Scores rekentoets zeggen niet alles over prestaties school

Op 6 mei publiceerde het Ministerie van OCW een lijst met de gemiddelde scores op de rekentoets. Dat ging niet zonder slag of stoot, er was een WOB-verzoek van onderwijsjournalisten Ronald Buitelaar en Anja Vink voor nodig om publicatie af te dwingen. De spreiding van deze schoolgemiddelden ziet er als volgt uit: Zou het kunnen zijn dat de kwaliteit van de leerlingenpopulatie van invloed is? De verdeling, maar dan zonder de categorale gymnasia, laat zien dat het schooltype nogal wat uitmaakt: De rechteruitloper van de grafiek is flink korter geworden. Op zich niet gek dat de categorale gymnasia beter scoren op de rekentoets dan brede scholengemeenschappen. Ze halen immers de top-leerlingen van de basisschool binnen. Maar dit is een nogal grove benadering. Beter is om te kijken naar de verschillen per schooltype.

Door: en Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

Waar is het extra geld voor het Voortgezet Onderwijs gebleven?

Omdat het ministerie van OCW het zelf niet weet, zochten docenten Frans van Haandel en Hans Duijvestijn het zelf maar uit:

In november 2016 spraken we met staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs. In dat gesprek kwam naar voren dat er sinds de invoering van de lumpsum miljarden extra in het Voortgezet Onderwijs (VO) is geïnvesteerd zonder dat duidelijk is wat er met dat extra geld gebeurd is. Het ministerie had het zelf niet onderzocht. We spraken daarom af dit zelf te gaan onderzoeken, waarbij het ministerie ons zou voorzien van informatie.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Brabant Bekijken (cc)

Onderwijsdeelname per type in afgelopen eeuw

ACHTERGROND - In het boek Gouden jaren schrijft Annegreet van Bergen hoe ons leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd. Het hoofdstuk over onderwijs begint met de vaststelling dat kinderen vroeger productiemiddel of investeringsgoed waren: tegenwoordig zijn ze primair consumptiegoed. Ouders willen er vooral plezier aan beleven. Met zo’n inleiding over onderwijs lees ik graag door.

Ze schrijft over de Mammoetwet, de Schoolkeuzetest, de Moedermavo en Steeds meer studenten. Met name de schoolkeuzetest zorgde ervoor dat de onderwijskeuze minder sociaal bepaald werd, en ze noemt daar diverse voorbeelden van uit eigen ervaring en uit literatuur. Over de Cito-toets schrijft ze:

Inmiddels heeft de Cito-toets de functie van de schoolkeuzetoets overgenomen. Vooral voor kinderen uit allochtone milieus is hij nog steeds erg belangrijk. Wanneer er was geluisterd naar zijn juf van de basisschool, was Mano Bouzamour (1991) op het vmbo terechtgekomen. Maar volgens de Cito-toets kon deze zoon van analfabete Marokkaanse ouders naar het vwo. In zijn boek De belofte van Pisa schrijft Bouzamour vooral over zijn wilde jaren, maar hij laat ook zien dat de Cito-toets het bij het rechte eind had: hij slaagde voor zijn atheneumdiploma.

Vandaag viel mijn oog op deze grafiek, uit een rapport van de NRO, over de onderzoeksprogrammering voor de komende jaren. De grafiek bevestigt het verhaal over de grote veranderingen in het onderwijs in de laatste vijftig jaar, maar laat tegelijkertijd zien dat deelname aan het hoogste niveau eigenlijk heel constant is gebleven. Vanaf de invoering van de Mammoetwet is te zien dat een steeds groter percentage naar de havo gaat: het percentage vwo-ers (of wat daarmee vergelijkbaar was) is in al die jaren nauwelijks veranderd.

Foto: FaceMePLS (cc)

Vaste lasten voor VO-besturen

ANALYSE - De grote kostenposten voor middelbare scholen zijn schoonmaak en energie- en water. Met name de kosten voor energie zijn de laatste jaren sneller gestegen dan de bekostiging. Gevolg van slechte huisvesting en isolatie, digiboarden en wellicht leerlingen die hun mobieltjes op school opladen?

Onderstaande grafiek toont de totale gemiddelde kosten voor schoonmaak, energie, accountants en fiscaal advies, voor 10 grootteklassen. De kosten stijgen lineair en dat is logisch. De gemiddelde kosten voor water/energie en schoonmaak zijn voor schoolbesturen met 475-750 leerlingen fors hoger. (Het gaat in totaal om ongeveer tien schoolbesturen.) Het lijkt of daar ergens de kraan heeft opengestaan.

Bron: Eigen grafiek op basis van DUO Open data. Cijfers over 2011.

Overigens zag ik nog iets aardigs in de cijfers. Schoolbesturen tot 1000 leerlingen kopen geen fiscaal advies in. Daarboven wel. Laten de kleine scholen fiscale mogelijkheden onbenut, of zijn die er ook echt minder? Schoolbesturen met meer dan 2500 leerlingen geven minder uit aan fiscaal advies dan schoolbesturen die tussen de 1000 en 2500 leerlingen hebben. Zouden de grotere besturen zelf de expertise in huis hebben? Het gaat overigens om bescheiden bedragen: maximaal een derde tot een kwart van de accountantskosten wordt besteed aan fiscaal advies.

Schoolbestuurders krijgen in één klap 15 procent meer loon

Vanwege een nieuwe cao voor bestuurders in het voortgezet onderwijs, zo bericht het NRC.

Bestuurders van ‘een kleine middelbare school’ gaan hierdoor 108 duizend euro op jaarbasis verdienen. Leraren zitten gemiddeld op 32 duizend euro, maar die vallen dan ook onder een andere cao.

Maar wees vooral niet verontwaardigd: deze loonstijging is alleszins redelijk, zo wordt ons verzekerd:

De koepel voor bestuurders, de VO-Raad, laat aan de krant weten dat de stijging ‘heel goed verklaarbaar en verdedigbaar’ is. Bestuurders hebben onder de nieuwe cao minder niet-financiele voordelen, zoals de ouderenregeling, kinderopvang en de helft van het aantal vakantiedagen (normaal zestig dagen, nu dertig). Ook is er dit jaar geen loonstijging.

Foto: Pepijn Schmitz (cc)

Hoe gaan we om met krimpend voortgezet onderwijs?

ANALYSE - Verreweg de meeste scholen zullen krimpen. Wordt ’t niet eens tijd voor een goede discussie daarover?

Een gemiddelde middelbare school in Nederland heeft over twintig jaar zo’n 7 procent minder leerlingen dan nu. Dat blijkt uit gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De VO-Raad roept de politiek dan ook op om te anticiperen op de krimp.

De leeglopende scholen liggen vooral in de randen van Nederland, met uitschieters naar meer dan 70 procent krimp op twee scholen op Vlieland en Schiermonnikoog. Scholen die het leerlingenaantal met 30 tot 40 procent zien teruglopen zijn geen uitzondering.

Soortgelijke cijfers laten zich zien in het basisonderwijs; ook daar neemt het aantal leerlingen fors af. Een advies van de Onderwijsraad aan staatssecretaris Sander Dekker luidde om basisscholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten. ‘Tot onze ergernis gaat de discussie vooral over het primair onderwijs, terwijl het probleem natuurlijk doordruppelt naar het voortgezet onderwijs,’ aldus een woordvoerder van de VO-Raad.

De gevolgen voor de 645 middelbare scholen met in totaal 1339 vestigingen in Nederland zijn, net als in het basisonderwijs, mogelijk problemen met huisvesting en financiering. ‘Dat zal per school en de omvang van die school verschillen. Het is dan ook moeilijk om één ondergrens te stellen als het aankomt op bestaansrecht,’ aldus de woordvoerder. Volgens een woordvoerster van het ministerie van onderwijs is er overigens wel een ondergrens, al verschilt die per school en is die afhankelijk van het lesaanbod op die school; bijvoorbeeld of er categoraal of breed onderwijs wordt gegeven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Simplisme leidt niet tot beter onderwijs

Een gastbijdrage van Hartger Wassink, universitair docent bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit. Deze bijdrage is een aangepaste versie van een bijdrage in het NRC van zaterdag 23 april. Op zijn eigen site schrijft hij over onderwijs en management.

De avond dat de NRC kopte dat het voortgezet onderwijs in de gevarenzone zat, zat ik met een groep schoolleiders in een restaurant. De kop van het artikel en ook de aantijgingen die verderop in het stuk gedaan werden, vielen niet goed. De onvrede over het artikel ging verder dan alleen de onaangename ervaring om publiekelijk aan de schandpaal genageld te worden wegens vermeende slechte prestaties. Het is vooral het aanhoudende simplisme in de discussie over het onderwijs dat de schoolleiders stoorde, en de vaststelling dat de inspectie hier kennelijk aan mee meent te moeten doen.

In het artikel wordt Annette Roeters, hoofdinspecteur van het onderwijs, geïnterviewd naar aanleiding van de meest recente rapportage over de resultaten van het voortgezet onderwijs. Zij doet voorkomen alsof de problemen in het voortgezet onderwijs groot zijn, maar dat de oplossing niet zo ver weg is, als de scholen maar iets beter op hun resultaten zouden letten. Daarmee verengt ze het debat over ‘goed onderwijs’ tot de smalst denkbare opvatting van kwaliteit van het onderwijs: de hoogte van de scores van Nederlandse leerlingen op taal en rekenen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.