Een van de meer vermakelijke theorieën van afgelopen jaren is de zogenaamde ‘Gouden Bogen Theorie van Conflict Preventie’ van Thomas Friedman. In The Lexus and The Olive Tree (1999) ontvouwt de gelauwerde voormalige Middenoostencorrespondent en columnist Friedman de volgende theorie: geen twee landen die beiden een McDonald’s restaurant binnen de grenzen hebben, hebben een conflict gehad sinds McDonald’s zich daar vestigde. De ‘Gouden Bogen’ (Golden Arches) zijn een speelse verwijzing naar het logo van de fastfoodgigant, die samen een gestileerde M vormen. Burgeroorlogen blijven daarbij overigens buiten beschouwing.
Friedman, die zich in zijn vlot geschreven boeken en columns niet zelden een tamelijk kritiekloos bewonderaar toont van globalisering Amerikaanse stijl, oogste zowel veel bijval als kritiek met zijn Golden Arches-theorie. Dat de stelling elegant is en deels steakhoudend, is een feit. Niettemin zijn de afgelopen decennia ook een aantal flagrante uitzonderingen te vinden. Bovendien zijn er nogal wat alternatieve verklaringen zijn te geven voor het gebrek aan vechtlust onder fervente BigMac-eters.
Om met de uitzonderingen te beginnen: het conflict tussen Israël (eerste McDonald’s vestiging in 1993) en Libanon (1998), dat begon in 1973 en eindigde in 2000 met de terugtrekking van de Israëlische troepen uit Zuid-Libanon, is duidelijk niet conform Friedmans gulden regel. Maar goed, je zou met enige goede wil nog kunnen stellen dat de komst van de fastfoodketen geleid heeft tot een geleidelijke vorm van verbroedering die uiteindelijk leidde tot vrede: McPacification. Ook voor het Palestijns-Israëlische conflict gloort er dus hoop: dagelijks een Happy Meal voor de veelgeplaagde Palestijnen en de intifada sterft een zachte dood, al was het slechts door obesitas, diabetes en andere welvaartsziektes.