Een bijdrage van Max Molovich, overgenomen van Nurks Magazine.
Hoe belangrijk is timing, vroeg Jelle Brandt Corstius ergens tegen het einde van de eerste Zomergasten van 2011 aan Marc-Marie Huijbrechts. In zijn laatste show schijnt Marc-Marie zijn publiek een klein kwartier lang steeds harder aan het lachen te krijgen door enkel de naam ‘Herman van Veen’ te herhalen. Marc-Marie Huijbrechts wist het niet. Hij dacht er niet bij na. Het ging erom dat je de zaal aanvoelt. Dat je de zaal in een bepaalde sfeer krijgt, op zo’n manier dat de zaal één persoon wordt en dat je vervolgens aanvoelt hoe je met die ene persoon moet spreken.
Jelle Brandt Corstius heeft de timing van een autistische boer wiens koeien op het punt staan te kalveren. De man is in staat om op de meest gevoelige momenten de meest lompe opmerkingen te maken. Om een voorbeeld te geven: Marc-Marie Huijbrechts was zo vriendelijk om op een eerlijke manier over de periode te praten dat hij een pruik droeg. Hij vertelde hoe ingewikkeld het lag. Dat hij een enigszins androgyn zelfbeeld had, toen kaal werd, maar er nog niet aan toe was om zich echt een man te voelen en dus een pruik begon te dragen. Een pruik die, niet onbelangrijk, zeer fraai gemaakt was (hij was overigens op het idee gebracht om een pruik te dragen door een advertentie in de Autokampioen). Marc-Marie vertelde dat het in het begin goed werkte, maar dat het steeds meer ging wringen. ‘En toen gooide je die cavia van je hoofd’, zei Jelle Brandt Corstius. Marc-Marie vatte die opmerking niet verkeerd op en maakte zijn verhaal af, maar ik vond het weinig tactisch. Jelle Brandt Corstius is het soort man dat waarschijnlijk op wekelijkse basis wel een keer ‘wat heb ik nou weer gezegd?’, moet zeggen.