WW: Het foutje van Da Vinci

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland. Vraag aan iemand op straat om het prototypische genie te noemen en de kans is groot dat de ondervraagde ofwel Einstein ofwel Leonardo da Vinci noemt. Beide mannen zijn -terecht overigens- bijna synoniem met de notie van het klassieke Genie: de haast magische wetenschapper die mijlenver op zijn tijdgenoten vooruit is; op wiens werk nog jaren, of zelfs eeuwen voortborduurt kan worden; onfeilloos. Hoewel, feilloos? De Nederlandse wiskundige, sculpturist en Leonardo-bewonderaar Rinus Roelofs ontdekte dat zelfs het beste paard van stal wel eens struikelde: Leonardo da Vinci maakte in één van zijn wiskundige tekeneningen een fout. Het Belgische tijdschrift EOS besteedt in haar jongste editie drie pagina's aan deze uitglijder van de Uomo Universale. De fout komt voor in!één van de illustraties die da Vinci maakte voor de Italiaanse wiskundige Luca Bartolomeo de Pacioli. In zijn beroemde werk "De divina proportione" (over de Gulden snede) beschrijft Pacioli wiskundige en kunstzinnige principes met betrekking tot de verhoudingen van afmetingen. Ook komt in het boek een aantal beschrijvingen aantal tekeningen voor van Archimedische lichamen, geillustreerd door Leonardo.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoog tijd voor klimaatalarmisme

Door de niet aflatende ijver van de ‘klimaatsceptici’ en de verschuiving van het politieke zwaartepunt, is klimaatverandering zo goed als van de Haagse agenda verdwenen. In het kielzog daarvan zijn ook andere milieu-issues zo goed als uit beeld verdwenen, en is het natuurbeleid in een paar weken tijds ontmanteld. Wie in dit maatschappelijke en politieke klimaat zegt dat hij zich zorgen maakt over de teloorgang van de natuur, de schade van milieuvervuiling, en de risico’s van klimaatverandering, krijgt meteen een label opgeplakt. Linkse hobbyist. Subsidieslaaf. Hoaxer. Dat soort werk. En als het over klimaatverandering gaat: alarmist.

Bij de eerste de beste sneeuwbui galmt hoongelach in Telegraaf en Elsevier, op blogs en fora, en zelfs in NRC-Handelsblad in de columns van Martin Bosma: sneeuw! Zie je wel! Klimaatverandering is een leugen! Wie denkt dat de situatie in Nederland gepolariseerd is, help ik graag uit de droom. Kijk vooral naar de doorgaande stroom aanvallen op de klimaatwetenschap en klimaatwetenschappers in de Verenigde Staten. Zo bezien staan we in Europa nog maar aan de vooravond van The Age of Skepticism, waarin industriële lobby’s, marktideologische goeroes, religieuze fundi’s en naïeve hobbyisten een onvoorstelbaar pact zijn aangegaan.

Sinds eind 2008 De Aarde heeft Koorts verscheen (uitg. Ten Hove, Engelse vertaling Earth Fever, uitg. Cosimo, 2010), volg ik zowel de sceptische gemeenschap als de klimaatwetenschap tamelijk intensief. Het beeld dat uit studies van de afgelopen jaren, zeg maar na het vorige IPCC-rapport van 2007, naar voren komt is, ik kan het niet anders zeggen, schokkend. Nog schokkender is dat hiervan amper iets in de mainstream-media doorklinkt. Mijn vermoeden is: doordat er een maatschappelijk en politiek taboe op klimaatkennis is ontstaan, dat doorwerkt in de nieuwsselectie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nicholas Carr: Het ondiepe – Hoe onze hersenen omgaan met internet

Deel van boekomslag/Maven publishingVolgens Nicholas Carr maakt internet ons dommer. In het boek Hoe onze hersenen omgaan met internet, en al eerder in het artikel Is Google making us Stupid? zet hij uiteen dat internet ons denken op een subtiele manier beïnvloed. Door veel bezig te zijn op internet veranderen onze hersenen. We zijn sneller afgeleid, niet meer instaat om ons goed te concentreren op lange teksten en kunnen daardoor ook minder goed nadenken. Zeker als we dagelijks 8 uur naar een beeldschermen kijken. We zijn hierdoor geneigd tot multitasking, we kijken om de paar minuten naar onze email-inbox, en we raken afgeleid door de vele links en andere irrelevante informatie die op een webpagina zichtbaar zijn.

Carr was onlangs op toer in Nederland om zijn boek, dat in het Nederlands is vertaald, te promoten. Afgelopen vrijdag 5 maart was ik aanwezig bij een van de lezingen die hij heeft ter gelegenheid hiervan heeft gegeven (in Wageningen). In het stampvolle auditorium vertelde hij over de gevolgen van internet voor ons denken. De boodschap van Carr is dat onze hersenen veranderen door de grote blootstelling aan internet. Uiteraard zijn niet alle effecten van het internet negatief maar hij benadrukt dat de negatieve effecten mogelijk toch ernstiger zijn dan we denken. Carr is natuurlijk zelf een zware internetgebruiker en constateert de problemen dan ook bij zichzelf. Hij merkt dat hij minder goed instaat is om zich te concentreren op een langer stuk tekst en hij is geneigd om snel door lange stukken heen te skimmen.
Ook op televisie was aandacht voor Carr (Een Vandaag, 7 maart 2011):

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Pruimenvingers

De woensdagmiddag is op Geencommentaar.nl Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland

Gerimpelde vinger (foto Flickr/notanyron)Topologie is een tak van wiskunde die zich bezighoudt met ruimtelijke eigenschappen van vormen. Specifieker bekijkt het welke eigenschappen vormen hebben die onveranderlijk zijn bij vervorming. Ze geeft beschrijvingen van bijvoorbeeld donutvormen of ze onderzoekt –zoals we in een eerdere WW al zagen-  wat een knoop een knoop maakt. Het is een tak van wiskunde die vaak zinnige dingen kan zeggen over meer of minder wereldschokkende vraagstukken in de fysieke wereld. Een minder wereldschokkend vraagstuk (maar daarom niet minder interessant) is waar bad-rimpels vandaan komen.

Wat in het Engels zo mooi prune(y) fingers genoemd wordt heeft in onze taal helaas geen aparte term, maar iedereen kent het effect van te lang in het water zitten natuurlijk wel. Zolang onze huid te lang onder water verblijft nemen de bovenste lagen water op, waardoor ze uitzet. De overtollige verpakking voor de vingers gaat op bepaalde plekken lubberen. Op de vraag waarom dit de vorm van rimpels aanneemt en niet ‘gewoon’ een loshangende flap, kan het onderzoek van topologen Myfanwy Evans en Stephen Hyde opheldering geven.

De sleutel tot de vraag hoe de huid kan uitzetten, maar toch zijn globale structuur behouden ligt in de keratinelaag, het netwerk van vezeleiwitten dat de buitenste laag van het huidoppervlak (en in nagels en haren) vormt. De topologie van dit netwerk was onduidelijk, maar het onderzoek van Evans en Hyde lijkt nu een goed model van de huidstructuur op te leveren. De vormen waaruit dit netwerk bestaat zijn zogenaamde ‘gyroids’.  De wiskundige eigenschappen van gyroids zijn niet makkelijk te vertalen in een korte omschrijving, maar het zijn in ieder geval schitterend gegolfde oppervlakken met veel interconnectie. Gyroids komen vaker in de natuur voor, onder andere in polymeren en vlindervleugels.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Liefde gaat door de maag, wijsheid door de blaas?

Verwondering is de belangrijkste drijfveer achter de wetenschap. Het begint met een onschuldige observatie; die leidt tot een hypothese en voor je het weet heb je een wankele waarheid aan het almachtige universum toegevoegd – die vervolgens lijdzaam het onvermijdelijke lot van de weerlegging moet afwachten.

Zo ook in het geval van psychologe Mirjam Tuk van de Universiteit Twente. Op een goede ochtend moest zij zeer nodig urineren. Ze besloot daarom het toilet te bezoeken en leegde tot haar grote opluchting de inhoud van haar blaas. Nog gezeten op de toiletbril prees zij zichzelf gelukkig met haar besluit om naar de wc te gaan. Een dag later was de blaas van Tuk in het geheel niet gevuld. Ze had weinig gedronken of was ’s nachts al geweest, dat gaat ons verder niet aan. Maar ze besloot toch om het sanitair met een bezoek te vereren. Ze nam plaats op de bril en keek om zich heen. Het was een saai toilet. Aan de wasbak hing een verlept handdoekje dat een wasbeurt verdiende. De verjaardagskalender toonde de verjaardagen (5) in september, maar het was ook september. Het was Tuk al snel duidelijk dat het een slecht besluit was om naar de wc te gaan terwijl ze geen aandrang voelde.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Kleiner dan “een hair van mijn baart”

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Model van de Antoni van Leeuwenhoeks microscoop (Foto Flickr/Fujoshi)Bovenstaande frase werd gebezigd door onze Antoni van Leeuwenhoek toen hij tussen 1673 en 1723 naar woorden zocht om de schaal te beschrijven van de belachelijk kleine dingen die hij door zijn microscoop zag. Met de door de Nederlandse lenzenmakers gefabriceerde apparatuur kon Van Leeuwenhoek kijken op wat we nu de milli- en de micrometer noemen. In de eeuwen daarna is de optische microscoop weliswaar steeds verbeterd en konden steeds kleinere zaken bestudeerd worden, maar tot die tijd was er nog nooit zo’n geavanceerde optische microscoop gemaakt en gebruikt. Optische microscopen werken met licht, en bij licht is er op zeer kleine schaal sprake van diffractie, waardoor lichtpuntjes eruit zien als vage schijven: zogenaamde Airy-schijven. Hoe beter de microscoop -hoe hoger het oplossend vermogen– hoe kleiner de minimale afstand tussen twee puntjes waarvan je de Airy-schijven nog kan onderscheiden. Maar uiteindelijk is er een theoretische grens aan het schaal die je met een optische microscoop kan bekijken. Met de optimale lichtfrequentie is deze ongeveer tot 200 nanometer terug te brengen.

Nu zijn er andere manieren om kleiner te kijken. De bekendste manier is die van de elektronenmicroscoop, maar het kan ook met laser-licht of metamaterialen. Probleem is dat deze manieren erg kostbaar zijn en destructieve effecten kunnen hebben op het preparaat. En daarom zochten wetenschappers naar manieren om de theoretische limiet voor optische microscopen te omzeilen. Een team van wetenschappers, aangevoerd door Professor Lin Li en Dr Zengbo Wang, van de Universiteit van Manchester beschrijft in het Maart-nummer van Nature Communications hoe met behulp van superkleine glazen bolletjes veel kleinere objecten bekeken kunnen worden. De glazen bolletjes zijn de grootte van rode bloedcellen (ofwel “globule die het bloet root maeckt” aldus Van Leeuwenhoek). Ze worden op het te bekijken object aangebracht en ze werken min of meer als mini-vergrootglazen, in de zin dat ze het licht verspreiden. Door hier weer met een -hele goede- microscoop naar te kijken wisten de onderzoekers een oplossend vermogen van 50 nanometer te bereiken. En in principe is er geen theoretische limiet. De techniek biedt volgens de auteurs mogelijkheden om individuele virussen te bekijken.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Vorige Volgende