten.
Waarom zetten ze hun expertise niet in? Ik kan er niet bij dat als je een vakbekwaam journalist bent, met specifieke kennis van zaken, dat je dan je eigen waarde laat afhangen van een knorrige uitgever als ik? Er liggen meer dan genoeg goede verhalen te wachten om geschreven te worden. In het geval van de ict-journalisten lijkt het me een heerlijke uitdaging. Echte ict-journalisten zijn er nauwelijks (lees voor de gein http://www.computable.nl/ en http://www.automatiseringgids.nl/) terwijl er met gemak goede en relevante verhalen kunnen worden geschreven. Een snelle solo-brainstorm: breng de gemeentelijke ict-kosten van de toptien gemeenten eens in kaart, toon aan dat privacy onder druk komt door allerlei privé-zaken die je kan vinden uit openbare bronnen over Opstelten te publiceren, test de kwaliteit van 4G op alle stations in Nederland. Er zullen vast betere ideeën zijn, maar ik ben geen ict-journalist (meer). Het gaat om de gedachte. Er zijn genoeg bladen en kranten geïnteresseerd in een 4G-test. Doe iets met je tijd en met je kwaliteiten, in plaats van vragen naar werk. Schrijf het verhaal.
Nu weet ik dat niet iedere freelancer of journalist ondernemend genoeg is. En wellicht zijn de meeste journalisten vooral verslaggevers, informatie-doorgeefluikers of knip/plakkers. Ik denk dat voor deze drie groepen inderdaad lastige tijden aanbreken. Maar een echte journalist die creatief is in zijn verhalen en relevante artikelen schrijft, daar is zeker een markt voor. Goede inhoud verkoopt altijd.
Journalistiek, kranten, dagbladjournalistiek. Over wiens verdienmodel hebben we het nu eigenlijk?
@8: Ik heb gewerkt in die tak van de journalistiek (automatisering en bedrijfsinformatica), maar ik kan u verzekeren dat men niet geinteresseerd is in goede verhalen of artikelen. De betreffende uitgevers en redacties willen enkel commercieel te verantwoorden inhoud. Dat betekent in de praktijk artikelen die door adverteerders of mogelijke adverteerders zijn goedgekeurd.
@10: Beste Hans,
Ik herken jouw ervaring. Het is inderdaad zo dat veel uitgeverijen deze koppelverkoop hanteren. Misschien zelfs wel alle uitgeverijen. En voor de bladen waar ik voor heb geschreven als freelancer geldt het zeker. Dat zijn wellicht niet de bladen waar je als journalist voor zou willen schrijven. Of alleen zou willen schrijven om omzet te genereren, want de schoorsteen moet ook roken.
Ik ben er van overtuigd dat een goed verhaal goed te verkopen is. En ik wil dat best uittesten. Misschien wil jij samen met mij brainstormen over een verhaal? We kunnen het samen uitwerken en voor een billijke prijs op de markt zetten? Voordat je ‘ja’ zegt heel kort mijn werkervaring, om je een beeld te geven: Leidsch Dagblad, Algemeen Dagblad, freelance it- en installatietechniekjournalist (voor vrijwel alle it- en installatiebladen heb ik gewerkt). Nu vijf jaar eigenaar kleine uitgeverij van technische vakbladen. In totaal 20 jaar journalistieke ervaring. Ik zit niet te wachten op werk, maar ik wil de uitdaging graag aangaan. En misschien is het traject naar het verkopen van een goed journalistiek artikel zelfs al een beter verhaal dan het eigenlijke artikel. Ik zou het een openbaring vinden als een aantoonbaar goed journalistiek verhaal geweigerd wordt vanwege adverteerdersbelangen. En dat is dan meteen weer een top-artikel (-:
@11: Ik heb bewondering voor uw goede hoop, maar het is mijn ervaring dat belanghebbenden nooit de ware motieven voor weigering van artikelen aan schrijvers of journalisten laten doorschemeren. Daarbij bieden mijn huidige werkzaamheden geen ruimte voor andere activiteiten. Niettemin wens ik u succes toe bij uw poging tot het schrijven van het betreffende artikel.