Wetenschapsdans

Ik heb even moeten nadenken over de bundel ‘wetenschapspoëzie’ En dat was kennis, zeg je dan die is samengesteld door de Vereniging voor Wetenschapscommunicatie en -journalistiek Nederland (VWN). Dat komt niet zozeer door de relatie tussen wetenschap en poëzie, want ik ben ervan overtuigd dat poëzie overal over kan gaan, en omgekeerd dat wetenschappelijk inzicht op allerlei manieren kan worden uitgedrukt. Het raadsel betrof de relatie tussen (wetenschaps)communicatie en (wetenschaps)poëzie. Ik begrijp natuurlijk dat de vereniging helemaal niet per se bedoelde om poëzie ineens tot het domein van de wetenschapscommunicatie te rekenen, ze noemen het genre zelf immers alleen maar wetenschapspoëzie. Maar de vraag is dan: hadden ze dat dan wel kunnen doen? Briljante winnaar Wetenschapscommunicatie gaat altijd over de inhoud. Je zorgt ervoor dat bepaalde inzichten of feiten of vragen worden overgedragen. Het is niet waar dat de vorm er niet toe doet, maar die vorm staat altijd ten dienste van het overdragen van de inhoud. Wetenschapscommunicatie die nadrukkelijk aandacht vraagt voor de eigen vorm, voor de virtuositeit van de maker, lijkt mij geen geschikte wetenschapscommunicatie. Bij poëzie gaat het altijd minstens óók om de vorm, of dat nu rijm, ritme is of regelafbreking. Dingen worden anders gezegd dan in het dagelijks leven en dat leidt dusdanig af van de inhoud dat je je kunt afvragen of het wel een functie heeft. In het verleden is er natuurlijk didactische poëzie geschreven, maar toen had het rijm ook een functie, bijvoorbeeld om de inhoud makkelijker onthoudbaar te maken. Daar komt bij dat poëzie niet communiceert op de gebruikelijke manier. Een dichter verwacht normaliter geen weerwoord op zijn gedicht. Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen ‘daar ben ik het niet mee eens!’ of ‘dat klopt niet!’ Een bekende karakteristiek van poëzie is dat de dichter zich richt tot iemand die helemaal geen potentiële lezer is (‘oh, oude eik!’, de apostrofe). Er bestaat een wedstrijd Dance Your PhD, waar (Amerikaanse) net-gepromoveerden een dans maken die gebaseerd zijn op hun proefschrift. Dans is de poëzie van het lichaam. Ik zou die eigenlijk niet rekenen tot de wetenschapscommunicatie. Zeker de briljante winnaar van dit jaar niet: https://www.youtube.com/watch?v=dq5uYGNeOS0 De winnaar van 2019 komt meer in de buurt, maar daar dient de dans toch vooral als een illustratie bij de teksten: https://www.youtube.com/watch?v=nUQvJOSCoi4 De poëziewedstrijd die de VWN uitschreef, had twee winnaars. Van die twee vind ik dit gedicht het beste, en het is dan ook meteen echt een mooi gedicht: Overview-effect neem een denkbare ruimte in je hoofd vul deze met een ervaring aan gewichtloosheid bijvoorbeeld de lucht uit je longen na vijfentwintig meter onder water schoolslag toen je boven kwam blaas een denkbeeldige dampkring om deze ruimte zodat het een bolletje wordt in je hoofd, een bolletje gevuld met lucht uit je longen na vijfentwintig meter onder water schoolslag toen je boven kwam bij iedere zucht beweegt het bolletje door je hoofd en vult zich met een ervaring aan gewichtloosheid toen je boven kwam met je handen op de rand van het universum steunde, jij jezelf omhoogtilde aan het meest kwetsbare in je hoofd: de gedachte dat je een bewoner bent van de aarde. Gerda Posthumus Dit is een mooi gedicht, met een mooi ritme en een interessant beeld van iets dat niet eens zichtbaar is: een bolletje in je hoofd. Maar wetenschapscommunicatie is het niet: ik heb wel iets geleerd, namelijk wat het overview effect is, maar dat heb ik geleerd door op Wikipedia te kijken en het lijkt me ook eigenlijk nauwelijks een wetenschappelijke term van belang (al wordt het kennelijk wel in bijvoorbeeld antropologisch werk gebruikt). Bolletjes gevuld met lucht Ik moet er onmiddellijk bijzeggen dat de VWN natuurlijk ook niet pretendeert dat En dat was kennis, zeg je dan zelf bijdraagt aan de wetenschapscommunicatie, al klinkt dat wel door in het voorwoord dat Govert Schilling schreef: Wetenschapspoëzie vormt misschien ook wel de ideale brug tussen enerzijds de ivoren torens van hypotheses, experimenten en peer review en anderzijds het grote publiek, dat vaak alleen maar klokken hoort luiden en niet eens wat dat er überhaupt klepels in het spel zijn, laat staan waar die dan hangen. In sonnetten of ollekebollekes is geen ruimte voor afschrikwekkend jargon, ondoorgrondelijke formules en discussies over statistische significantie. De poëzieliefhebber leest hier met verheugde verbazing dat poëzie kennelijk iets zo populairs is dat het kan dienen om iets anders dichterbij het ‘grote publiek’ te brengen, maar ik kan me toch eigenlijk nauwelijks voorstellen dat iemand een sonnettenkrans gebruikt om zich nader te informeren over de nieuwste ontwikkelingen in de astronomie. (Dat je geen sonnet kunt schrijven met bijvoorbeeld afschrikwekkend jargon of ondoorgrondelijke formules, lijkt me ook geen houdbare stelling.) Wetenschapspoëzie lijkt me in de eerste plaats poëzie. Het is misschien dichtkunst die een beeld, of een term, of een gedachte, ontleend aan de wetenschap, maar dat kan eigenlijk altijd alleen maar bij toeval zo zijn. Gedichten zijn bolletjes in je hoofd, bolletjes gevuld met lucht, en iets communiceren doen ze niet. -o-o-o- Toevoeging redactie: Op 27 oktober verleden jaar, stond er een oproep op Sargasso: Schrijf een gedicht dat de wetenschap als thema heeft. De Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie bestaat 35 jaar, en ter gelegenheid van dat feit werd er een gedichtenwedstrijd uitgeschreven. Een van onze Kunst op Zondag-redacteuren leverde deze bijdrage.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Mijn wetenschapsgedicht

Mijn moeder somt als ze in de file staat, of de slaap
niet vatten kan, de cijfers van Pi op, die achter de komma.
Dan kijkt ze tot hoever ze dit keer komen zal.
Pi heeft geen eind, dus dan gaat ze: 3,14159 2653…

Van mijn broer krijg ik een mail waarin hij wenst
dat iedereen in goede gezondheid verkeerd.
Ik heb hem nog niet discreet kunnen zeggen
dat dat verkeert is, als hij begrijpt wat ik bedoel.

Bij handvaardigheid op school wilde mijn zus
van houten balkjes de oneindige, onmogelijke
Driehoek van Escher namaken. Het boek met de
tekening had zij voor zich op de werkbank gezet.

En mijn vriend Erik, stak zijn hand op in de klas
toen de basen en de zuren werden behandeld.
‘De zuurgraad wordt gemeten op de zuurgraadmeter,
okay, maar waarop meet men dan de basen?’

Maar mijn liefje die weet echt niets van wetenschap.
Gister zei ze nog: ‘Michiel, jij kunt naar de maan lopen.’


Op 27 oktober verleden jaar, stond er een oproep op Sargasso: Schrijf een gedicht dat de wetenschap als thema heeft. De Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie bestaat 35 jaar, en ter gelegenheid van dat feit werd er een gedichtenwedstrijd uitgeschreven.
Het aantal inzendingen was hoog: 700 gedichten werden beoordeeld door de jury. Mijn gedicht kreeg niet de eerste of de tweede prijs, maar belandde wel in de dichtbundel met nog honderd anderen. Ik sta op bladzijde 101 van de (leuke en gevarieerde) bundel ‘En dat was kennis, zeg je dan.’  Joepie!

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Nog één keer: de Nationale Wetenschapsagenda

COLUMN - De Nationale Wetenschapsagenda (NWA), waarover ik eind 2016 de vragen over de Oudheid beantwoordde, is in het nieuws. Het geld is nu verdeeld en Bart Braun van het Leidse universiteitsblad Mare legt uit waarom dat betekent dat de Wetenschapsagenda is mislukt.

En passant wijst hij erop dat duizenden vragen onbeantwoord zijn gebleven, een punt dat Marc van Oostendorp en K.P. Hart (die tientallen vragen over neerlandistiek en wiskunde beantwoordden) ook al maakten. En ze hebben gelijk. De wetenschap heeft de burger uitgenodigd vragen te stellen, het waren doorgaans redelijke vragen, en die verdienden een antwoord. De organisatie kan zeggen dat nooit beloofd is dat die vragen zouden worden beantwoord en dat het altijd de opzet was dat er clusters van zouden worden gemaakt en nog zo wat dingen, maar dan verschuilt de organisatie zich achter bureaucratische formuleringen en doet ze net alsof kennisverspreiding niet de bestaansreden is van de wetenschap. Nu ze verzuimd heeft te antwoorden, lijkt de wetenschap op iemand die tegen betaling een lezing komt verzorgen, afrondt met “wie stelt de eerste vraag?” en wegloopt als mensen interesse tonen.

Dat is even ongemanierd als dom. De Nederlandse wetenschap heeft mensen die genoeg belangstelling hadden om een vraag in te dienen van zich afgestoten en heeft zo draagvlak vernietigd. De NWA was daarmee contraproductief. En dat is niet alles.

Foto: De Toren van Babel. De koning linksonder moet waarschijnlijk Nimrod voorstellen. Artiest: Pieter Breughel de Oude. copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Niet populariseren maar communiceren

ACHTERGROND - Vroeger zeiden ze vervoer. Daarna zeiden ze transport. Vervolgens noemden ze het logistiek. En nu doet een bedrijf aan logistics. Ondertussen doen die bedrijven, voor zover ik weet, precies hetzelfde. En zo is het meestal met naamsveranderingen, dus het zij u vergeven als u denkt dat een naamsverandering gebakken lucht is. Soms is er echter wel degelijk iets aan de hand: human resource management is echt iets anders dan het aloude personeelszaken. En wetenschapscommunicatie is echt een andere vorm van overdracht dan populariseren.

Het grote verschil is dat de popularisator sprak maar niet luisterde. De wetenschapper die zijn inzichten wilde delen was als een radiostation dat een boodschap de wereld instuurde; het publiek was daarbij de passieve ontvanger. Hierbij werd de boodschap vereenvoudigd: er was een kloof tussen de universiteit, waar een zeer kleine groep mensen lang had kunnen studeren, en de overgrote, minder lang geschoolde burgerij. Vereenvoudiging was noodzakelijk.

Massamedia en hoogopgeleiden

De opkomst van de massamedia – we hebben het dus over de jaren zestig, zeventig – maakte duidelijk hoe verkeerd deze visie was. Onze ouders leefden al in een wereld met een informatie-overaanbod en moesten selecties maken. Het wetenschappelijke signaal was een van de vele en omdat de wetenschap haar inzichten overdragen moest (een wettelijke verplichting, al lang voordat er sprake was van valorisatie), moest ze duidelijk maken waarom haar informatie beter was. De ontvanger, die actief selecteerde, moest dus een argument horen om zijn selectie in het voordeel van de betrouwbaarst mogelijke informatie te laten uitvallen. Dus kwam er meer uitleg: niet alleen werden de conclusies gepresenteerd, ook werd toegelicht waarom de wetenschappelijke methode de meest redelijke was. Anders gezegd: voorlichters begonnen de wijze van kennisvergaring inzichtelijk te maken.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Expositie "De zaak Vermaning" ((c) LiviusOrg)

De zaak Vermaning

VERSLAG - U wilde al naar het Drents Museum om daar de beeldschone Iran-expositie te bezoeken en sinds zaterdag is er een tweede reden om naar Assen te gaan: de wat kleinere tentoonstelling “De zaak Vermaning”. Tjerk Vermaning (1929-1987) is misschien wel de beroemdste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw en dat is niet zo best, want een deel van zijn vondsten was vervalst en hij heeft zijn bekendheid mede te danken aan een rechtszaak. Wie onechte oudheden verkoopt als echt, is immers een oplichter en daarvoor werd hij in 1977 veroordeeld. Een jaar later diende het hoger beroep: de rechter liet zich over de authenticiteit van de vervalsingen niet uit, maar redeneerde min of meer dat als de voorwerpen echt waren, Vermaning onschuldig was, en dat als ze vals waren, nog niet was bewezen dat de Drentse amateurarcheoloog ze zelf had vervaardigd.

Het was goed dat de rechter zich over de authenticiteit niet uitsprak, want daar gaat de rechter niet over. Een deel van de vondsten waarmee Vermaning “bewees” dat er tienduizenden jaren geleden Neanderthalers hadden geleefd in Drenthe, was echter wel degelijk vals. Of minimaal verkeerd geïnterpreteerd. De samenstellers van de tentoonstelling leggen op verschillende punten uit hoe archeologen dat kunnen weten. Zo bleek, toen een C14-monster werd genomen, het door Vermaning als Neanderthaler-schedeldak geïnterpreteerde voorwerp slechts een eeuw of drie oud. Op andere vondsten ontbrak de natuurlijke verwering van vondsten die eeuwenlang in de grond hebben gelegen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Opkomst en ondergang van de Republiek der Letteren

RECENSIE - In de zestiende eeuw begonnen Europese geleerden een grote onderlinge verbondenheid te voelen – een verbondenheid over grote afstand die soms groter was dan die met de mensen direct om hen heen. Dat kwam tot uitdrukking in een metafoor die ze gebruikten voor hun onderling contact: de Republiek der Letteren, een informele staat waarvan de burgers amicaal met elkaar omgingen en waarin een belangrijke eis was dat je de uitkomsten van je onderzoek niet voor jezelf hield, maar met andere geleerden deelde. Communicatie was de belangrijkste burgermansplicht in deze virtuele republiek.

De Nijmeegse historicus Hans Bots heeft een belangrijk deel van zijn carrière besteed aan onderzoek naar de geschiedenis van deze ‘republiek’, van het vroege ontstaan in de zestiende eeuw tot het moment in de achttiende eeuw dat de ‘republiek’ oplost, eigenlijk vooral doordat de geleerden steeds meer geïntegreerd raken in de ‘gewone’ samenleving. De oorspronkelijke geleerde tijdschriften richten zich dan bijvoorbeeld steeds meer op een breder publiek van geleerden.

Logische ontwikkeling

Bots is inmiddels al een tijdje met emeritaat en hij heeft nu een kort en toegankelijk overzichtswerk geschreven over wat we weten, met een zekere nadruk op wat we weten over de Nederlandse provincie – die zeker vanaf de zeventiende eeuw ook geen onbelangrijke rol speelde, dankzij de aanwezigheid van vooruitstrevende universiteiten en een relatief grote vrijheid van drukpers. Want aangezien de Republiek der Letteren gebouwd was op communicatie gaan de hoofdstukken, na een algemeen inleidend overzicht, over communicatiemiddelen: de universiteiten, de brieven, de boeken en de tijdschriften. Het boek is daarmee ook te lezen als een inleiding in de vroege geschiedenis van de academische communicatie.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: UrbaneWomenMag (cc)

Het kan ook toeval zijn

[Wetenschapsnieuws dat ingaat op onzekerheden, controverse en discussie over resultaten leert het publiek hoe kennis wordt gemaakt. Dat zouden onderzoeksinstellingen veel vaker mogen laten zien in hun persberichten.]

Afgelopen week was het Valentijnsdag en dat is altijd een reden voor een beetje extra wetenschapsnieuws over liefde, seks en aanverwante relatiezaken. Zo kwam het LUMC met een persbericht met resultaten van genetisch onderzoek dat vorig op Lowlands was uitgevoerd onder bezoekers van het festival.

Doel was om bij tientallen koppels een beetje wangslijm af te nemen om vervolgens het DNA gedeeltelijk in kaart te brengen. Vervolgens zou er naar overeenkomsten en verschillen worden gekeken. De gedachte is namelijk dat bij partnerkeuze mensen afgaan op een genetische tegenpool.

Dat mechanisme is bij een aantal diersoorten gevonden, en daarbij spelen overeenkomsten en verschillen tussen zogenaamde MHC-genen een rol, die dieren via geurprofielen waarnemen. De gedachte is dat grotere verschillen in MHC-genen tussen partners bijvoorbeeld een fitter immuunsysteem oplevert in de nakomelingen.

Fitter nageslacht

Meer algemeen gesteld: je kunt je voorstellen dat zo’n signaleringssysteem handig is voor dieren die een partner moeten kiezen en niet kunnen weten wie een broer of neef is, in verband met het vermijden van inteelt. Genetisch verschil schept fitter nageslacht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

De subtiliteiten van het zwarte Engels

RECENSIE - Het Nederlands dat in Nederlands Indië werd gesproken was geen verzameling taalfouten.  Men gebruikte weliswaar constructies en woorden die hier in Europa ongebruikelijk waren en zijn, en had een andere uitspraak van het Nederlands, maar fout was dat niet.

Jullie willen mij nu misschien best geloven, maar dat gold waarschijnlijk niet voor de meeste van jullie opa’s en oma’s. Toen die taal nog echt gesproken werd, werd erop neergekeken en werd erom gelachen. Hoe had je daar indertijd als taalkundige tegenin moeten gaan?

Zo’n variëteit van het Nederlands bestaat nu geloof ik niet meer. De zogenoemde straattaal is (nog) niet echt een coherente taalvorm, en bestaat vooral uit een verzameling woorden die bovendien de hele tijd van samenstelling verandert. Er ontstaat blijkens allerlei onderzoek wel een zogeheten etnisch Nederlands, maar dat verkeert nog in een vroege fase. Ik heb de indruk dat veel mensen het Surinaams Nederlands wel accepteren als een eigen vorm, naast het Belgisch en het Nederlands Nederlands, en niet als een soort kromtaal, hoewel ik niet uitsluit dat dit komt doordat ik als witman eenvoudigweg nooit met discriminatie van het Surinaams Nederlands wordt geconfronteerd.

Keurmerk voor taal

In Amerika ligt dat anders. Een zeer groot deel van de zwarte bevolking – zeker van dat deel van de bevolking dat afstamt van slaven – spreekt een eigen Engels. In zijn nieuwe boek Talking Back, Talking Black noemt de Amerikaanse taalkundige John McWhorter dat Black English. Ik zal dat hier vertalen met zwart Engels. Ondanks vijftig jaar van inspanningen door taalkundigen wordt er op dat zwarte Engels nog steeds neergekeken: men beschouwt het, met zijn dat in plaats van that, zijn aks in plaats van ask, zijn dubbele ontkenningen (she ain’t done nothin’) en zijn soms weggelaten werkwoord to be (she my sister) als een verzameling fouten tegen het Engels.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

NWO: Wees kort door de bocht

OPINIE - Wiens brood men eet, diens woord legt men op een goudschaaltje. Omdat de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijke onderzoek NWO zo’n beetje de enige bron is waar een onderzoeker die geen banden heeft met de farmaceutische industrie geld kan krijgen voor zijn onderzoek, en omdat de competitie bloedig is, worden de teksten die deze organisatie afscheidt, aan nauwkeurige filologische analyse onderwerpen. (Ik wijdde bijvoorbeeld onlangs een beschouwing aan de tekst preferably not in Dutch.)

Maar je kunt dan ook veel leren van de teksten die de ambtenaren bij NWO afscheiden. Een collega wees me bijvoorbeeld op een uitleg van een publiekssamenvatting die je voor veel aanvragen moet schrijven, al op een moment waarop het volkomen onduidelijk is of je ooit geld krijgt en dus of het publiek iets heeft aan een samenvatting:

Gebruik maximaal vijftig woorden om uw onderzoek in eenvoudige en heldere taal te beschrijven. Zeg dus niet ‘het mechanisme achter apoptose wordt onderzocht’, maar ‘de onderzoekers bekijken met de microscoop waarom spontane celdood optreedt.’ Spreek niet over ‘we’ of ‘wij’, maar over onderzoekers, de biologen, de letterkundigen o.i.d. Schrijf het stukje zo dat u geneigd bent om overal de volgende termen tussen te zetten: ‘in grote lijnen’, ‘kort door de bocht’, ‘ruwweg’, ‘onwetenschappelijk geformuleerd’, maar zet die termen er NIET in!

Foto: Pieter Bruegel the Elder - The Tower of Babel via Wikipedia

Het backfire-effect

ACHTERGROND - Anderhalf jaar geleden schreef Carlijne Vos een verhelderend stuk in De Volkskrant over asielzoekers, dat ze inleidde met de opmerking dat het tijd was “om fictie van feiten te onderscheiden”. Er was helemaal niets mis met haar betoog. Voor wie probeerde genuanceerd te denken over de problematiek, stond er veel lezenswaardigs in. Wie zich daarentegen vooral zorgen maakte en de nuance voorbij was, werd door het stuk vooral bevestigd in het idee dat die linkse journalisten van De Volkskrant desnoods gewoon logen om hun multiculti-ideaal op te dringen aan een Nederland dat met die gelukzoekers allang helemaal klaar was.

Die laatste reactie was dan een uiting van het backfire-effect. Het lijkt zo voorbeeldig wat Vos deed: het presenteren van de correcte feiten en het uitleggen van de wijze waarop die zijn vastgesteld, maar het werkt niet. Weliswaar is uitleg vaak een manier om een discussie naar een goed einde te brengen, maar dat is niet het geval wanneer de context al polemisch is. Dan worden zelfs de objectiefst-denkbare gegevens en de allerredelijkste methoden gewantrouwd.

Viermaal backfire

Het backfire-effect is een klassieker uit de wetenschapsvoorlichting. Om wat voorbeelden te geven uit mijn eigen vak, de oudheidkunde:

  • Ik kan praten als Brugman dat de Perzische koning Cyrus de Grote geen uitzonderlijk humanitair beleid voerde, en ik kan daarna uitleggen hoe wetenschappers vaststellen hoe stereotiep ’s mans zelfpresentatie was, maar ik zal Iraanse nationalisten (die Cyrus beschouwen als verlicht despoot omdat de laatste sjah zijn antieke voorganger geleden zo typeerde) niet overtuigen en ze zullen uiteindelijk anti-Lendering-pagina’s online beginnen. Meer in het bijzonder ben ik, gegeven mijn Europese herkomst, een eurocentrist, zelfs als ik weergeef hoe wetenschappers Cyrus’ zelfpresentatie plaatsen in zijn oosterse context.
  • Ik kan uitleggen dat het oude Egypte en de Maghreb overwegend zijn bevolkt door nomadische herders die vanuit de Levant arriveerden, en ik kan toelichten hoe het relevante fysisch-antropologische, archeologische en DNA-bewijs onderzoek in elkaar steekt, maar ik zal de afrocentristen (die beweren dat de Egyptische beschaving uit “Zwart” Afrika kwam) niet overtuigen en uiteindelijk worden uitgemaakt voor racist. Meer in het bijzonder ben ik, gegeven mijn Hebreeuwse voornaam, lid van een joodse samenzwering.
  • Ik kan alle registers opentrekken om uit te leggen dat Jezus’ halachische opvattingen in het antieke jodendom passen als een hand in een handschoen, en ik kan dan uitleggen waarom de historisch-kritisch methode van de onderzoekers werkelijk de meest redelijke is, maar ik zal Jezusmythicisten (die denken dat Jezus niet heeft bestaan), niet overtuigen en zal uiteindelijk worden getypeerd als christelijke propagandist.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende