We (dat wil zeggen Jeanette en ik. Hoe twee mensen elkaar kunnen tegenkomen is soms wonderlijk. Hier is het te danken aan de dood van Erik Greveling, of tenminste indirect. We zijn, o ja, haakje sluiten) we zijn afgelopen zondag wezen wandelen door de duinen. Jeanette had een vrije dag en wou het huisje van Erik wel eens zien, dus dat zijn we gaan bekijken. Ik legde uit hoe hij had gewoond in dat hok, want meer was het eigenlijk niet, en ik zei, tegelijk met haar: ‘In zo’n kot zou ik niet willen wonen.’ Water, gas en elektra waren natuurlijk al afgesloten, en er waren al dieren binnen geweest, de begroeiing was ook al volop aanwezig buiten en binnen het huisje. In zijn tuin zaten nog duinaardappelen, preien en knoflookplanten in de grond, zag ik. ‘Die haal ik er morgen nog wel even uit, dan krijg jij er ook een portie van.’
We besloten naar Bergen aan Zee te wandelen, via De Kluft. Het is maar vijf kilometer, dus dat is geen afstand voor geoefende wandelaars zoals wij zijn. De Kluft bereik je op de makkelijkste manier door over het strand te wandelen, wat we dus deden. De Kluft is het hoogste duin van Nederland, sinds 1700, meen ik, dus een toeristisch attractiepunt van jewelste. Als je op De Kluft staat, kun je de Hoogovens in IJmuiden duidelijk zien, als het helder weer is, en die zijn toch dertig kilometer ver weg. Je ziet van daaraf ook duidelijk Alkmaar liggen, met zijn Grote Laurentiuskerk.