Dwangarbeid?
“Work first” heet het programma dat bedacht is om werklozen weer aan het werk te helpen. Op zich heb ik niets tegen dit soort initiatieven, ze helpen een werkloze immers in een werkritme te komen, iets wat kan helpen bij het vinden van een ‘echte’ baan.
Het werk wordt onder het minimumloon betaald. Niet erg, want toen de wet werd geïntroduceerd, was het de bedoeling dat de regeling zich zou onderscheiden van normaal werk:
Dat kan door zorg te dragen voor een forse component scholing of training of door het formuleren van toetsbare leerdoelen aangevuld met specifieke afspraken over ?arbeidstijden?, ?bemiddelingsactiviteiten? en/of ?tussenstappen?.
Maar dat stond in de ‘memorie van toelichting’ van de wet en was dan ook niet bindend. Het daaropvolgende kabinet liet vervolgens weten dat het bovenstaande niet toegepast hoefde te worden. De SP vroeg zich vervolgens af of het standaard arbeidsrecht dan niet gewoon van toepassing zou zijn op deze banen. Staatssecretaris Van Hoof ontzenuwde dat met de volgende briljante opmerking:
Als wij in het kader van de WWB spreken over activering, is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst en kan er dus geen strijdigheid met het arbeidsovereenkomstrecht zijn.
Dus nu bestaat er een situatie waarin werkloos horecapersoneel 40 uur per week moet schoffelen, tegen een loon onder het minimum. Weigert men dit, dan wordt de uitkering met 40% gekort. Een vreemde situatie, want dit werk helpt ze hoogstwaarschijnlijk niet veel verder op de arbeidsmarkt. En met 40 uur in de week blijft er ook weinig tijd over om te solliciteren naar een baan in een sector waar men zich beter thuisvoelt.