De zomer van Hans van Duijn, deel 3
Met dank aan GeenStijl wordt 2011 de zomer van Hans van Duijn. Wie is Hans van Duijn? Die vraag fascineerde me. De man noemt zichzelf ‘Twitterextremist’ en is boos. Zoals het een ware patriot betaamt, heeft hij inmiddels de hoop uitgesproken dat Tofik Dibi met zijn ‘linkse vriendjes’ wordt afgeknald. Wat beweegt zo’n figuur om zoiets op te schrijven? En waar eindigt zijn haatretoriek en ontstaat een blinde woede, met gevaarlijke gevolgen van dien?
Tot en met 15 augustus zal ik hier elke dag een (fictief) relaas tikken over het leven van Hans van Duijn. Vandaag deel 3.
Met een door Page keukenpapier omzwachtelde rechterhand tikt Hans op laag tempo een kwade blogtekst over linkse schuinsmarcheerders, multicultifanaten en klimaatalarmisten. De bezigheid kost ruim een uur. Met zijn vrije linkerhand kneedt hij in de jeansstof ter hoogte van zijn kruis. De opwinding van opstand tegen de politieke correctheid, benoemt Hans het af en toe liederlijk. Een rechtse revolte als libidoversterkend middel. Provocerend geil.
Hans’ moeder heeft het huis verlaten voor een bezoek aan de Keurslager in het winkelcentrum. Over een kleine drie uur wordt Hans weer verwacht in de unit van datatypisten op het industrieterrein, twee kilometer verderop. Één viaduct over, langs de busbaan, stukje over een klinkerweg en dan ben je er al. Zijn leidinggevende heet Anwar en is een Marokkaanse jongen in een aftershavewalm. Hij gebruikt termen als ‘vriend’ en ‘ouwe’, iets dat Hans voortdurend tegen de borst stuit. Anwar werkt er nog maar een paar weken. Hij schept steeds op dat hij in september begint bij een ‘voorraadhoudend groothandelsbedrijf met maar liefst 15.000 non-food artikelen’. Stakker. Lepelt de vacaturetekst op tegen iedereen die het wel of niet horen wilt.